donderdag 30 april 2009

koudebrug

Ik had bijna mijn studie op de Technische Universiteit moeten staken, nadat ik minstens drie keer achter elkaar lager dan een drie gehaald had voor steeds hetzelfde vak: Statica. Met name het studieonderdeel van Statica dat Geleide Instructie heette ontging mij volkomen. Ik vermoedde dat Geleide Instructie een soort elektriciteitsleer voor gearceerde oppervlakken was, door de plaatjes die in het opvallend dunne boekje stonden en door het mysterieuze woord Geleide. Pas bij de allerlaatste kans, in de zomer van 1990, ontdekte ik dat Geleide Instructie TU-taal voor zelfstudie was. En dat boekje, ach ...

Ik stel het nu maar vast, met een snik: technici zijn meestal geen mensen van het woord. Koudebrug, dat is ook een woord dat mij altijd erg geïntimideerd heeft. Koudebrug is een architectenwoord. Ik vermoed dat als er een laag rendement is bij de studie bouwkunde, dat dat veroorzaakt wordt door het woord koudebrug. Ik ben er eens op gaan studeren, op koudebrug. Een koudebrug blijkt niet meer dan een lek. Waar het tocht, daar zit de koudebrug. O jee! Er zit een luchtbrug in mijn band!

Om een met veel wiskunde omklede reden zit een koudebrug vaak in een hoek. Op de plek dus, waar zich ook veel stof ophoopt. En het interessante is, dat als die hoek minder hoekig is, maar juist rond (zoals de driehoekige tegel van Arnout Visser, zie afbeelding) het lek gedicht wordt. Hoe je dat zegt met een koudebrug zegt, dat weet ik niet.

woensdag 29 april 2009

dioxine


Het verhaal gaat dat mijn grootvader Hendrik Almekinders tot op hoge leeftijd in de lente de ladder buiten zette om de dakpannen te verven. Hij deed dat met zwarte lak, uiteraard zelf, want gierigheid slaat een generatie over. Ik heb hem dat zelf nooit zien doen, maar toch staat het beeld mij scherp voor ogen: zijn broek in plooien om zijn oude benen. Ik zie het, maar begrijpen doe ik het niet. Waarom deed hij dat?

Dat ik al het energierijke afvalplastic van ons huishouden niet in de kachel kan stoppen laat me niet los. Ik ben er nu achter dat het ook niet mag, omdat er kans is dat er dioxine ontstaat. Dioxine hoopt zich vanuit de schoorsteen op in de voedselketen in dierlijk vet. Dioxine is uiterst gevaarlijk. Er zijn in Nederland vorige eeuw al vier doden gevallen door dioxine. De dioxinefilters die ik bekeek zagen er kolossaal en duur uit.

Ik dacht: zou varkensvet in de schoorsteen niet alle dioxine kunnen afvangen? En dan eens in de tien jaar de ladder op om de dioxinerijke reuzel uit het rookkanaal te schrapen. Die roetzwarte smurrie kan dan het beste op de dakpannen gesmeerd worden. Een zwart dak is een prachtige zonnecollector en zonlicht schijnt de natuurlijke afbraak van dioxine te versnellen.

dinsdag 28 april 2009

Artist's Shit

Dit is Piero Manzoni, met een blikje Artist's Shit. Om Artist's Shit te maken had hij dus niet de wc nodig waar hij zo triomfantelijk voorstaat, maar een autoclaaf, de hogedrukpan waarmee ook voedingswaren kunnen worden ingeblikt.

Ik heb dit niet geverifieerd, maar wel een keer gehoord: Artist's Shit is aangekocht door allerlei musea in de wereld. Omdat musea meestal meer kunst kopen dan ze kunnen tentoonstellen, ligt Manzoni's Shit in vele depots, en niet altijd onder de beste sanitaire omstandigheden. Dat is niet zo gek, want waarom zou je kunst bewaren onder sanitaire omstandigheden? Ik ga deze vraag zelf beantwoorden: omdat Artist's Shit in het blikje soms in de ideale anaërobe omstandigheid was om te gaan gisten. Er ontstaat methaangas in het blikje. De methaandruk overschrijdt de trekgrens van het blikje. Boem! Artist's Shit op de Picasso's en de Manets.

Dat schijnt soms gebeurd te zijn. Ik vermoed dat Manzoni, die als kunstenaar de autoclaaf waarschijnlijk een beetje conceptueel bediend heeft, de Artists's Shit onvoldoende heeft gepasteuriseerd. Lucht in de blikken zal niet het probleem geweest zijn. Anaëroob wil niet zeggen dat alle lucht eruit moet zijn; sterker nog: in de hydrolyse-fase van het vergistingsproces is zuurstof nodig. Maar als alle micro-organismen dood gepasteuriseerd zijn, dan kan Artist's Shit veilig het depot in.

maandag 27 april 2009

thee


Volgens de gebruiksaanwijzing van Piramide moet je thee bereiden door een theezakje minstens 5 minuten te laten trekken in 0,5 liter kokend water. De digischool adviseert op haar site voor het voortgezet onderwijs om dat water tijdens die minstens 5 minuten trektijd ook zeer warm te houden, bijvoorbeeld met een theelichtje of onder een theemuts. Diezelfde site adviseert ook om thee te serveren met ontbijtkoek, koekje, stukje chocolade of cake. Ik ben benieuwd of mensen die via digischool op zulke culturele gebruiken gewezen moeten worden weten van een theelichtje is.

Dat het water eerst moet koken voordat er thee ingestopt kan worden, is volgens mij een mythe. Een gezelligheidsmythe. En ik geloof ook niet dat de optimale drinktemperatuur van thee 60 graden Celsius is, zoals Pickwick beweert. Een thermostaatkraan heeft ook niet voor niets een rode veiligheidspal, om het water onder de 37 graden te houden. Ik baad, eet en drink het lekkerst op lichaamstemperatuur.

De natuur is een drie-standenschakelaar, namelijk: ijs, water, stoom. Er wordt aan het fornuis gekookt - op 100 graden Celsius - omdat je dan aan de stoom kunt zien dat er tenminste iets gebeurt, in die pannen. Het is toch jammer dat alleen voor de informatievoorziening bij elke maaltijd 100 - 37 = 63 graden Celsius door de schoorsteen gaat?

zaterdag 25 april 2009

petroleumstel

Vandaag bezocht ik het hartverscheurende Rolder Historisch Informatiecentrum en Streekmuseum. In Rolde dus. Hartverscheurend bijvoorbeeld omdat het gratis was. Nou ja, ik dronk er een flesje chocomel, maar dat flesje was goedkoper dan elders en ik kreeg er dus een heel museum bij. Hartverscheurend ook, omdat het zomaar wat verzamelingen bevatte. Design uit alle tijden: prehistorische vuistbijlen, vooroorlogs kappersgereedschap en alles wat de beroemde schrijver Anne de Vries heeft nagelaten.

Het hartverscheurendste vond ik de stijlkamer, waar je, anders dan in het Openluchtmuseum in Arnhem, de kasten kon (en mocht?) open doen en die dan óók nog stijlvast waren gevuld. Weck, stond erin, en Sunil zeep. Heel alledaags eigenlijk. Leuk, om weer eens gratis in de provisiekast van mijn overgrootmoeder te kijken. Ik geloof overigens niet dat mijn overgrootmoeder zeven petroleumstellen in haar provisiekast had staan.

Ik deed dit museum aan onderweg met de overgrootmoeder van mijn kleinkinderen. Mijn moeder dus, die de Oorlog heeft meegemaakt. Ze leerde me dat het petroleumstel in haar gezin werd gebruik náást het gasfornuis, om het vlees op de sudderen en de erwtensoep op gaar te zeuren. Waarom eigenlijk? Wat was er mis met het gasfornuis, in 1946?

donderdag 23 april 2009

ent


Alle mannen die Kees van Kooten uitgebeeld heeft zijn zachtmoedige taalgoochelaars. Eén van die uitbeeldingen is een man met een pijp die alle kanten op beweegt terwijl van Kooten spreekt. Praten met een bewegende pijp, dat is ook een soort goochelen. Pratend met die bewegende pijp plantte van Kooten een keer op televisie een geschaafde palisander paal in de grond, in de hoop dat die zou gaan uitbotten.

Op het wandelingetje dat ik sinds de lente is losgebarsten dagelijks maak, zijn in het gras langs het pad enkele maanden geleden ongeschaafde 2 meter gezaagde stammen geprikt, ongeveer 15 meter uit elkaar. Ik weet dat er over het natuurbeheer van die berm wat commotie was en ook dat die commotie met een belofte van de gemeente gesust was. Ik kon mij alleen niet voorstellen dat die ongeschaafde stammen, waarvan er enkele ondersteboven waren geplant, serieus de oplossing waren waarmee commotie gesust kon worden.

Maar een ondersteboven geplante ongeschaafde 2 meter gezaagde stam is wel natuurbeheer, want ook die stam bot uit. Wie zich zorgen maakt over het milieu onderschat - volgens mij - de botte kracht van dat milieu. Ik haal gauw de stoelen binnen, voordat die ook gaan uitbotten.

woensdag 22 april 2009

de alleshakselaar

Afgebeeld is de Saelen Viper 40 DRI, bijgenaamd de alleshakselaar. Nou ja, alleshakselaar: hij hakselt alleen hout, eigenlijk. En zelfs dan geeft dat snelle slijtage aan de messen, want hakselen doe je met messen. Er komen ook hamers aan te pas, maar wat die precies doen, dat weet ik niet.

Bijvoorbeeld vanwege de herrie die het geeft houd ik niet zo van hakselen. Maar ook omdat ik die rare snippers niet mooi en zelfs onsmakelijk vind. Ik houd best van natuur, maar niet van het type natuur met houtsnippers en schelpenpaadjes erin. Het lijkt dan verdorie wel een museum: de houtsnippers en de schelpenpaadjes zijn bedoeld voor de mensen, en let op: alles wat niet gehakseld is, dat is dus de natuur. Dat dat even duidelijk is.

De hakselsnippers heten natuurlijke onkruidbestrijders te zijn. Ik wilde mijn commentaar hierop beperken tot het cursief afdrukken van het woord 'natuurlijk', en vervolgens benadrukken dat ik liever zag dat er iets anders met die houtsnippers gebeurde. Ik kan wel honderd dingen verzinnen.

dinsdag 21 april 2009

opslag


Als energie niet schaars zou lijken, dan zou niemand zich er druk over maken. Maar de werkelijkheid is: er is altijd wat. 's Nachts is het te koud, 's zomers is het te warm, in het noorden is het te koud, enzovoort. Je moet je steeds verplaatsen; ziedaar energie probleem nummer één. Of je moet de energie sparen, opslaan, gespreid uitzetten, liquide maken, enzovoort. Het lijkt wel geld!

(Met geld kan ik niet zoveel. Ik heb bij geld het onterechte gevoel dat het belangrijk is, terwijl dat toch eigenlijk niet kan. Wat kun je nou met geld? Je kunt het niet eten, je kunt er niet in wonen, je kunt je er niet in verplaatsen, enzovoort. Dat ik nu op een speelse manier aan het nadenken ben over energie, maakt de weg voor mij vrij om later op een speelse manier na te denken over geld. Dan ga ik geld sparen, opslaan, gespreid uitzetten, liquide maken, enzovoort. Moet je dan eens opletten!)

Energie opslaan zou niks moeten kosten. Dit is mijn ontwerp: een draaiende, hete methaantank. Liquid Natural Gas op hoge temperatuur in en vliegwielvormige tank, optimaal geïsoleerd opgehangen in wrijvingsloze lagers. Kan ingebouwd worden in elk industrieel monument dat om een nieuwe bestemming schreeuwt.

maandag 20 april 2009

vlag

Ik was onderweg naar de grote kudde windmolens die zich op het oog ophoudt in de Uithuizerpolder. Bij heel erg helder weer staat die kudde soms bij ons aan de horizon. Onderweg, op de fiets noordelijk van Warffum, trof ik één eenzame metalen fakkel aan, tussen het jonge graan. Ik was nogal verrast, want ik dacht dat gaswinning ook alleen in groepen gebeurde, net als bij windmolens.

Het is net als wanneer de koningin thuis is: dan wappert de vlag. Op deze gasput wapperde een oranje vlag van vuur. Hij werkt, concludeerde ik. Niet zo'n demonische vlam als op het plaatje, maar gewoon een rustig waakvlammetje van anderhalve meter hoog.

Affakkelen is verboden in de Europese Unie, lees ik net op Wikipedia. Ik vermoed dat het dan dus ook verboden is om na te denken over het nuttig gebruiken van de warmte die ontstaat bij het affakkelen. Want je zou daar toch wel iets mee moeten kunnen, met dat licht en die warmte van daarboven?

vrijdag 17 april 2009

gras (2)


In Hiddingezijl zag ik vandaag de eerste koeien van het jaar. Misschien waren ze alweer aan het weiland gewend, want hun gang zag er even routineus uit als midden in de zomer. In de weilanden rond ons huis zijn nog geen koeien, maar het gras staat er hoog, en het golft in de wind als een groot groen meer.

Drie weken zonne-energie aan mijn voeten. Als de koeien dat opeten en als wij van delen van die koe vervolgens kooldioxide maken, dan heet dat de korte cyclus. Dit ter onderscheid van de lange cyclus, waarbij we van een tot aardolie vergane koe van twee miljoen jaar geleden kooldioxide maken. Kooldioxide van de korte cyclus heet niet schadelijk te zijn voor het milieu, maar die van de lange cyclus wel.

Ik heb zojuist een nog kortere cyclus geprobeerd, door de hele koe uit de cyclus weg te laten. Eerst ben ik er eens tussen gaan zitten, tussen de sprieten. Ze glanzen in de zon, erg smakelijk. En ze zijn ook smakelijk! Zoet, wel een beetje als melk. De uilenbal die ik overhield heb ik uitgespuugd.

donderdag 16 april 2009

Barbapapa

Zo'n boerenbedrijf is een hoop techniek. Ik geloof eigenlijk niet dat boeren dat allemaal uit vrije wil doen: de civiele techniek van de sloten, de procestechniek met alles wat die beesten afscheiden, de mechanica van het ploegen. Het lijkt alsof het niet anders kan. Het lijkt alsof er ook maar één technisch-bedrijfskundig model is: schaal vergroten en mechaniseren.

Op de oprijlaan van een boerderij waarvan ik me soms afvraag of de boer gelukkig is zag ik vanmorgen in optocht twee trekkers en een graafmachine rijden. Uiteraard gingen die gewoon grondverzetwerk doen, maar ik zag er meteen de vijanden van Barbapapa in, uit de vroege jaren '70. Ik stond even stil om een laatste blik te werpen op de boerderij, waar toch niks mis me scheen?

Die Barbapapa, hij bedoelde het natuurlijk allemaal goed, maar allemachtig wat een indoctrinerend roze orakel is hij! Dankzij hem kan ik geen schoorsteenpijp, afwaterende pvc-pijp of grondwerkmachine zien zonder me slecht te voelen over de hele mensheid.

woensdag 15 april 2009

lente


Ik ben er al ongeveer twee weken getuige van hoe hier om ons huis heen de biomassa opeens overal uit knalt. De lente heeft mij hier nogal overvallen.

Ik bedoel: zo verschrikkelijk zonnig was het nou toch ook weer niet. Ik waardeer het enthousiasme, maar ik begrijp het toch niet helemaal. In maart hadden we toch ook een paar aangename dagen. En als dat gegroei in dit tempo doorgaat, dan zitten we in de herfst met planten tot aan de wolken. Ik heb in mijn leven alle seizoenen al veertig keer meegemaakt, dus ik wéét dat de groeistuip over een week of twee weer voorbij is. Hoe kan dat? Over twee weken blijft het warmer worden!

Ik weet niet wat de warmte-inhoud van dat jonge spul is, dat zo fris de lente maakt. Het is een hoop water, vermoed ik. Maar in de vergister doen die bloemetjes het heel goed, omdat er geen hout aan zit. Is het niet mogelijk om in warmere streken permanent lente te spelen met de zaden uit ons klimaat? Dan kun je wekelijks malse biomassa oogsten voor de vergister!

dinsdag 14 april 2009

infrarood-plafond (3)


Het lijkt Dutch Comfort leuk om een keer een kantoor in te richten. Het is wel het makkelijkste als de opdrachtgever mij daarvoor de minst gerenoveerde lege ruimte ter beschikking stelt die voor handen is. Het beste is: een oude loods met veel parkeerruimte nabij een bushalte in de buurt van een studentenstad. Dit, met het oog op het personeel.

Het enige wat nodig is, is een goed functionerend infrarood-plafond. Ook als het regenachtig en koud is, is infrarood-warmte genoeg om je behaaglijk te voelen en lekker te kunnen werken. Ik adviseer om aan glazen tafels te werken, zodat de warmte van boven ook door de tafels op benen schijnt.

Dat is het. Dubbel glas is niet nodig, want het is binnen verder net zo koud als buiten. Ik vind het jammer om dubbelglas te weg te gooien, dus een loods graag zonder dubbel glas. Het raam is alleen een windscherm, dat een weldenkend mens dicht doet als het waait. Ook tocht moet vermeden worden; daarom mag het binnen nooit warmer worden dan buiten. Het is dus niet de bedoeling dat het infrarood-plafond de lucht opwarmt. Er is in dit kantoor dus wel dubbel glas nodig; bij het plafond namelijk. Dat dubbele glas moet voorkomen dat het infrarood-plafond de lucht opwarmt.

vrijdag 10 april 2009

messing groef


In de ruïne van een door antroposofen verbouwde keuterboerderij in Friesland zat ik met de optimistische eigenaar naar de plavuizen in de deel te kijken terwijl we de theoretische voordelen van vloerverwarming vergeleken met de praktische nadelen van muurverwarming. Vloerverwarming heeft alleen maar één nadeel, en dat is dat je er niet met goed fatsoen een houten vloer op kunt leggen. En dat, terwijl de mensen die van door antroposofen verbouwde keuterboerderijen houden, vaak óók van houten vloeren houden.

Een klusje voor Dutch Comfort.

De oplossing is het gevolg van een misverstand. Ik probeerde een vloer te bedenken die niet isoleert (zoals hout), maar juist geleidt (zoals metaal). Een gezellige metalen vloer dus. Ik dacht aan de metaallegering messing, omdat ik die associeerde met parketvloeren. De associatie was zo sterk, dat ik het voor met zag: aristocratische visgraatparket, met op de kopse kant van elke plankje een verzonken strook messing. (En dat messing maakte ik warm, bij wijze van vloerverwarming.) Alleen nog een plaatje googlen van die messing groef.
Maar een messing is bij parket helemaal niet een metaallegering, maar de naam van het lipje dat in het gleufje past, als je kliklaminaat legt. En toch: de metaallegering combineren met hout, het is niet mijn smaak, maar het kàn wel.

donderdag 9 april 2009

mobiele mestvergister

Mest kun je mesofiel vergisten, en dat is wat de meeste boeren doen, op hun erf, maar je kunt mest ook thermofiel vergisten, wat niet zo populair is, omdat dat een manier van koken is die een nogal vaardige kok behoeft. Mesofiel vergisten doe je op een laag pitje, op ongeveer 35 graden Celsius. Je hebt er een hele grote pan voor nodig, waar alle mest in één keer in kan, en als je dat een maandje laat pruttelen ben je klaar.

De topkoks van Dutch Comfort werken liever thermofiel. Thermofiel ben je klaar in maximaal twee dagen. Als je dat elke week met je eigen mest doet, heb je uiteraard geen grote pan nodig. De pan moet wel warm zijn: ongeveer 55 graden Celsius. Het komt allemaal iets nauwkeuriger dat bij thermofiel vergisten: de mest moet wel de juiste ingrediënten hebben en de zuurgraad en de temperatuur moeten beheerst zijn.

De topkoks van Dutch Comfort kunnen ook bij u langskomen. Kijk, achterop de vrachtwagen ziet u de vergisters, en voorop staan de vaatjes waarin we de methaan opvangen. Toet-toet!

woensdag 8 april 2009

digestaat


Om mij in te lezen in de mestverwerking ben ik begonnen met een boekje van De Kleine Aarde uit 1975. Echt het type drukwerk dat ik van De Kleine Aarde verwachtte: met gerecyclede inkt op gerecycled papier. Ik hoopte, door de tekst van het boekje te recyclen in Google bij de actuele bronnen te komen, en na twee maanden zoeken is me dat eindelijk, via een omweg, gelukt. De sleutel tot succes is het woord digestaat.

Ik geloof dat digestaat een ander woord is voor verwerkte mest, in vaste of vloeibare vorm. Methaan is volgens mij geen digestaat, omdat het gasvormig is.

Echt een aanrader is digestaat.nl, op het oog een Vlaams initiatief. Daar is echt alles over mestverwerking te lezen, althans, dat denk ik, want in Vlaanderen lijken ze niet aan scrollbars te doen, waardoor ik niet bij de uithoeken van de site kan komen waar ik juist graag kijken wil. Maar hier enkele citaten die ik veelbelovend vind:
stoken op streekhout
biologisch boeren in stadspark
fokken op bedrijfsstijlen
zwangerschapsgymnastiek voor melkvee

dinsdag 7 april 2009

gordijnen

Ik weet niet met welk zintuig ik dit klaarspeel, maar ik kan voelen of een deur, na open geweest te zijn, daarna werd gesloten of niet. Ik voel het waaien, geloof ik. En je kunt het ook horen, natuurlijk. Stilte is geen goed teken, want ik eis dat deuren gesloten worden. Deze gezinsterreur erfde ik via de mannelijke lijn, want ook Hendrik Almekinders, mijn opa, was erg gevoelig voor openstaande deuren.

Er is wel soort natuurkundige verklaring waarom een dichte deur misschien beter is dan eentje die open staat. De warmte immers, die kamerbrede duurbetaalde slaapkop, zou kunnen ontwaken. En als dat gebeurt, is hij meteen op de loop. Warmte moet gevangen gehouden worden. Maar als je ziet met hoeveel tegenzin een rookpluim uit een schoorsteen omhoog kringelt, moet ik mijn gezin gelijk geven, als ze mijn deuren-obsessie niet erg serieus nemen.

Nu ik toch aan het opbiechten ben: ik kan open gordijnen ook helemaal niet verdragen. Niet omdat ik dan in het zicht zit (voor de buizerds en de lammetjes), maar omdat de pikzwarte Groningse nacht mij een zwart gat lijkt. We hebben gordijnen zo dun als papieren servetten, maar ik ben ervan overtuigd dat die de warmte kunnen binnenhouden en het zwart buiten. Zou dat ook zo zijn?

maandag 6 april 2009

nationaal reveil


Deze foto heb ik genomen op de Zuider IJdijk in Amsterdam. Ik fietste over dit wegdek heen en ik was ontroerd door de botsing van verschillende stratenmakersdogma's. Er waren nog meer dogma's, maar mijn telefoon had niet de goede lens om dat lekker in beeld te brengen. Voor elke manier van stenen leggen is wel wat te zeggen, lijkt mij. Doen we het in klezoorverband of in koppenverband? Meestal wordt er een keuze gemaakt. Maar op de Zuider IJdijk lijkt het alsof de stratemakers zonder overleg van verschillende kanten gekomen zijn met hun statenmakersdogma, en toch zo groothartig waren om de ander te respecteren op de manier waarop die blijkbaar de straat wilde maken.

Ieder ander leest erin: wat een rommeltje is dat.

Het zou ook kunnen dat dit rommeltje van stenen en denkstijlen archeologische waarde heeft; dat je als het ware de geschiedenis van de Zuider IJdijk hier kunt lezen. Ik eindig daarom met een pleidooi voor de een nationaal reveil van infrastructureel historisch besef. En niet alleen van wegdek, maar van alle technische memorabilia (gasverlichting, sanitair, isolatiemateriaal, stopcontacten desnoods). Net zo nutteloos als 80 historische windmolens en 200 middeleeuwse godshuizen op het Groningse platteland.

vrijdag 3 april 2009

nieuw-west

Kijk, hier ergens, onder zo'n zonnescherm, komt dutch comfort college. En inderdaad, dutch comfort college is een smakeloze naam. Een naam die niet past bij dit blakende optimisme. Ik sta open voor suggesties.

Sporen van dit optimisme zijn nog terug te vinden, bijvoorbeeld op de Osdorperban, waar deze foto genomen is, precies 48 jaar geleden. Misschien hebben sommige huizen dat fragiele zonnescherm nog, of zijn enkele van de kozijnen nog niet voorzien van dubbel glas. Ik heb deze huizen wel van binnen gezien, en ze zijn verbluffend degelijk gebouwd, met veel liefde voor het detail. Waar die details nog niet zijn vernield door het plakplastic van Portas, of door andere goedbedoelde renovatie, heerst nog de rust en de elegantie van het modernisme. Ik vind die wonderschoon, juist door die kwetsbaarheid.

Het is grappig dat precies tussen dit kwetsbare design ook de kwetsbare mensen wonen. In deze buurt zijn de hangjongeren en de voedselbanken. Hier loopt potentieel talent zich te vervelen tussen uitstekend maar ondergewaardeerd vastgoed. (Dat ik toevallig erg mooi vind, maar dat is particulier.)

donderdag 2 april 2009

held van het moment


Ik ben erg content over mijn werkgever. Mijn werkgever neemt altijd de telefoon aan als ik hem uit Groningen opbel en mijn bizarste verzoeken willigt mijn werkgever in. Heerlijk. Ik heb een heerlijke werkgever.

Vorige week kwam ik L. John Frey, Squadron Leader (RAF Ret'd) en pioneer of the first displacement digester op het spoor. Het enige exemplaar van zijn boek dat ik in Nederland kon traceren (let op: ik hield op met traceren toen ik één exemplaar gevonden had) vond ik in de bibliotheek van de Technische Universiteit Eindhoven. Mijn werkgever heeft ook een bibliotheek, en die bibliotheek leende het boek uit Eindhoven en stuurde het mij toe in noord-Groningen. Helemaal gratis.

L. John is mijn held van het moment. Die zonnebril, die helpt, maar ook de bevlogen stijl waarin hij zijn heldhaftige avontuur met zijn Zuidafrikaanse varkenshouderij beschrijft en de verrukkelijke oplossingen die hij zelf bouwt op het terrein waar ook zijn gezin woont en waar hij de chicken pox krijgt. Als Daniel Dafoe zo geschreven had, had ik Robinson Crusoe misschien gelezen in plaats van alleen maar naar de plaatjes te kijken.

woensdag 1 april 2009

Hummer

Ik was op zoek naar een plaatje van een Hummer, en toen vond ik deze, op de website van de kwaliteitskrant NRC Handelsblad. Het plaatje illustreerde een artikel over corruptie in verschillende landen. Venezuela was erg corrupt, zei het artikel, maar Chili niet. En op een of andere, voor mij onverklaarbare wijze, werd dit geïllustreerd door de blonde vrouw met de zwarte bikini en door de roze Hummer.

Ik begrijp wel dat de Hummer, ondanks zijn zuurstokkleur, gevaarlijk oogt. Als je met die grote wielen door een bloembed rijdt, zijn de bloemetjes overal. Strikt genomen zijn die natuurlijk niet nodig, die grote wielen. Maar soit, wat is er strikt genomen nou wel allemaal nodig, in het leven?

En dan is er het milieu. Ik ken de cijfers niet in detail, maar ik weet wel dat de Hummer geen zuinige auto is. Uit de uitlaat van de Hummer komt meer kooldioxide dan nodig is. De angst is dat door teveel kooldioxide de aarde opwarmt. En dat als dat gebeurt, het permafrost in Rusland smelt waardoor het echt gevaarlijke broeikasgas methaan vrijkomt. En dit is de leuke paradox: als die Hummer op methaan zou rijden zou die het methaanprobleem veel effectiever aanpakken dan die tamme zuinige autootjes. Zo'n methaan-Hummer zou in aanmerking moeten komen voor milieusubsidie.