donderdag 31 december 2009

stinken (2)


Ik heb, niet helemaal uit mezelf, ontdekt dat een duidelijke ordening alles comfortabeler maakt. Gelukkig zijn er in de geschiedenis allerlei handige uitvindingen gedaan om orde te scheppen: zoals keukenkastjes, verhuisdozen, stofzuigers en Microsoft Excel. Waar ik nog niet zo goed in ben, is om al die briljante attributen ook echt goed te gebruiken. Dan moet ik een soort ordelijk improvisatievermogen hebben, anders dan alleen de gedachte dat komt later nog wel een keer.

Ik zie nu in, dat het een beter concept is om regels te verzinnen die onmiddellijk tot een ordening leiden en om die regels aan de mensen in mijn omgeving te vertellen. Bijvoorbeeld: ik ga nu Microsoft Excel in de stofzuiger stoppen. Door het hardop uit te spreken onthoud ik zelf beter waar ik Microsoft Excel gelaten heb, en bovendien kunnen de anderen Microsoft Excel nu ook makkelijk terugvinden.

Sommige uitvindingen zijn nog niet gedaan. Wat ik bijvoorbeeld mis, is een attribuut of een regel die orde schept als mijn spijsvertering helemaal in de war is van de maand december. Natuurlijk, we hebben een wc, maar in december komt daar ook de gassigheid bij. Daarvoor ga ik niet naar de wc, want een scheet kan ik niet doortrekken. De beste oplossing die ik nu kan verzinnen is om in huis leitjes op te hangen waarop ik met een griffel kan aangeven dat ik dáár de scheet gelaten heb. En wie hem niet meer ruikt kan het leitje weer schoonwissen.

woensdag 30 december 2009

hulp

Ik heb een hele familietak vrouwen te logeren die me allemaal neef noemen en die helpen in huis. Wat ze doen mogen ze zelf verzinnen, en daardoor is de meeste energie in de wc's gestoken. Daar is het kalk van de potten gebikt, daar zijn de plafonds en de muren geverfd en er is gesopt. Tenslotte zijn de vloertegels in de olie gezet.

Dat is wat, de vloertegels in de olie! Ik zou daar zelf nooit opgekomen zijn. En ik was ook vergeten hoe een echt schone wc, die met echte ijver en met natuurlijke schoonmaakmiddelen aangepakt is (reken ongeveer anderhalf uur per wc) een plek van liefde kan zijn. (De gasfles staat nu in de gang.)

Ik ga er soms even zitten. Wat ruikt het er ook lekker! En wat is het dan jammer dat menselijke uitwerpselen zo stinken.

dinsdag 29 december 2009

stinken


Ik heb een heel werkbare manier ontdekt om me kleden. Ik draag altijd onderbroek, broek, sokken en T-shirt (met lange mouwen). Soms ook nog hemd, schoenen en een trui, maar dat alleen als er kans bestaat dat ik naar buiten moet. En desnoods nog een jas met accessoires die zijn toegerust op guur weer. Hemd, onderbroek en sokken verschoon ik dagelijks, uit gewoonte. Het T-shirt soms dagelijks, soms eens in de twee dagen. Mijn streven is om bovenkleding alleen te verschonen als dat nodig is. Bij een broek is dat als er vlekken op zitten, bij het T-shirt als die stinkt. Onder mijn oksels, om precies te zijn.

Sinds eerste kerstdag bezit ik een nieuw T-shirt. En sindsdien heb ik die aan (overdag). Dit is dus al de derde dag dat ik aan de oksel van het T-shirt rook om te beoordelen of het nog een dag zou kunnen, en elke nieuwe kerstdag kon het weer (ik heb een erg gevoelige neus).

Dat mijn werklucht niet wordt opgenomen door nieuwe kleding heb ik met al mijn nieuwe T-shirts ervaren. Ik denk dat ik weet hoe dat komt: het textiel van nieuwe kleding is nog glad, terwijl het textiel van gewassen kleding, door het wassen en centrifugeren en drogen in de droger ruw geworden is. En aan ruw textiel wil alles wel hechten. Vlekken, en wat uit mijn oksels druipt als ik mij opwind. Mijn goede voornemen voor 2010 is: de oksels van mijn T-shirts voortaan glad ga strijken.

maandag 28 december 2009

gezelligheid

Op zaterdagavond, precies toen alle hertenbiefstukken rosé waren, was de gasfles leeg. Ik was daar al bang voor geweest, maar naast alles wat we moesten doen om veilig te zijn als kerst begint, was ik de gasfles vergeten. Gelukkig hebben we een elektrisch fornuis, dus het feestmaal van de tweede kerstdag bestond uit enkele overschotels. Ik heb hier de autarkie wel eens geromantiseerd, maar dat neem ik allemaal terug. Autarkie is heel onplezierig, als je zonder gasfles zit.

Inmiddels heb ik twee nieuwe gasflessen in huis gehaald: één voor aan het fornuis en de andere voor als de ene leeg is. Op tweede kerstdag kon mijn vaste adres, een benzineboot aan de Zuider IJdijk, mij die flessen niet verkopen, want op die dag waren ze alleen open voor de scheepvaart en niet voor de wal, maar vandaag werd ik zomaar vriendelijk geholpen. Ik kreeg zelfs een bon mee, waarmee ik het statiegeld van de gasfles kon terugvorderen, wat bij de vorige gasfles nog absoluut uitgesloten was. Zelfs als ik een rechtszaak zou beginnen zou de Shell die nog winnen, werd er toen bij gezegd.

Voor de ene gasfles is een keukenkastje ontworpen, maar voor de andere gasfles niet. Shell parkeert gasflessen - weliswaar achter een hek - gewoon langs de IJdijk, en propaangas levert, volgens het etiket, geen enkel gevaar voor het milieu. Ik durf toch die fles niet in de tuin te zetten. Daarom staat hij nu op de wc. Nu nog op zoek naar en Spakenburgs breiwerk voor om de schonkige fles: dan wordt het echt gezellig op de wc.

vrijdag 25 december 2009

vloerbedekking


De vloerverwarming zelf: erg aangenaam. Ik heb me er nog niet aan gebrand, en zelfs als ik het zou willen zou ik niet weten hoe dat zou moeten. De warmte is overal egaal verdeeld, als op een windstille zomerdag in de schaduw van een boom. Erg aangenaam, zoals ik al zei. Prettig, ook, en vooral: aangenaam.

Alleen, het moet bedekt worden. Niet omdat ik het kale beton niet mooi vind (ik vind het kale beton juist erg mooi; zeker als het enige jaren in gebruik is krijgt het een erg diepzinnig patina), maar omdat de dekvloer die het slijtgevoelige zandcement waar de vloerverwarming in gedrenkt is bedekt onophoudelijk stoffig blijft. Stoffig, van nature. Deze dekvloer verstoft in het soort stof dat hardnekkig aan schoenzolen hecht en tenslotte aan het tafelkleed, aan de wc-bril, aan de kaas, aan het dashboard van de auto en aan het comfi vest van mijn schoonmoeder. Van nature.

Een buurman-muzikant heeft zijn vloerverwarming bedekt met een geluidsisolerende vloer. Maar geluid wordt ongeveer op dezelfde manier geïsoleerd als warmte. Het effect was niet dat zijn huis kouder werd, maar dat de vloerverwarming veranderde in plafondverwarming (van de verdieping eronder). Waar ik nu dit stukje schrijf, dat wordt mijn kamer. Dit wordt de plek waar ik mijn stofhechtende patinaversneller op de dekvloer ga ontwikkelen.

donderdag 24 december 2009

vloerverwarming (3)

Ik wil hier alleen maar even kwijt dat vloerverwarming erg aangenaam is. Bij ons exemplaar klinkt er inderdaad wat gezoem, althans in de kamer waar ik dit nu zit te schrijven, maar daar staat tegenover dat vloerverwarming dus erg aangenaam is.

Wij hebben onze installateur niet precies goed verteld hoe we de keuken bovenop de vloerverwarming gingen bouwen: op de bouwtekening stond een U-vormig aanrechtblad met een inbouwfornuis, we hebben dit uitgevoerd als een vrijstaand fornuis met twee parallelle aanrechtbladen. Maar onder een aanrechtblad leggen installateurs geen vloerverwarming aan; Hulst Flier Installateurs uit Elburg levert vakwerk. Op de plaats waar wij uiteindelijk géén aanrechtblad maakten is dus nu geen vloerverwarming. Ik sta op nu voor mijn favoriete plekje aan het aanrechtblad (bij het fornuis, een belangrijke la en het gootsteen) liever op één been, om niet één zeer koude voet te krijgen, eind december.

Ik moet deze dagen lampen ophangen aan de plafonds die door onze stukadoors prachtig egaal wit gestuukt zijn. Ik doe dat met lichte angst dat ik per ongeluk van onderaf met de klopboormachine de vloerverwarming lekprik.

woensdag 23 december 2009

herfst


Ik ben zo ontwikkeld, dat ik altijd in staat ben om blij te zijn met het weer. Mijn gezinsleden zijn iets eerlijker; die houden openlijk van maximaal drie seizoenen: van de winter, de lente en de zomer. Mijn kinderen houden niet van de herfst; mijn vrouw houdt bovendien ook nog niet van de winter. De kou van kou wordt voor mijn kinderen goedgemaakt door het spektakel van sneeuw en ijs.

Maar inderdaad, in de herfst is er zelden sneeuw en ijs en verder is het guur. In november kun je niet meer in een korte broek fietsen.

Is er niet een volkssport te verzinnen die gebruik maakt van herfstweer? Natuurlijk is ijs spectaculair, maar storm biedt toch ook mogelijkheden? Of smeltende, lichtbruine sneeuw? Of rottende herfstbladeren? Alleen dat je er nat van wordt, dat staat alle nieuwe recreatie in de weg.

dinsdag 22 december 2009

waterstof

Ik wil iemand graag bewonderen als denker en filosoof, als die in allerlei willekeurige feiten een samenhang ontdekt. Ik wilde hier een verwijzing toevoegen naar het weblog van Peter Bekkers, waar vorige week nog zo'n leuke ontdekking op stond, maar Peter vond hem zelf misschien niet leuk genoeg. Hij is de hoofdredacteur van zijn eigen blog proefstation.blogspot.com.

Iemand op televisie had ontdekt dat de mens gaande de geschiedenis langzaamaan het koolstof uit zijn brandstof aan het werken is: van het koolstofrijke sprokkelhout en steenkool, via aardolie en aardgas naar pure waterstof, het enige molecuul uit de koolstofchemie zonder koolstof. Want de waterstofmoleculen, die zijn de brandstof van de toekomst. Misschien, als we goed zoeken, vinden we nog een waterstofbel onder een onrendabele provincie van Nederland, zoals het gas van Slochteren het failliet van de provincie Groningen nog enkele decennia heeft kunnen uitstellen.

Ik vind het zo jammer dat iedereen dat waterstofgas zo graag in een brandstofcel wil stoppen (om er elektrische stroom uit op te wekken). Vermoedelijk kun je van diesel en lpg geen elektriciteit maken, zoals dat met waterstof schijnbaar erg makkelijk gaat, maar mijn eerste gedachte bij een brandstof is dat je het verbrandt. Bijvoorbeeld in een motor. Waterstof in de tank en prt-prt-prt, knort het verbrandingsmotortje tevreden. Volgens mijn collega G, die monteur is geweest in de racerij is dat niet rendabel. Zegt hij, zonder sentiment.

maandag 21 december 2009

technische mannen


Toen het huis hier nog onverwarmd was en de herfst dreigde in te vallen, wendde ik met tot de vakhandel. Gereedschapswinkel de Haan had ik daarvoor uitgekozen, op Gerard Doustraat 62-64 in Amsterdam om precies te zijn. Ik geloof niet dat mijn vraag onbeleefd was; ik vroeg: Ik wil graag een elektrisch straalkacheltje kopen. Verkoopt u die? En de Haan zei: Je ken ook meteen je vingers in het stopcontact steken, want daar krijg je het ook lekker warm van.

Ik geloof dat er niks mis mee is dat ik nauwelijks iets gevats wist terug te zeggen, en dat ik niet boos werd of me een sufferd voelde. Een beetje verbaasd, dat wel. En ik heb het voorval erg goed onthouden.

Hier volgt een korte verklaring over technische mannen. Technische mannen zijn zeer eenzaam en kunnen blaffen en bijten. Laat dat niemand ervan weerhouden om toch van technische mannen te houden. Om, als je een metselaar of een landmeter of een technisch bedrijfskundige in een Audi ziet, die te omhelzen en te zeggen: Ga je mee een ijsje eten? Ik tracteer vandaag!

vrijdag 18 december 2009

doortrekken

Sinds ik de veertig gepasseerd ben, ben ik zonder spijt oprecht nieuwsgierig hoe mijn lichaam dat zal gaan doen: aftakelen. Ik roep al tien jaar dat ik geen achttien meer ben, dus ik heb me al op dit spannende proces voorbereid. En de eerste tekenen zijn er: de dorheid van mijn kruin en de trage doorstroming in mijn urinebuis.

Toen in de Hojelkazerne in Utrecht onderzocht werd of ik geschikt was om de dienstplicht te gaan vervullen, moest ik ook in een japo plassen (ik vermoed dat een jampot in krijgsmachtjargon een japo heet). Om mij en mijn nerveuze peers aan te moedigen dit samen te doen, op het gemeenschappelijke kazerne-urinoir, liep er een kraan, met inspirerend geklater. Dat geklater hielp ons echt om iets in de japo te krijgen.

Als ik nu - als veteraan - na ruim twintig minuten geduld van de wc opsta en doortrek, klinkt er wéér inspirerend geklater. Mijn wc trekt door met het geluid dat erg veel lijkt op het ruisen van de kraan in de Hojelkazerne. Er is nu dus ook een ergonomische reden om bezwaar te hebben tegen het gebruik van (drink)water voor het doortrekken van de wc.

donderdag 17 december 2009

ode aan de fiets


Ongeveer vijftien jaar geleden gaf ik de opdracht aan mijn nichtje om mij, als zij mij ooit zou tegenkomen op een fiets, van die fiets te duwen en het rijwiel in de gracht te gooien. Ik had een hekel aan fietsen.

Zadelpijn, kouwe handen, kwetsbare banden, wielen in de tramrails, bekeuringen voor roekeloos rijden, ongelukken met materiële en persoonlijke schade, ... ik had allerlei redenen om een hekel te hebben aan fietsen. Mijn grootste bezwaar was dat ik te vaak na een wandeling me terug thuis herinnerde dat ik op de heenweg was gaan fietsen.

Ik heb mijn verzet opgegeven toen ik enkele dagen geleden gecharmeerd werd door een ligfiets met drie wielen, waardoor ik ingehaald werd, terwijl ikzelf op mijn herenrijwiel reed. Door het kleine frontale oppervlak ging die ligfiets inderdaad hard en je zou 'm ook nog kunnen motoriseren... Maar voor de korte eindjes in de stad, en met name in de fietsenrekken is een fiets, echt waar, het allerbeste.

woensdag 16 december 2009

speelgoed

Ik stam uit een ingenieursgeslacht. De zeventiende-eeuwse watermolen waar je in het openluchtmuseum zelf papier kunt maken is de watermolen van Marten Orges, van wie mijn moeder direct afstamt. Alle broers van mijn moeder zijn en waren ingenieurs. Om raadselachtige familieredenen is de stoommachine waarmee zij als knapen speelden bij mijn moeder terechtgekomen. Ik heb thuis die stoommachine ook wel eens in werking gezien.

Ik weet niet wat je leert van een stoommachine, maar dat een stoommachine een manier is om jongens tot ingenieur in de warmtetechniek te intimideren, dat geloof ik wel.

Ik zelf had graag gespeeld met het echte materiaal, op schaal. Ik bedoel: van kleine baksteentjes zelf een huis metselen, dat met miniatuurstuuk echt stucadoren, nadat daar minuscule stopcontactjes en dakgootjes en gietvloertjes in aangebracht waren. Dit betoog moet duidelijk maken waarom ik de opzetstukjes die bij de rietjes van Chocomel en Fristi geleverd worden zo leuk vind.

dinsdag 15 december 2009

vloeibaar behang


Passend bij het formaat van onze woonkamer en bij de kortste afstand vanaf de bank, is er voor ons nieuwe huis een nieuwe televisie aangeschaft. Die is enorm (het grappige is dat het voor de prijs eigenlijk niet uitmaakt of de televisie enorm is of van traditioneel formaat). De beelddiagonaal is meer dan 1.20 meter. Bij de nieuwe televisie hoorde een doos die - uiteraard - nog groter was. Ik was in de verleiding om die doos te bewaren, omdat het geweldig speelgoed is en omdat de televisie daarin, bij een volgende verhuizing, verpakt kan worden, maar eergisteren heb ik 'm toch naar het oud papier gebracht, omdat in een huis zonder rommelzolder geen plaats is voor sentimenten.

Allemachtig, wat was die doos groot! Eerst sleepte ik 'm achter me aan, maar ik was bang dat dat een spoor achterliet in onze keurige buurt, dus toen ben ik 'm gaan optillen. En de handigste manier was toch: over mijn hoofd. Ik keek door het handvat en zag in een spiegelende ruit dat ik eruit zag als een wandelende doos.

Binnen in de doos rook ik weer hoe leuk het was om te spelen met een grote doos. Mijn eerste eigen huis was uiteraard een grote doos, toen ik zes was. Gelukkig, las ik ergens, is er nu vloeibaar behang. Ongetwijfeld gaat een huis daarvan ook lekker naar kartonnen doos ruiken.

maandag 14 december 2009

in de schouw

Mijn vriend Ongereguleerd, die zegt hiervan de ballen verstand te hebben, weet wel wat het grootste obstakel is van een accupakket: bij het op- en afladen van de cellen gaat energie verloren. Het is dus de vraag, of het prijsverschil tussen dag- en nachtstroom wel wordt terugverdiend, als ik een accupakket daarmee wil terugverdienen.

Eerlijk gezegd kan mij dat niet zoveel schelen, omdat het accupakket alleen maar de eerste stap is. Als ik het accupakket heb klaarstaan, kan ik alle energie die ik produceer, met mijn wakrako, mijn windmolen, mijn zonnepaneel of een andere uitvinding die ik nog ga doen, daarin elektrisch opslaan, zonder dat ik daarvoor eerst door Liander op Liander-voorwaarden en met Liander-dienstverlening op het Liander-net moet worden aangesloten. Het accupakket maakt mij vrij!

En waarschijnlijk is dat zo, dat bij het op- en afladen van de cellen energie verloren gaat. Verloren betekent hier: bij het op- en het afladen wordt het accupakket warm. En daarom wil ik het accupakket mooi verpakken (bijvoorbeeld zoals afgebeeld), zodat het behagelijke accupakket in de woonkamer neergezet kan worden op de plaats in de marmeren schouw, die vrijkwam toen overal centrale verwarming werd aangelegd.

vrijdag 11 december 2009

accupakket


Ongeveer een week geleden kregen we de eerste energie-rekening van onze energieleverancier. Met het cursieve onze probeer ik aan te geven dat de liefde tussen mij en Nuon niet helemaal wederkerig is. Nuon houdt van ons, maar ik niet zo erg van Nuon. Nuon heeft ons klem.

Ik betaal het allemaal maar, omdat er weinig anders opzit, maar ik neem mij voor om me de volgende keer niet zo te laten fucken door de hoge heren van de (vrije) energiemarkt. En ik neem mij voor dat Dutch Comfort u allen gaat helpen om u te bevrijden van verkrachting door uw energiebedrijf.

Het moet er dus snel komen, Dutch Comforts webwinkel, waar u goedkoop de spulletjes kunt kopen om zelf de leiding te nemen over uw goedkope en energieneutrale comfort. En laat ik eens beginnen om dat fascistische nachttarief te tackelen: met een accupakket dat de nachtstroom opslaat voor het gebruik overdag. Dutch Comforts goedkope alternatief voor de slimme meter.

donderdag 10 december 2009

slappe grond

De opleiding ED&I, waar ik dus werk, is tijdens mijn verlof - vorig schooljaar - veranderd. Eerst zag ik dat niet, doordat dezelfde planten met dezelfde bruine blaadjes nog op dezelfde plaats stonden. Maar nu, dik vier maanden verder, vind ik dat de opdachten veel interessanter dan toen ik vertrok. Al die energietechniek opeens!

De eerste opdracht voor eerstejaars ging over een windmolentje, de tweede opdacht is het schrijven van een energie-advies voor een gemeente naar keuze. Het leuke vind ik dat ik, dankzij de projectgroepen die ik begeleid, opeens ga nadenken over gemeenten als Waterland, Maarssen en Velsen.

In Maarssen is nog wat veeteelt, naast een hoop moerassig natuurschoon. Ik zeg: mest-vergisting. In Velsen (IJmuiden) mondt het Noordzeekanaal uit in zee. Als het water uit dat kanaal echt stroomt, dan moet er in Velsen misschien maar een blue-energycentrale komen. Maar, wat moeten we met Waterland? Zuchtende grond is het, die elk moment dreigt te overstromen. Dat land is echt waterland; zonder water erin zinkt het onder water (denk ik). Is met die unieke Waterlandse eigenschap niet iets creatiefs te verzinnen? En dat noemen we dan: silver energy.

woensdag 9 december 2009

isoleren


Vandaag kwam Dirk stukadoren. Dirk zou mijn tweelingbroer kunnen zijn, van wie ik meteen na onze geboorte gescheiden werd. Dirk groeide op in Volendam en werd van de MTS afgeschopt omdat hij - naar eigen zeggen - te goed was in wiskunde. Vervolgens werd hij stukadoor, met passie. Dirk is net zo oud, lang en mager als ik. Hij is de oudste van het stukadoorsbedrijf en hij wil tot zijn tachtigste doorwerken, omdat hij wil breken met de Volendamse mannentraditie om drie maanden na pensionering op vijfenzestigjarige leeftijd te sterven.

Dirk en ik kwamen aan de praat. Over gevelisolatie bijvoorbeeld, waarin Dirks bedrijf KOMO-gecertificeerd is. Dirk vertelde dat het een populaire en effectieve manier van isoleren is, om isolatiemateriaal aan de buitenkant van de gevel aan te brengen met daaroverheen een harde laag (zodat het aanvoelt als een muur). Het huis wordt daardoor aan alle kanten pakweg twintig cm groter. Dat schijnt te mogen en daartoe worden zelfs bouwvergunningen afgegeven bij renovatiewoningen.

'Waarom is dat beter?' voeg ik, 'Het maakt toch niks uit, of het aan de binnen- of aan de buitenkant zit?'
'Nou Rik, ...', zei Dirk, 'Dat moet jij toch begrijpen?'
Daarna zweeg ik, want tweelingbroers zouden elkaar inderdaad woordenloos moeten begrijpen.

dinsdag 8 december 2009

exit windmolen Rrrraps!


Binnenkort komen de stukadoors de kamer stukadoren die nu helemaal vol staat met de spullen die ik en mijn gezin al minstens zes jaar verhuizing na verhuizing met ons mee slepen. Elk gebruiksvoorwerp wordt daarbij genadeloos op zijn actuele nut beoordeeld, ook de onderdelen die vier maanden geleden op het dromerige platteland - waar ruimte en tijd ruim voor handen zijn - nog het windmolentje Rrraps! van mij en Ongereguleerd hadden moeten worden.

Vijf slakommen aan een bureaustoel bevestigen is een hoop werk en een armetierige windmolen. Ik was hier in de herfst begeleider van vier eerstejaars projectgroepen, die allemaal een opvouwbare windmolen moesten ontwerpen. Zij hebben zich allemaal beter in windmolens verdiept dan Ongereguleerd en ik deden. Zij zijn er allemaal achter gekomen dat het uitvergroten van een windmeter (vijf slakommen op een IKEA-stoel), niet rendeert.

Deze windmolen rendeert wel. Hij is niet gemaakt door een van mijn groepen, en ik vind 'm geweldig. Hij is van spinakerdoek en hij kan uit elkaar genomen worden tot een heel handzaam pakketje. IKEA kan 'm zo in productie nemen.

maandag 7 december 2009

exit mobiele mestvergister


Het is hier al een tijdje stil rond de mobiele mestvergister, en dat komt door Ouwehand, Papa, Gilijamse en de Geus. Door hun boek Toegepaste Energietechniek deel 2 om precies te zijn. Het boek dat ik op 16 oktober nog afserveerde als een boek dat niet effectief is voor mij.

Ik had al vooruit gebladerd; op pagina 226 staat: Voor mesofiele anaërobe vergisting ligt de verblijfstijd tussen 25 en 40 dagen en voor het thermofiele proces tussen 15 en 25 dagen. Dat is veel langer dan de 21 uur die ik - echt waar, alleen weet ik niet meer waar - bij verschillende bronnen had menen te hebben gelezen. En een minimale verblijfstijd van vijftien dagen in de vergister is niet effectief voor de mobiliteit. En dus niet voor mij.

Ik ben me er opnieuw van bewust dat ik een lichte vorm van dyscalculie heb. En van een even lichte vorm van dyslexie, waarvan ik Ouwehand, Papa, Gilijamse en de Geus toch niet de schuld kan geven. Daarom ga ik, weliswaar met een zucht, Toegepaste Energietechniek deel 2 maar weer lezen.

vrijdag 4 december 2009

snelweg

Weer een hele week van slag door De Volkskrant die ik maandag gelezen heb. Ir Francine Houben wordt daarin bijvoorbeeld geëerd, van wie gezegd wordt dat zij tien jaar geleden de esthetiek van de snelweg ontdekt heeft. Is dat echt pas tien jaar geleden? Ik herinner me een tentoonstelling in Wenen, waar een Nederlands architectenbureau de esthetiek van de snelweg ontdekt had, en dat was echt ver voordat ik verloofd was, daar in Wenen.

Ik sliep vannacht in een kamer aan de voorkant van mijn nieuwe huis, dat dichterbij een snelweg staat dan alle huizen die ik hiervoor bewoond heb. Ik hoorde vannacht de A10-oost. Met een beetje fantasie klinkt de A10-oost als een kabbelende rivier. Een speelse rivier, want soms is er een toeter, wat een verrassend geluid is, bij een rivier.

Wonen bij een rivier is goed voor de chi, volgens de feng shui, zeker als die rivier je huis als het ware omarmt. Ik voelde vannacht een grotere onrust dan die keren toen bij of langs een rivier liep. Ik denk dat de komt, doordat een echte rivier maar één kant uit stroomt. Memorabel moment: vandaag is de dag waarop ir Rik Almekinders de eenrichtingssnelweg ontdekte.

donderdag 3 december 2009

tocht


Ons huis is het laatste dat gebouwd is in de rij geschakelde herenhuizen van de Cornelis Zillesenlaan. De opdracht van de gemeente was duidelijk: de huizen moeten zelfstandig staan. Hoe geschakeld het er van buiten mag uitzien, de huizen zijn in werkelijkheid volledig vrijstaand. Begrijpelijk dat de bouwers ook echt een vrijstaand huis van het onze gemaakt hebben. Tussen ons en de buren zit een steegje van pakweg een decimeter breed.

Ik vind dat wel wat, dat steegje. Het is het barstje in de façade, het gat in de dijk, de scheur van hoop in de Berlijnse muur. Mijn buurman zei: straks komt er allemaal ongedierte in; vleermuizen ofzo... Vleermuizen! Gaaf!

Maar deze steeg moet dicht van de gemeente. En het is ook beter voor het huis, zegt de aannemer. In zo'n gleuf ontstaat koude en krachtige tocht, zelfs op windstille dagen. Die tocht is kouder dan de buitentemperatuur waardoor water in de muren ter plaatse kan condenseren en zelfs bevriezen. Dat is niet goed voor de muur van onze semi-vrijstaande villa. Maar toch: tocht, ... ik schrik op windstille dagen in de zomer altijd erg van het geweld waarmee deuren die tegen elkaar opengezet zijn dicht kunnen smakken. Dus die tocht, die je met een gleuf gratis kunt opwekken, waarom daar geen windmolentje in gezet?

woensdag 2 december 2009

straatverlichting

(door Peter Bekkers, hoofdredacteur van From Product Design Daily)

Ik wilde het eigenlijk hebben over de stad Helsinki, waar ik nog nooit geweest ben, maar vannacht kwam ik mijn straat inrijden, na een lange werkdag, en toen zag ik opeens iets opzienbarends.

Aan het begin van de straat hebben ze duurzame ledlampen in de straatlantaarns gedraaid. In plaats van de oude vertrouwde gelige straatverlichting, is er nu opeens een venijnige blauwe gloed aan het begin van de straat. We hadden er een brief van de gemeente over gekregen, herinnerde ik me opeens, maar zoals dat gaat met brieven van de gemeente die niet over gemeentebelasting gaan: je gooit ze weg. Met brieven van de gemeentebelasting kun je dat beter niet doen, trouwens. Je hoeft ook weer niet meteen te betalen, maar weggooien is gewoon niet slim. Er volgt herinnering op herinnering, en voor je het weet is wat ooit een verwaarloosbare kostenpost was, uitgegroeid tot een astronomisch bedrag. Dit terzijde.

Een venijnige blauwe gloed dus. Maar ik zag nog iets. Het is moeilijk onder woorden te brengen, maar anders dan de oude verlichting, die nogal diffuus is en alle kanten op schijnt, leggen die ledlampen een mooi sneeuwtapijtje van licht op de straat. Ik heb er een foto van genomen, maar daar kun je het helaas niet goed op zien (die blauwe vlekken in de verte – dat is het ledlicht). Maar het is mooi, het begin van de straat is erop vooruitgegaan. En het is ook helemaal niet zo'n venijnig blauw, bij nader inzien.

dinsdag 1 december 2009

urinoir


Dit is het urinoir dat het dichtste bij mijn werkplek is. Dit urinoir kies ik, als ik onder werktijd moet urineren. Ik ben er tamelijk tevreden mee. Dat komt vooral door de afmeting ervan en door de degelijkheid. Het urinoir doet me denken aan het dashboard van de Mercedes-Benz (uit het geboortejaar van mijn vrouw) die ik korte tijd bezeten heb: die royale Wirdschaftwunder-luxe.

Dat zou goed maken dat het natuurlijk bespottelijk is, dat mannen in een urinoir moeten pissen. Wat is dat voor vernederend idee? Waarom mogen wij geen deur, en waarom worden we gedwongen om tijdens het klateren, of wat daarvoor doorgaat, gesprekken aan te knopen met de andere mannen in de ruimte?

Waar ik het over had kunnen hebben met de andere mannen in de ruimte de afgelopen twee jaar hier, is dat ik dit urinoir eigenlijk niet begreep. Dat chromen rondje in het midden, ter hoogte van mijn navel, is dat nou een sensor die de automatische spoeling in werking stelt? Nee, blijkt: dit urinoir (en het buururinoir meteen ook maar) spoelt door met dat pedaal, onder op de foto.

maandag 30 november 2009

akoestiek

Inmiddels wonen mijn gezin en ik in de woonkamer van ons nieuwe huis. En met wonen bedoel ik: we eten er (de keuken is annex) en we zitten er op de bank. Dat kan, omdat de vloer er nu geschilderd is, de wanden en het plafond gestuukt en gesausd. De bank kan dus voorlopig blijven staan en andere meubels ook.

De stukadoors hebben het, ongeveer een maand geleden, in een razend tempo onwaarschijnlijk glad gestuukt. Iedereen, ook de mannen die het huis intussen aan het afbouwen waren, was daarvan onder de indruk. Zo glad! En zo snel!

In de woonkamer kunnen we dus eten en op de bank zitten. We kunnen er alleen niet met elkaar communiceren. Mijn vrouw en ik praten te snel, mijn zoon gilt te hoog en te hard en mijn dochter praat te zachtjes. In een lage kamer met schilferig behang is dat niet erg, maar door onze prachtige keiharde nieuwe muren kan ik niemand meer verstaan. Het internet zegt dat piramideschuim ook erg decoratief is.

vrijdag 27 november 2009

ED&I


Ik werk al bijna vier jaar bij de Hogeschool van Amsterdam. Ik ben daar destijds zonder erg veel passie bij een willekeurige opleiding begonnen als docent natuurkunde. Die opleiding heet Engineering, Design en Innovation, wat ik nog steeds een nogal bombastische naam vind. Bij die opleiding werk ik nu nog. Van de arrogante carrièreplannen die ik hier bij dit instituut had heb ik weinig terecht gebracht. Gelukkig.

Want je moet er wel even goed en langdurig naar kijken, maar dan blijkt ED&I eigenlijk de leukste opleiding van Nederland te zijn. En dan bedoel ik: wat je er kunt leren is erg leuk. En hoe het gegeven wordt, daar is ook weinig mis mee. En hoewel je het gerust en zonder iemand te beledigen een provinciaalse opleiding kunt noemen, zitten we toch maar mooi in het centrum van Amsterdam. Per ongeluk.

Het leuke van ED&I vind ik, dat je er tamelijk waardevrij leert om dingen te maken. Of het nuttig is wat je maakt, dat mag je zelf beoordelen. Maar dat je het kunt maken, dat is evident. Wat een vrijheid geeft dat!

donderdag 26 november 2009

Utrecht

Het wereldnieuws dringt maar spaarzaam tot mij door. Misschien is het de ontwenning, dat ik over de kleine nieuwtjes die ik per ongeluk oppik, dagenlang loop te tobben (wanneer ik daar tijd voor heb). Dit weekend hoorde ik een nieuwsfragment in de auto, terwijl ik op music that makes me feel good zat te wachten van Sky Radio. Dit was het wereldnieuwtje: de provincie Utrecht wil dat alle woningen in die provincie in 2040 nul-energiewoningen zijn. De woordvoerder werd geciteerd: er is geen subsidie; de subsidie is de energiebesparing die dit oplevert.

Het zal ook de ontwenning wel zijn, dat ik, uit de toon van de nieuwslezer en de stelligheid van de woordvoerder, dit beluister als een bevel. Oef, denk ik dan, ben ik even blij dat ik niet in Utrecht woon!

Hoe gaat de provincie Utrecht deze oukaze handhaven, in 2040? Waarschijnlijk met grote geldboetes, want dat is het goedkoopste en levert ook een hoop op. Maar juist om al mensen die de subsidie nodig gehad hadden onder druk te zetten zal toch ok iets als een sterke arm of een geheime garde nodig zijn.

woensdag 25 november 2009

Dromsjø


Mijn eerste bezoek aan IKEA herinner ik me als volgt: ik was ongeveer tien en we gingen met het gezin (ik en mijn ouders) naar een nieuwe winkel, helemaal in Amsterdam. De tocht naar Amsterdam had zelfs maar één doel: een bezoek brengen aan die winkel. Mijn ouders hadden de opwinding over die nieuwe winkel goed op mij overgedragen, want zonder verder ooit speciaal geïnteresseerd te zijn geweest in wat voor winkel dan ook, leek dit echt een leuk en nuttig uitje te worden. Ongeveer net zo leuk als mee doen aan de vredesdemonstratie, waarvoor we ook al 'ns een keer en famille naar Amsterdam getrokken waren.

De plek waar die winkel in mijn herinnering gevestigd was, was de Sarphatistraat, vlakbij de Amstel. Later heb ik kunnen reconstrueren dat mijn herinnering helemaal niet over IKEA, maar over een Engelse winkelketen Habitat ging. In mijn studententijd was ik een tegenstander van IKEA. Ik vond het burgerlijk, ofzo, ... en zoals ik eraan heb moeten wennen om vader te zijn van kinderen, heb ik ook moeten wennen aan de gebruiksvriendelijke zelfbediengsgroothandel op gemiddeld twintig km afstand. Tachtig procent van de spullen die ik daar betrokken heb zijn van prima kwaliteit, zeker als je bedenkt wat ik ervoor betaald heb.

Een IKEA-keuken is redelijk duur, maar dan ook weer van uitstekende kwaliteit. Elke keukenla is van hoogwaardige high-tech. Maar de loodgieterij die IKEA erbij geleverd heeft is helaas niet van prima kwaliteit. Sifons die lekken, kranen die ronddraaien, de stop die de gootsteen niet afsluit, te korte schroeven. Slordig! SLORDIG!

dinsdag 24 november 2009

vuurwerk (2)

Recht boven elkaar en door alle plafonds is door de bouwers van ons huis een gat vrijgehouden, waar zo spoedig mogelijk en wij doen ons uiterste best een rookkanaal doorheen gestoken wordt voor een open haard. Ik reken er niet meer op dat Sinterklaas dit jaar die open haard nog te zien krijgt. De haard zelf staat overigens wel al voor ons klaar, ergens in noord-Groningen.

Er is iets aan open haarden dat mij tegenstaat. Ik vind het moeilijk om hier openlijk te erkennen dat ik een open haard wil en neem en ga branden. Een open haard is toch een romantisch milieudelict, vanwege de dioxine en de kooldioxide. En voordat ik oprecht en zonder ironie de technisch volmaakte imitaties (op gas bijvoorbeeld) durf te prijzen, moet ik eerst twee jaar in therapie.

Het is als een ontploffende auto in huis halen, zo'n open haard. Het sist en het spettert en het ruikt scherp, ... en er is gevaar. Een zeer reëel gevaar van de open haard bij ons is dat één van de twaalf geschakelde brandmelders in het huis erachter komt we aan het stoken zijn en dat die besluit om met zijn vriendjes heel Amsterdam wakker te gaan piepen.

maandag 23 november 2009

vuurwerk


Gisteren bestond dit blog 1 jaar. Ik zou nu kunnen evalueren of de doelen die ik vooraf stelde gehaald zijn. Ik ken mezelf en ik weet dat ik projecten zoals dit blog altijd met een torenhoge ambitie begin. Al doende ben ik de ambitie van dit blog vergeten; expres of per ongeluk, dat doet er niet toe. Maar ik ben het wel leuk blijven vinden, elke dag weer. Vandaar dit feestje.

Ooit probeerde ik het geluid van een trekrotje met een cassettebandje op te nemen. Dat lukte niet. Siervuurwerk filmen, dat lukt meestal wel. Ik vind dat siervuurwerk aan het einde van zijn productlevenscyclus is. Siervuurwerk is uit, denk ik. Zelfs op een film, behagelijk binnen, is siervuurwerk te saai om naar te kijken.

Een ontploffende auto, dat heeft voor mij wel iets feestelijks. De kroon op een goede achtervolgingsscène is, nadat die eerst van een berg gestuiterd is, een ontploffende auto. Ik denk dat de auto moet ontploffen om de kijker op het hart te drukken dat de slechterik in de auto nu echt dood is. Ik zag al best veel auto-wrakken in mijn leven langs de weg. Die auto's waren nooit ontploft. Daar hadden blijkbaar geen slechteriken in gezeten.

vrijdag 20 november 2009

collega's

Het motto van mijn vriendin A is: het is altijd handig om iets te kunnen, en het doet er dan niet toe wat je precies kunt. Fietsen op een eenwieler bijvoorbeeld, of pingpongen of schaken.

Sinds mijn terugkeer uit Groningen heb ik mijn collega's opnieuw ontmoet, en ik ben aan het ontdekken wat zij allemaal kunnen. Of weten. Collega G weet bijvoorbeeld veel van automotoren. Dankzij hem weet ik nu waarom een boksermoter eigenlijk beter is dan een lijnmotor. En waarom een dubbele nokkenas beter is dan een enkele.

Collega M weet bijvoorbeeld veel van vliegtuigen. Ik luisterde een gesprek af van een student, die vertelde hoe M in zijn les de weg beschreef die een mensendrol aflegt in een vliegtuigromp, vanuit het minitoiletje naar onder de staart van het vliegtuig, waar - schijnt - zijn aarsopening zit. Zo wordt de mensendrol teruggegeven aan de natuur.

donderdag 19 november 2009

flessengas


Er wordt hier dus gekookt op gas. Op flessengas, want op IJburg is geen gas, althans, niet uit een leiding. Hieronder enkele observaties.

1. Ik had het waarschijnlijk heel makkelijk op het internet kunnen vinden, maar wegens het illegale karakter dat ik flessengas toedicht, heb ik mijn informatie over de distributie ervan ook ondergronds ingewonnen. Via een vader van een klasgenootje van mijn dochter kwam ik erachter dat ergens achter de Zeeburgerdijk, en dan helemaal aan het einde, een boot ligt die gasflessen verkoopt. In de auto heb ik een half uur rondgedoold tussen carrosseriebedrijven, een stadsnomadendorp, twee maneges, veel gras en roestige hekken - een Amsterdams industriegebied - , tot ik de boot vond. Wel drie borden verboden toegang passeerde ik en een hond met rughaar en blote tanden achter een hek. Rook en open vuur verboden. Binnen afgeblaft door een buitensporig onvriendelijke gasemployee. Op de stelselmatige onvriendelijkheid van mijn collega-technici kom ik later nog eens terug.

2. Er is niets moois aan een gasfles, wat ik eigenlijk wel charmant vind. Een oranje slang verbindt hem opzichtig met mijn designfornuis. Als je de fles niet ziet, dan helpt de slang waar je over struikelt je wel herinneren. Ik vind dat de fles lekker lang meegaat. Toch al een maand of langer, en er wordt elke dag tamelijk uitgebreid uit gekookt. Er is ook niets handigs aan een gasfles. Hij is niet te tillen, eigenlijk. En of hij nu leeg, halfleeg, halfvol of helemaal vol is, daar heb ik echt geen idee van.

woensdag 18 november 2009

nachtnet

Als het nacht wordt, wordt het stil. De zon houdt even zijn brutale kop dicht en volgens mij heeft de wind er dan ook minder zin in. Meneer zon heeft duidelijk een regelmatiger dag- en nachtritme dan de wind, maar toch: ik vind dat de wind ook goed zijn best doet om zich vooral overdag druk te maken.

Ik ben als de wind. Soms ben ik ook 's nachts actief. Daardoor weet ik hoe het 's nachts met de zon zit, en met de wind. Maar ik geef toe: ik weet beter hoe het overdag zit, met die twee, want daar ben ik altijd bij.

Wat mij echt ergert is dat het goedkoper is om 's nachts energie te consumeren. Dat dat is om de elektriciteitscentrales van hun stroom af te helpen, die ze blijkbaar continu moeten maken, maakt mij niet minder geërgerd. Overdag is de activiteit en niet 's nachts, verdorie!

dinsdag 17 november 2009

big brother


(door Peter Bekkers, hoofdredacteur van From Product Design Daily)

Een slimme meter is een apparaatje dat het elektriciteitsgebruik van huishoudens gedetailleerd meet en die metingen via een netwerk terugstuurt naar de energieleverancier. De slimme meter registreert bijvoorbeeld op welke tijden een huishouden de meeste energie gebruikt. Is dat ’s ochtends, dan kan de leverancier een gepeperde rekening sturen, want ’s ochtends is er veel vraag naar energie en is de prijs dus hoog. Is het ’s nachts, dan kan de rekening een stuk lager zijn, want ’s nachts is de vraag naar elektriciteit - en dus ook de prijs - laag.

Briljant product op het eerste gezicht. Mensen zullen bewuster omgaan met energie. Maar er zijn schaduwzijden. Privacy experts op een conferentie in Madrid, vorige week, waarschuwen dat slimme meters informatie verschaffen over privacygevoelige onderwerpen zoals: wanneer mensen op vakantie zijn, hoe laat ze gaan slapen, hoeveel tv ze kijken, etcetera. Als straks de elektrische auto thuis wordt opgeladen, zullen de slimme meters ook informatie verschaffen over het gedrag buitenshuis. De vraag is dus: hoe veel informatie hebben energieleveranciers eigenlijk nodig? Hoe lang mogen ze het bewaren? Na hoeveel tijd moeten ze de informatie vernietigen etcetera. In de Verenigde Staten zijn nu acht miljoen slimme meters geïnstalleerd. In Italië heeft 85% van de huishoudens een slimme meter - meer dan in enig ander land. Daar zal Berlusconi wel achter zitten. In Nederland is de aanschaf voorlopig vrijwillig (na een mislukte poging tot verplichtstelling), maar in april van dit jaar besloot het Europees Parlement dat in 2020 tachtig procent van de Europese huishoudens een slimme meter moet hebben.

Wie heeft toegang tot die informatie? Leveranciers kunnen de informatie verkopen aan marketingbureaus, die het goed kunnen gebruiken voor gerichte advertenties. Als bijvoorbeeld uit de gegevens van de slimme meter blijkt dat iemand ’s nachts vaak het licht aan doet, dan zou dat kunnen wijzen op slapeloosheid. Zo iemand kun je advertenties sturen over hulpmiddelen bij het slapen (aparte matrassen, kussens, slaappillen, etc). Verzekeringsbedrijven zouden – in de nabije toekomst - hogere premies kunnen vragen aan mensen die regelmatig na het sluiten van de café’s de stekker van de auto in het stopcontact steken.

maandag 16 november 2009

ecohuis

In het wijkje waar wij ons huis hebben mogen bouwen is wel wat verscheidenheid in architectuur, maar in de praktijk toch ook veel hetzelfde. En dan vooral aan de binnenkant: vide's, zwevende trappen, kolossale badkamers en keukens hebben al onze buren eigenlijk wel. En grote metallic-grijze auto's.

De prijzen die gevraagd worden voor de buurhuizen die te koop staan zijn ook metallic-grijs. Ook aan de premie van mijn inboedelverzekering heb ik gemerkt dat ik nu in een rijke buurt woon.

Een huis dat echt opvallend anders is staat één straat bij mij vandaan. Het is opgetrokken uit strobalen en er is daardoor binnen geen ruimte meer voor zwevende trappen, kolossale badkamers en keukens. Ik vind het pijnlijk om te zien dat de vraagprijs voor dit goedbedoelde huis dat - voor een stadshuis - ongekende potentie heeft, ongeveer drie keer lager is dan dat van zijn protserige buren.

vrijdag 13 november 2009

leemkachel


Ik ben opgeleid als industrieel ontwerper. Ik was verleid om juist die studie te kiezen door de mooie plaatjes die ontwerpstudenten blijken te kunnen tekenen van de toekomst. In de ontwerperstoekomst schijnt altijd de zon, waardoor al het metaal je tegemoet schittert. De vrouwen hebben grote hoeden op en kleine hondjes en ze beantwoorden de blik van de toeschouwer met een open gezicht.

Verblind door het glimmende chroom en door die open gezichten zag ik over het hoofd dat ik als industrieel ontwerper geacht word te werken voor de industrie. En dat ik industrie dus een goed idee moet vinden. Dat de dingen snel, goedkoop en massaal gefabriceerd moeten worden.

Stukadoren met leem is daarmee al in tegenspraak. Dat glimt ook niet, en om te benadrukken dat het niet glimt wordt leemstuuk vaak expres een beetje rommelig aangebracht. Ik ga dan gelijk denken dat het ook langzaam en duur is. Nu ben ik op de leemkachel gestuit en om mijn afkomst te verloochenen heb ik meteen de meest kabouterachtige smurfenleemkachel uitgekozen om hier te presenteren.

donderdag 12 november 2009

ventilatie (2)

Overigens hadden de twee kruisjes op de tekening van de bovenste etage (zie ventilatie (1)) nog wel meer effecten dan alleen maar twee Itho CVE ecofans op de plaats van de kruisjes. Door het hele huis lopen 30 cm dikke buizen naar de ecofans toe. Die buizen zijn netjes weggewerkt achter hoeken van gipsplaat, maar kamers die rechthoekig bedoeld waren, zijn er minstens zeshoekig van geworden. Bedden en kasten passen er nu nèt niet meer in.

Aan het andere einde van zo'n buis zit een ding van keramiek, dat ik hier maar even een luchtputje noem. Alle vieze luchtjes uit ons huis worden via deze universele keramieke paddestoelen (in de badkamer, in de wc en in de keuken) naar de ecofan gezogen. Ik zie ze in elk modern gebouw, maar het zijn zulke nederige indringers, dat ik het woord ervoor niet ken en dat ik dat woord ook niet kan vinden. Luchtputjes, zeg maar. Ik kan er zelfs geen plaatje van vinden.

Die luchtputjes lijken op het spreek- of luistergedeelte van een ouderwetse telefoon. En verdomd: ze zíjn ook een telefoon! Als mijn zoon op de derde verdieping, waar de ecofan hangt, aan het vertellen is wanneer zijn luipaard jarig is, dan kan ik hem, via het luchtputje boven mijn hoofd op de wc van de begane grond, woordelijk volgen. Alsof hij naast me staat.

woensdag 11 november 2009

ventilatie (1)


Op de bouwtekening van ons huis stonden twee kruisjes, op de bovenste verdieping. We hadden nog wel gevraagd wat dat was, die kruisjes, maar dat was gewoon de mechanische ventilatie, waar nou eenmaal geen ontkomen aan was, in moderne huizen, die aan de strengste milieu-eisen moeten voldoen. En mechanische ventilatie is NIET warmtebalansventilatie, en het woord niet valt in deze regel op, omdat wij, na slechte ervaringen met warmtebalansventilatie, echt niet weer warmtebalansventilatie wilden. Maar inderdaad, mechanische ventilatie is niet warmtebalansventilatie. Onze mechanische ventilatie hoor je niet, ook niet nadat ik de stekker ervan in het stopcontact gestoken had.

Toch is alleen maar een kruisje op een bouwtekening wel een erg bescheiden symbool voor wat er uiteindelijk op die plaats komt te hangen. Het went wel, maar de kamer oogt toch anders, met Itho CVE ecofans in twee hoeken.

Vandaag ging ik even gezellig buurten bij de ecologische bouwmarkt, waar ik leerde dat ik dampdicht en dampopen (?) had kunnen (laten) bouwen. Mijn huis is helemaal dampdicht, wat die mechanische ventilatie nodig maakt. De handleiding van Itho CVE ecofan sombert hier zelf over, op pagina 6: het aantal stofmijten is in 25 jaar 100 x groter geworden en het aantal carapatiënten is de laatste 15 jaar verdubbeld. Zou ik mijn huis nog dampopen kunnen krijgen?

dinsdag 10 november 2009

harde zeep

De enige reden die ik kan bedenken waarom mensen zeep uit een plastic fles in de douche hebben staan, is omdat ze een stuk zeep niet lekker kunnen neerzetten. Ik zelf vind het niet fijn, om mij te wassen met zeep uit een plastic fles. Ik vind het bijvoorbeeld erg moeilijk om ecologisch te doseren, terwijl ik met mijn linkerhand de zeep uit de fles in mijn rechterhand knijp. En om het inzepen uit te stellen tot ik met één hand de fles heb dichtgedaan en die ergens op een randje van de douchebak heb weggezet.

Ik houd van zeep uit één stuk. Harde zeep. Zo'n stuk zeep dat ik uit onhandelbaar hoekig materiaal tem tot het precies bij mijn lichaam past. Voor een hard stuk zeep ben ik als een vader. Maar het is waar: een hard stuk zeep kun je niet lekker wegzetten. Daardoor ziet elk zeepbakje er elke dag weer uit als het broodtrommeltje dat een hele zomervakantie in een schooltas is achtergebleven.

Bij de vaste wastafel ben ik een voorstander van de zeepbolhouder. Dat heb ik weer: nostalgisch, heet zo'n ding op het internet. Kan iemand van de zeepbolhouder iets maken dat ik graag onder de douche gebruik?

maandag 9 november 2009

kraan (2)


Toch ben ik ook weer vastgelopen in het boekje Verbrandingsmotoren, dat ik een week geleden nog zo prees. Ik ben echt wel een bijtertje, als het op lezen en iets willen weten aankomt, maar bij technische boeken ga ik na een pagina of twintig op zwart. En helaas is dat nu alweer gebeurd, bij ir C.Kerkhoven w.i. In zijn boek gebeurde dat op pagina 28, waar hij schrijft: Bij bepaling van het scheepsvermogen dient men erop te letten dat het door de schroef opgenomen vermogen evenredig met de derde macht van het toerental verandert.

Dit stoort mij, omdat ik dan wil weten waarom de rede evenmachtig met de derde schroef van het scheepsvermogen verandert. Alle hier door mij gerecenceerde boeken deden dat: verklaringen achterwege laten. Wel veel met formules strooien, maar naar mate het boek vordert steeds vaker vergetend waar die formules op gebaseerd zijn. Ik vermoed dat het eigenlijk niet de bedoeling is, dat wij techniek echt begrijpen. Techniek moet je doen, begrepen! En dat je door het doen het uiteindelijk begrijpt, ooit, een keer, dat is op z'n hoogst mooi meegenomen.

Het doet me denken aan de thermostaatkraan die ons nieuwe huis heeft. Zeker een week heb ik me verzoend met het lullige straaltje water dat hij bood, tot ik er achterkwam dat er een waterbesparende pal op zit, die je moet indrukken als je een stevige straal wilt. Ik heb alleen uit onvrijwillige onwetendheid een week lang water bespaard.

vrijdag 6 november 2009

entiteiten

Het eerste huis dat wij kochten was een bouwvallige bovenwoning in Den Haag. Oudere buurtbewoners wisten dat in dat huis een dementerende prostituee in ruste eenzaam gestorven was. Als we in bed lagen hoorden we regelmatig voetstappen in het grote huis, of een fietsbel die afging. Mijn schoonmoeder heeft het oude spook vriendelijk maar dwingend verzocht om het huis te verlaten en daarna alle kamers met brandende salie gereinigd. Dat hielp goed.

Ons nieuwe huis, dat we zelf helemaal nieuw hebben laten bouwen, heeft ook iets onaangenaams. Het is natuurlijk nog niet af, maar het is ook net alsof de bouwvakkers het huis nog niet verlaten hebben. Er hangt een bouwvakkersfeer. Daarnaast gaan er lichten aan en uit, vallen voorwerpen om en zijn er voetstappen. Mijn zoon durft zijn slaapkamer niet in omdat er een man naast zijn bed staat (zegt hij).

Mijn vrouw heeft de hulpdienst geraadpleegd, en inderdaad: er bevinden zich drie entiteiten in ons huis. Geen kwaaie, hoor. Ze zitten gezellig biertjes te drinken. Ze zijn van de zomer in ons huis getrokken, toen het leeg stond. Gisterenavond heb ik ze de deur gewezen en uitgezwaaid.

donderdag 5 november 2009

elektriciteit


Op de website van de NVvM - de Nederlandse Vereniging van Macrobiotiek - staat nog vrij mild: produkten die zeker vermeden moeten worden zijn [...] en voedsel uit de magnetron. Gisteren sprak ik een macrobioot die alle elektriciteit bij de voedselbereiding afkeurde. Elektrisch koken, de elektrische eierwarmer, maar vooral de elektrische oven: ze paralyseren elke traag en zorgvuldig door de natuur gevormde grondstof.

Ik vind het altijd fijn, als iemand elektriciteit bestempelt als een schadelijke uitvinding.

Het opmerkelijke was dat hij in datzelfde gesprek voorstelde om een elektrische auto te bouwen. Ikzelf wil, met mate, best soms een geparalyseerd ei of elektrisch verlamde kippesoep eten. Bij voorkeur gedachteloos, terwijl ik in de Telegraaf blader. Maar om zelf in zo'n magnetron op wielen te stappen, dat lijkt me schadelijk voor mijn traag en zorgvuldig door de natuur gevormde gestel.

woensdag 4 november 2009

verbrandingsmotoren

Het boekje, dat ik overal waar ik ga met mij meedraag, heet Verbrandingsmotoren ; het is geschreven door ir C. Kerkhoven w.i., leraar aan de h.t.s. te Rotterdam. Het boekje opent op pagina XV met een historisch overzicht, en wat blijkt: het is allemaal begonnen met Christiaan Huygens, die al in 1680 trachtte arbeid te verrichten door kruit in een cilinder te verbranden. Die dekselse Christiaan! Was hij misschien op het idee gekomen toen hij in de boekenkist uit het Muiderslot ontsnapt was?

En wat te denken van de eerste zescilinderauto ter wereld (1902), gebouwd in autofabriek Trompenburg te Amsterdam? Of de Vulcanus, het eerste zeegaande motorschip ter wereld, gebouwd door Werkspoor, in 1910? Of het octrooi uit 1935 van dr H vd Horst op hardchromen? Ik heb geen idee wat dat laatste met het onderwerp te maken heeft, maar ik voel dat ik opzwel van nationale trots.

Zo voerde de directeur van de Kon. Mij. "De Schelde" - ir H.W. van Tijen - het kental T (van Tijen, vermoed ik) in, wat een betere maat is voor de belasting van een verbrandingsmotor dan het effectieve vermogen P-eff. Zo groot was het ingenieursvak, in 1956 toen Kerkhoven w.i. zijn boekje schreef. En w.i. staat natuurlijk voor werktuigbouwkundig ingenieur, dat lijkt me logisch.

dinsdag 3 november 2009

onderwijsmateriaal


Er zijn wel wat mooiere plaatjes te vinden van de villa 'Corvin' te Hilversum, die in zijn nadagen betrokken werd de elektrotechnische (privé-)MTS en internaat 'Rens en Rens'. Op die plaatjes zie je de achterkant van het gebouw, met een aflopend engels landschapspark. In dat landschapspark sleede ik, op een leeftijd dat ik eigenlijk op een brommer had horen te rijden. Dit grauwe plaatje dateert uit die tijd van dat sleeën. De Rens en Rens kwijnde en nog een jaar later stond villa Corvin leeg. Het gebouw leek in grote spoed verlaten, want binnen lagen de meubels nog, enkele practicumopstellingen en allerlei onderwijsmateriaal.

In dat onderwijsmateriaal heb ik eindeloos staan bladeren. Onooglijke kleine vergeelde boekjes waren het, oeverloos volgetypt tot het opeens klaar was, bij paragraaf 35.16.1. Ik had op mijn middelbare school maar één leerboek dat zo vergeeld, compact en indrukwekkend was. Kleine Griekse Grammatica heette dat, wat een grappige naam is, omdat de Griekse grammatica ongeveer de grootste grammatica is die je kan verzinnen.

Ik geloof dat ik nu een boekje gevonden heb dat de ouderwetsige onderwijskwaliteit heeft waar ik van houd: klein en uitputtend. Het is een boekje van Stam Educaboek uit 1980. Alles staat erin (over verbrandingsmotoren). De eerste zin is meteen hoopgevend: In dit boek is steeds getracht de stof eenvoudig te houden om algemeen inzicht te geven en detaillering te vermijden. Morgen nog meer van die ouderwetsige citaten.

maandag 2 november 2009

kraan

Ik heb minstens twee keer in mijn leven gehoord of gelezen dat rechtshandigen langer leven dan linkshandigen. Ik heb ook geleerd om, als bevoorrecht mens (rechtshandig en verder ook in goede gezondheid), mild te willen zijn jegens de mensen die minder geluk hebben, zelfs als ik mij weinig bij het ongeluk van iemand anders kan voorstellen. Ik wil dat verhoogd stervensrisico dus best geloven, dat ik vroeger twee keer hoorde of las.

Het huis dat wij zelf ontworpen hebben is inmiddels bijna af. Veel dingen staan nog niet op hun definitieve plek: de telefoon staat nog op de trap en veel verf zit nog in een blik. Op zo'n blik ga ik zitten, als ik telefoneer, want de stoelen staan weer niet in de buurt van de trap.

Toch is het huis af genoeg om te kunnen beoordelen wat goed is aan het ontwerp en wat minder effectief is. Een uitdaging is bijvoorbeeld de kraan van mijn wastafel in de badkamer: de Venlo Nimbus. De uitdaging is, dat de joystick ervan aan de rechterkant zit. Terwijl ik mijn rechterhand juist gebruik om mijn tandenborstel of andere badkamerattributen vast te houden! Gelukkig heeft de Nimbus die elegante lange buis, waar mijn linkerarm onderdoor kan steken om de kraan te bedienen.

vrijdag 30 oktober 2009

vloerverwarming (2)


De warmte-unit die door een door Nuon ingehuurd installatiebedrijf in onze meterkast geplaats is, was - volgens de de installateur die dat ding vervolgens aansloot op onze vloeren - een vergissing in ons voordeel. Wij hebben namelijk betaald voor een warmte-unit van het type 4, maar uit het busje van de Nuon kwam een unit van het type 5. Het duurdere type, vermoedelijk omdat dit type meer vermogen heeft.

Hiermee is een wens in vervulling gegaan die ik hier zelf op 11 december vorig jaar heb opgeschreven: een ketel met veel vermogen, en een thermostaat met een gaspedaal.

Mij is verteld dat vloerverwarming altijd, dag en nacht, zomer en winter, moet aanstaan, omdat het zoveel energie kost om de massa van het huis helemaal op te warmen. Dat opwarmen kost zoveel energie, dat het zonde is om het warme huis te laten afkoelen. Met warmte-unit van het type 4 zouden we dat wellicht in de gaten hebben, maar warmte-unit type 5 heeft binnen een uur ons huis warm. De eerste nacht verstookten wij 80 MegaJoule. Wat mij nogal een hoop lijkt.

donderdag 29 oktober 2009

vloerverwarming (1)

In veel stappen en evenveel geknakte verwachtingen is de vloerverwarming van de Nuon nu actief in ons huis. De teleurstelling was dat de aansluiting op het warmtenet (via een loopgraaf in onze keurige vinexstraat en hekken, opgewonden beambten en laconieke installateurs) niet betekende dat die warmte dan ook in onze vloer kwam. De warmte kwam tot de meterkast en verders niet. De warmte-unit (een toverdoos van Nuon) zou pas over twee weken komen, als het busje met toverdozen toevallig in de buurt was.

De toverdoos kwam verleden dinsdag. Met een installateur, die onze meterkast afkeurde, omdat we daarvan, en hij beeldde met zijn handen uit hoe er planten of paddestoelen uit zijn hoofd groeiden, daar groen en geel van zouden worden. 'O', zei ik, want ik vond dat een onprettig vooruitzicht. 'Legionella', zei de man. Onze meterkast moet geventileerd worden. Daar hadden we niet op gerekend.

Na installatie ging de toverdoos ons huis zeer enthousiast opwarmen. Dat moest stapgewijs en voorzichtig. Het werd die nacht meer dan 30 graden in de slaapkamer. Toen we na een doorwaakte nacht wilden douchen was er opeens geen warm water meer. (wordt vervolgd)

dinsdag 27 oktober 2009

zwaar beroep


Eerder schreef ik hier over de installateurs, en over hoe ze te lijden hebben. Misschien was dat ingegeven door eigenbelang: hun werk moest nog beginnen en ik was van hen afhankelijk. Inmiddels ben ik een fase verder: hun werk is gedaan en ik moet hun rekeningen gaan betalen.

Ik denk dat je een krachtige persoonlijkheid moet hebben om in opstand te komen tegen de bespottelijke werktijden in de bouw. Ik begrijp niet waarom bouwvakkers eerst honderd kilometer moeten reizen om om zeven uur stipt op de bouwplaats te zijn. Om koffie te gaan drinken en de vierde sigaret te roken. Om zand in de zakken van elkaars overalls te scheppen. Om te wachten en te telefoneren. Om te schaften en te ouwehoeren met de andere installateurs.

Er bestaan in Nederland geen legale zware beroepen.

vrijdag 16 oktober 2009

oplevering

Ik kon het mij niet langer veroorloven om me van de realiteit af te sluiten met een slecht boek, hoe graag ik dat ook deed. Mijn gezin is vanuit de hotelkamer nu in het nieuwe huis getrokken, terwijl de stuuk daar aan het drogen is, maar de stadsverwarming nog niet is aangesloten. Ik stel het hier maar, na drie hoofdstukken: ook als ik er zonnig naar kijk, vind ik Toegepaste Energietechniek deel 2 geen effectief boek. Voor mij, met zeer veel leeservaring en ongebruikelijk veel interesse voor het onderwerp is het nog net op te brengen, maar ik vind mezelf niet representatief.

Wegens het nieuwe huis breng ik veel tijd door in de auto onderweg naar IKEA. En bij elk bezoek word ik weer verrast door de rationaliteit en de intelligentie van alles bij IKEA. Zo goed als de medewerkers getraind zijn. Goed goedkoop als alles is. Zo vlekkeloos als de volkverhuizing van kopers door het gebouw trekt.

Als er echt iets terecht moet komen van duurzame energie, zou je dat moeten kunnen kopen bij IKEA. Zonnepaneel Solgard voor 12,50 en windmolen Kulingar voor 16,90. Maar op IKEA wil ik niet wachten, dus er is een soort haast geboden met het opwindende onderwijs van Dutch Comfort College, en de enthousiasmerende literatuur die daarbij hoort.

donderdag 15 oktober 2009

passieve zonne-energie


Misschien waren het de nutsbedrijven die deze week mijn huis aansloten op allerlei nutsvoorzieningen, dat ik zo mopperig was in de laatste stukjes. Het is niet mijn bedoeling om hier mopperig te zijn. Mopperigheid is ook een manier om lezers af te schrikken. Over de nutsbedrijven ook alleen maar lof. Ze hebben ons toch maar mooi aangesloten. En met zoveel ijver! Onze straat is drie dagen afgezet geweest en het zand is drie keer, steeds op dezelfde plek, tot drie meter diepte in- en uitgegraven met zo'n grappig klein graafmachientje.

Als ik Toegepaste Energietechniek deel 2 drie jaar geleden had gelezen (dat had gekund, want de uitgave stamt uit 2005), dan waren als die opgravingen in mijn straat misschien niet nodig geweest. Dan had ik bijvoorbeeld passieve zonne-energie gedaan. Allemaal negentiende-eeuwse trucjes heb ik in dit hoofdstuk geleerd, zoals de onverwarmde serre op het zuiden. Of, en hier moet ik toch een beetje om grinniken, dat je een opgewarmd huis passief kunt koelen door de ramen open te zetten. En daarbij uiteraard een formule, waarmee je kunt berekenen hoe je de ramen moet open zetten.

Nou kom, niet zo mopperen. Over de thermische massa van een gebouw, en waar je die (binnen) moet aanbrengen, heb ik nog nooit eerder nagedacht. Ook de beglaasde zonnewand (een kamer van 1 cm diep zonder deur maar met een groot raam) vind ik een vondst. En wat te denken van translucent isolatiemateriaal (een isolerend, maar warmte-absorberend raam, waar je niet doorheen kunt kijken). Maar de zelfdenkende, zonlichtregulerende thermochrome, fotochrome en zelfs elektrochrome beglazing keur ik af. Dan zet ik liever een raampje open.

woensdag 14 oktober 2009

formule

Als je lezers echt wil afschrikken, dan moet je heel terloops een formule introduceren, zonder die verder uit te leggen. Ik zou de formules uit hoofdstuk 2 van Toegepast Energietechniek deel 2 hier graag citeren, maar ze zijn zo ingewikkeld, dat mijn toetsenbord ze niet aankan. Sowieso is formules uit een toetsenbord krijgen een pittig klusje; Microsoft heeft speciaal daarvoor een klein programmaatje in Word, waarmee je een hoop, maar nog steeds niet alle, formules kunt maken, nadat er eerst omstandig met de muis en met de tong uit de mond op het beeldscherm gepield is.

Hoofdstuk 2 gaat over zonne-energie. Daarom gooien de auteurs er bijvoorbeeld een formule in waarmee de afstand van de zon tot de aarde kan worden berekend. Ik geloof niet dat het mij lukt om die afstand te berekenen, ook omdat ik me niet echt uitgenodigd voel om de formule te willen begrijpen. Het boek wil nog wel iets kwijt over waar de formule toe leidt: dat de aardbaan om de zon ellipsvormig is en dat in december de afstand tot de zon aanzienlijk korter is dan in juni. Is dit echt zo? Ik herinner me van toen ik middagen lang voor mijn plezier in de encyclopedie las dat dat heel anders was.

Er is ook een formule waarmee je kunt berekenen hoeveel licht op een zonnepaneel zou kunnen vallen, waarbij de weersgesteldheden de afhankelijke variabelen van de formule zijn. En ook de vervuiling van de lucht, maar die vervuiling is weer afhankelijk van het weer, en het weer schijnbaar weer van de vervuiling, wat de formule knap ingewikkeld maakt. Het heeft iets moedeloosmakend triviaals, dit soort ad hoc in elkaar geflanste amateur-wiskunde.