donderdag 30 september 2010

Spirit of Amsterdam

Afgelopen zondag heeft een team technische studenten van de HvA opnieuw de internationale Windturbine Race in Denemarken gewonnen. Veel van de teamleden heb ik in de klas gehad, maar met de bouw of het ontwerp van de Spirit of Amsterdam (de tegenwindauto die tot twee maal toe won) heb ik verder niets te maken gehad. Ik wil niet de schijn wekken dat ik de overwinning van dit prachtige ding op mezelf wil laten afstralen.

Ik pluk er wel de vruchten van. Het aantal eerstejaars studenten dat de opleiding waar ik werk aantrekt is sinds de Spirit of Amsterdam bijna verdubbeld en ze komen allemaal met een veel duidelijkere ambitie dan vroeger: de studenten die de opleiding aantrekt willen innovatieve techniek ontwikkelen. Ik pluk daar in zoverre de vruchten van, dat mijn werkgelegenheid dus goed is.

Ik vind het ontroerend om te zien hoe studenten samen en vol overgave tot de Spirit of Amsterdam zijn gekomen. Het zag er heel natuurlijk uit. Noem het maar: liefde voor techniek, respect voor elkaar. Ik zou deze studenten eens willen interviewen over hun ontwerpmethode. Hebben zij een probleemstelling geschreven, voordat ze begonnen? Was er een discriminerend Programma van Eisen? Hebben ze een functieblokschema gemaakt? Hebben ze met morfologie drie concepten ontwikkeld en daaruit met een keuzetabel de beste gekozen? Ik denk dat ik het antwoord op deze vragen al weet.

dinsdag 28 september 2010

tijdbom

Ik wil mijn huis in niet in grote, maar in kleine stapjes energiezuiniger maken. Elk klein stapje zou een verjaardagskado kunnen zijn, zodat ik alle energiebesparende maatregelen voor mijn verjaardagen kan krijgen. Bijvoorbeeld kleine buffervaatjes (waarin het warme water van de zomerzon opgeslagen kan worden); en elke keer als ik er een vaatje bij krijg, schakel ik die aan het systeem, net zolang tot ik de acht kuub heb die ik nodig heb om de winter mee door te komen.

Op festival Amsterdam duurzaam trof ik iemand die verstand had van buffervaten. Hij hoonde mijn idee weg; volgens hem verloor ik alle energiewinst aan het rondpompen van het warme water, om dat water overal precies even warm te houden, in het hele systeem. Waarom moet het overal precies even warm zijn? vroeg ik. Hij keek schichtig om zich heen, wenkte me en fluisterde: legionella.

Mijn buffervat is een gesloten systeem, net als de cv-installatie. Inderdaad, als iemand met een bijl de leidingen stukslaat is er een kans dat de legionella-bacterie in het milieu terecht komt. Met alle respect voor de 32 legionella-doden uit 1999; ik vind dit hysterisch. Legionella.nl schrijft: medio 2010 treedt de nieuwe Drinkwaterwet in werking. De Drinkwaterwet wordt dan ook opgenomen in de Wet Economische Delicten. Dit effent de weg voor nog hogere boetes bij niet-naleving van de legionellavoorschriften. Wat ik al zei: hysterisch.

maandag 27 september 2010

koken in Amstel, Gooi en Vecht

Ik heb gisteren, om de dag te breken, pasta gemaakt met spruitjes. Ik vind het beneden mijn waardigheid om op dit weblog een recept te publiceren, hoewel mijn pasta met spruitjes best lekker geworden was. Ik probeer vegetarisch te koken en dat was met de pasta met spruitjes ook wel gelukt. Toch ben ik ontevreden met de ingrediënten die ik nodig had.

Ten eerste was ik ontevreden over de spruitjes. Aangezien ik besloot om zonder vlees te koken, moet de smaak wel ergens vandaan komen. De spruitjes die ik gebruikte waren wel lekker, maar nauwelijks spruitjes. Niet scherp of pregnant of aards. Het leek nog het meeste op gekookte kopsla. Ten tweede was ik ontevreden over wat ik er allemaal bij deed om de spruitjeslucht - waar ik van tevoren een beetje bang voor was - te verzachten: parmezaanse kaas, geitenkaas en pijnboompitten. De kazen veracht ik door mijn jongste sympathie: voor het veganisme. Maar het moeilijkst vind ik de buitenlandse afkomst van laatste ingrediënten. Ik wil spruitjespasta maken van Gooise varkenskaas, en zonder die rare mediterrane pitten. Ik ben als kok eigenlijk ronduit xenofoob.

Ik zou wel willen kunnen koken met kweeën en merg. Met schorseneren en met blaassilene. De boerenkeuken van de Hollanders uit de veertiende eeuw zal toch ook best smakelijk geweest zijn?

vrijdag 24 september 2010

ecowasbol

Ik heb 'm gekocht. Ook weer op festival Amsterdam duurzaam: de Ecowasbal. De Ecowasbal is groen, ongeveer zo groot als een hockeybal, en lijkt op een ufo. Er zitten kleine buisjes aan, die ik me voorstel als de straalmotoren van de ufo. In de Ecowasbal zitten 'kleine keramische balletjes', die 't 'm doen. Duizend wasbeurten lang; dat is ongeveer vier jaar. Vier jaar lang geen wasmiddel meer nodig, is de claim.

Maar dat 't 'm begrijp ik toch niet. Hoe werkt deze wasbol? Ecowasbol zelf zegt daarover dat de keramische deeltjes hydroxylionen afgeven, die de oppervlaktespanning van het water verlagen waardoor het water beter in het wasgoed doordringt. Vooral erg effectief tegen johannesspitbrood en zwarte bessen; helaas ietsje minder bij roet en olijfolie.

Hydroxyl blijkt een ander woord voor base of loog: het OH(min)-ion. Maar loog is toch niet genoeg om mee te wassen? Zelfs als de oppervlaktespanning laag is, dan lost een vetvlek toch nog niet op, zoals zeep (de chemische ester) dat zo elegant doet? En hoe kun je claimen dat de Ecowasbal niets afgeeft aan het waswater, als het toch wel hydroxylionen afstaat? En wat gebeurt er na vier jaar? Zijn dan de hydroxylionen op?

donderdag 23 september 2010

boos

Een keer, toen ik niet in slaap kon komen, bedacht ik een formule voor een nieuw televisie-programma. De werktitel van dat programma zou zijn mild voor mensen, hard voor techniek. Ik en mijn co-presentator Jelle van Dijk zijn daar - als techniek-docenten - namelijk erg goed in, in techniek afbranden. En omdat we jongens zijn met gouden hartjes, waren voor de gebruiker juist weer zo mild als maar kan.

Dit idee ontstond door de spullen die mij omringen en die niet aan mijn verwachting voldoen. Ik heb geen enkele remming om mijn woede daarover op die spullen af te reageren. Ik doe dat verbaal. Ik zeg dan bijvoorbeeld: 'kloteding, wie heeft jou verzonnen, zo kan ik toch niet werken, wat is dit voor kapitalistsich bedrog, stelletje nazi's'. Uiteraard wil ik er wel voor zorgen dat in het televisie programma mijn woede gescript wordt, en daardoor dus veel eloquenter klinkt. Een soort Jeremy Clarkson van Top Gear dus.

Ik dacht dat dat leuk was. Ik dacht dat zulk soort woede een soort verbroedering zou opleveren, als je samen slachtoffer bent van techniek. Mijn vrouw vindt van niet, zij vindt mijn woede op spulletjes vooral erg onaantrekkelijk. Alsof ik mijn eigen onvermogen op de techniek afwentel.

dinsdag 21 september 2010

veganisten

Op festival Amsterdam duurzaam liep ik bijna een uitstalling van schoenen omver. Best aardige schoenen, maar een beetje een vreemde collectie: voor alle smaken wel iets acceptabels. Het waren duurzame schoenen: vegetarische schoenen, zonder leer namelijk (ik moet hier natuurlijk schrijven veganistische schoenen, maar ik vind vegetarische schoenen om een of andere reden grappiger klinken).

Ik heb een zwak voor veganisten. Ik vind het leuk als iemand probeert een zelf bedacht goed voorbeeld te geven. Althans, bij dit goede voorbeeld vind ik dat leuk. En ik heb de indruk dat veganisten daar niemand echt kwaad mee doen. In een veganistisch tijdschrift, dat vlakbij de schoenen van een houten tafel gepakt kon worden, werd een groot artikel gewijd aan het imago-probleem van de veganisten. Ja, de auteur onderkende wel dat veganisten soms misschien een beetje drammerig waren. Dus, schrijft hij, - ik parafraseer, want ik kan het tijdschrift nu nergens meer vinden - hoewel we natuurlijk moreel superieur zijn, is het niet handig om dat ook steeds te laten merken.

Zoals ik al zei: het is een wedstrijd. Wat mij betreft is er nog wel werk te doen, als je jezelf moreel superieur vindt, maar dat niet (steeds) wil laten merken. Volgens mij is het onmogelijk om je eigen superioriteitsgevoel onzichtbaar te maken. Ik weet niet hoe het zit met hun superioriteitsgevoel, maar wat mij betreft winnen de macrobioten het van de veganisten. Ik vind veganisme een beetje te simpeltjes, en de macrobiotiek, die net zo streng is, is nog een raadsel voor mij. Dat helpt, bij deze jury.

maandag 20 september 2010

festival

Gisteren was ik op festival Amsterdam duurzaam. Eén van de slogans was: in alles even duurzaam. Hoe duurzaam? Even duurzaam. In alles. Deze slogan zinspeelt erop dat het een wedstrijd is, duurzaamheid. Ik ben wezen kijken wie naar mijn smaak de wedstrijd gewonnen heeft.

Wie ik niet laat winnen is iedereen die binnen in het Transformatorhuis stond te presenteren. Daar binnen leek het erg op een beurs, en er waren te veel verkopers en te weinig mensen die ergens verstand van hadden. Ik was op zoek naar een buffervat voor warmte-opslag van acht kuub, die ik in mijn tuin kan ingraven. Wat kost zoiets nou, ongeveer? vraag ik. Dat kon mij alleen verteld worden als ik de verkoper thuis ontvangen zou, en hij mijn huis uitgebreid opgemeten had. Hu! Dat soort antwoorden, daar houd ik niet zo van.

Het meest geroerd was ik door de ontmoeting met de ontwerper en entrepreneur van de Whike. Hij stond buiten het festivalterrein nog een beetje aan zijn fiets te sleutelen, en bleek, toen het festival in volle gang was, nergens meer te bekennen. Dat is de listigste marketing, waarbij je als klant het gevoel krijgt echt iets exclusiefs te hebben ontdekt.

vrijdag 17 september 2010

ontwerpstijlen

Eén van mijn taken op de Hogeschool is het begeleiden van het project van de eerstejaars studenten. Ze moeten - net als vorig jaar - een opvouwbare windmolen ontwikkelen voor op de camping. Studenten vinden dat leuk: ze hadden zin om te beginnen. Het vooruitzicht dat ze het ding zelf gaan bouwen en testen op een echte technische Hogeschool, met en onder begeleiding van mensen die verstand of interesse lijken te hebben van en in windmolens, vonden ze opwindend. Ik begrijp dat wel, want ik vind dat nog steeds leuke vooruitzichten.

Maar nu zijn er vier weken om en ik ben er trots op dat ik waarneem dat de studenten bijna op een dood punt beland zijn. Het dode punt waarop ze erkennen het allemaal niet zo leuk is als ze verwacht hadden. En ik weet ook hoe dat komt. Dat komt door dat onhandige idee dat methodisch ontwerpen heet. Onhandig, omdat het een lelijk compromis is tussen enkele intuïtieve methoden die elkaar lijken te bijten.

Piet Delhoofen beschrijft in Integraal Ontwerpen (dat is een boek) vier ontwerpstijlen. Twee daarvan zijn volgens mij tamelijk intuïtief - zoals kinderen dat 'van nature' doen: namelijk pragmatisch (vloeiend van de ene oplossing naar de andere oplossing) of in een team (samen iets maken wordt gebruikt om elkaar beter te leren kennen). Iets minder 'natuurlijk' is volgens mij de creatieve stijl, waarbij de ontwerper alles alleen doet. Dit is minder natuurlijk, juist door die geïsoleerdheid. Delhoofen laat zich tamelijk negatief uit over de creatieve stijl. Veel jongens hebben erg veel ervaring met de creatieve stijl. Dat komt doordat het jongens zijn. Methodisch ontwerpen is bedacht om angstige mensen te dwingen tot samenwerking, door het samenwerken helemaal te formaliseren. Dat werkt volslagen contraproductief.

donderdag 16 september 2010

Diemerhaven

Elke dag, als ik van huis naar mijn werk fiets, doorkruis ik een kleine stadsidylle. Het is een gemeenschap van ondernemers met hun dieren die blijkbaar gedoogd wordt, vermoedelijk met tegenzin. Ik schrijf vermoedelijk, want ik weet dat niet zeker. Het is mijn vooroordeel dat deze stadsidylle niet meer dan tolerantie ten deel valt en niet echte onvoorwaardelijke ondersteuning.

Ik heb deze stadsidylle Diemerhaven genoemd, want de stadsidylle heeft een kleine jachthaven, aan het Amsterdam-Rijnkanaal en het ligt vlakbij het oude stadje Diemen. Het is mijn Amsterdamse variant op Delfshaven (in Rotterdam). Het zeventiende-eeuwse Delfshaven is een erkende, beschermde stadsidylle. Daar kun je dromen hoe mooi het was om in een kleinschalige gemeenschap te wonen. In Diemerhaven kan dat ook. Kom dat eens doen! Er is bijvoorbeeld een schoonheidssalon in Diemerhaven.

Een deel van de woningen in Diemerhaven staat (zogenaamd) op wielen. Vermoedelijk vanwege de wielen vallen die huizen niet onder het bouwbesluit, waardoor de bewoners van Diemerhaven ongelimiteerd aan hun huis mogen knutselen. Dat ziet er echt verrukkelijk uit: er is geen verordonneerde opleverdatum en alle materialen zijn toegestaan. Ik heb vriendschap gesloten met een bewoner van Diemerhaven. We zwaaien dagelijks naar elkaar. Hij spreekt geen Nederlands, bleek, toen ik bij het zwaaien ook nog iets ging zeggen.

En - speciaal voor Erik - een afbeelding.

dinsdag 14 september 2010

God


Ik heb, als toerist, allerlei religieuze bouwwerken bezocht. Bijna altijd mocht ik binnenkomen. Dat is verder eigenlijk nergens zo, dat ik zomaar mag binnenkomen. Mensen gaan toch vragen: wat kom je eigenlijk doen? In religieuze gebouwen wordt dat nooit gevraagd. Waarschijnlijk begrijpt niemand precies wat hij of zij daar zelf eigenlijk komt doen.

Alleen dit al maakt religie voor mij aantrekkelijk: je mag komen, en er worden geen vragen gesteld. Ik zie religie als een oude-dagsvoorziening, en aangezien ik al meer dan veertig ben overdenk ik soms door welke religie ik me zal laten verwelkomen, als ik echt oud ben en op zoek naar een bouwwerk om in te schuilen.

Om de inhoud maakt het me volgens mij geen moer uit welke ik kies. Het is toch allemaal hetzelde soort geboden en dat je samen een ritueel doet. Ik heb de indruk dat de islam op dit moment nogal actueel is. Daar zal toch ook wel een goede reden voor zijn?

maandag 13 september 2010

groene post

Als ik postzegels koop krijg ik een stickervelletje met milieuslogans van TNT, elk ter waarde van 44 cent. Dat is niks nieuws, want postzegels waren altijd propaganda. Vroeger voor de koningin, maar nu dus voor het milieu. Dit propageert TNT: hybride-auto's, zonnecollectoren, biobrandstof, windmolenparken, kooldioxide-compensatie, auto delen, elektriciteit opwekken uit biomassa, roetfilters, isolatie en groene post.

Bij alle TNT-idee'tjes heb ik een beeld en over allemaal heb ik ook een mening, die ik hier graag een keer geef. Behalve bij en over groene post. Wat is nou weer groene post?

Gelukkig legt TNT dat hier zelf uit. Groene post is post, bezorgd door TNT, omdat TNT van plan is om een duurzame bedrijfsvoering te hebben. Ik had het duidelijker gevonden als op de postzegel gestaan had (streven naar) groene bedrijfsvoering. Ik kan eigenlijk niets milieu-onvriendelijks verzinnen aan post - als concept -. Dat mensen contact met elkaar onderhouden, dat is toch altijd goed? Of niet?

vrijdag 10 september 2010

kernenergie

Ik lees één krant, en dat is de gratis krant De Pers. De Pers is een soort dagelijks opinieblad, dat ik zou moeten lezen naast een echte nieuwskrant, wat ik niet doe, waardoor ik denk dat de opinie van De Pers het echte nieuws is. Zowel opinie als nieuws kunnen makkelijk gemist worden, heb ik gemerkt, maar ik vind het lichtvoetige van opinie verpakt als nieuws (zoals in De Pers) tamelijk smakelijk, vier dagen in de week.

Uit De Pers maak ik op dat kooldioxide-uitstoot eigenlijk de enige zorg is die er maarschappelijk om het milieu is. En dat alles wat gedaan wordt om kooldioxide-uitstoot te verminderen geoorloofd is. En dat dus bijvoorbeeld kernenergie een goed voorbeeld is effectieve zorg voor de omgeving.

Het lijkt onvermijdelijk: kernenergie. Eerder beschreef ik hier een ideetje hoe met kernafval om te gaan: blootstellen aan de zon. Vandaag staat in De Pers dat natuurkundigen hebben ontdekt dat zonlicht de radioactieve vervaltijd juist verlengt. Als we het radioactieve afval kunnen blootstellen aan een anti-zon (de maan?), pas dan is kernenergie wat mij betreft een goed idee.

donderdag 9 september 2010

Nike

Vorige week was ik in mijn geboorteplaats Hilversum. Ik was te vroeg voor mijn afspraak, dus ik ging wat rondstruinen rondom het kantoorgebouw waar ik verwacht werd. In mijn jeugd was op die plaats - geloof ik - een renbaan. Een architectonische renbaan zelfs, maar helaas een onrendabele architectonische renbaan.

Ongeveer daar staat nu een kantoor van het sportmerk Nike; dit was niet het kantoor waar ik verwacht werd, gelukkig. Nike's kantoor is een architectonisch gebouw, want dit gebouw is cradle-to-cradle. Na twee slagbomen stond ik in de binnentuin van het Nike-gebouw. Behalve dat het gebouw er erg netjes uitzag, was de cradle-to-cradle-heid eigenlijk niet te zien.

Door Naomi Kleins boek No Logo hou ik niet zo van Nike. De werknemers die in de binnentuin flaneren zijn helemaal in Nike-kleren gestoken en praten engels met elkaar, op mijn geboortegrond op de Utrechtse heuvelrug. Rot es effe op! Die binnentuin van Nike bestaat is rondom een fluweelstrak grasveld met kleine goaltjes, dat een trapveldje moet uitbeelden. Niemand heeft daar, zo te zien, ooit een balletje getrapt. Niemand durft dat.

dinsdag 7 september 2010

ironie

Ergens onderweg naar de leeftijd die ik nu heb, heb ik ironie geleerd. Ik heb ironie me zo eigen gemaakt, dat niemand nu nog weet of ik de dingen die ik zeg nou echt meen, of niet. Daarbij schijn ik een ironische stem te hebben. Sinds een paar jaar bestrijd ik - als ik er tenminste aan denk (let op deze ironische wendig!) - ironie. Als iemand bijvoorbeeld sarcastisch zegt: 'Lekker wel', dan zeg ik: 'Wat leuk dat je dat lekker vindt.'

Ironie is meest behoedzame manier om jezelf te zijn op plekken waar authenticiteit wellicht niet op prijs gesteld wordt. Zodra in ironie waarheid of schoonheid doorklinkt, moeten de mensen die die schone waarheid begrijpen, lachen. Ironie brengt zo wat menselijkheid op authenticiteit-vijandige plekken, althans: menselijkheid voor de mensen die de schone waarheid begijpen. En dan gebeurt er verder niks meer. Wie ironisch is legt zich eigenlijk bij alles neer.

De lach die aan de ironie kleeft is verslavend. Om een lach te scoren kan ik alles met mijn intonatie ironisch laten klinken. Zodra er gelachen wordt, is er niemand meer die mij corrigeert en zou ik van alles wat ik zeg kunnen gaan denken dat het schone waarheid is. Ik denk dat Geert Wilders' afkeer van de Islam ook ironisch begonnen is.

maandag 6 september 2010

boerka

Dit bericht gaat niet over (groene) technologie, zoals hierboven aangekondigd wordt. Dit bericht gaat over wat mij afhoudt van (groene) technologie. Dit bericht gaat over mijn vertroebelde blik, over mijn absentie, mijn indolentie en mijn matigheid. Want wat zou ik allemaal voor elkaar krijgen als ik niet verslaafd zou zijn. Verslaafd aan seks.

Niet dat ik een promiscue leven leid, helemaal niet. Eén keer heb ik getracht om iets van vrouwen en van mijn hunkering te begrijpen, maar verder zit ik het maar zo'n beetje uit, dit leven vol verwarring zodra er een vrouw in beeld verschijnt.

Zoals ik mezelf heb afgeleerd om mijn tanden te knarsen en om alcohol te drinken, zo ben in recent begonnen om mezelf af te leren om naar vrouwen te kijken. Ik kijk wel naar hun mannen of hun kinderen, maar zodra er tieten aan zitten wend ik mijn blik af. Die boerka's: ik vind dat helemaal niet zo'n slecht idee, eigenlijk.

vrijdag 3 september 2010

te land ter zee

Daarnet is bij de opleiding waar ik werk de introductieweek afgerond, en omdat mijn opleiding een technische opleiding is bestaat die afrondig uit een race van voertuigen die in de dagen hiervoor door de studenten gebouwd zijn. Het is een mannelijke initiatierite, die op het eerste gezicht best spectaculair is. Het lijkt op het televisieprogramma Te land, ter zee en in de lucht, maar dan zonder camera's en zonder politie en zonder duikers.

Ik vind Te land, ter zee en in de lucht een smakelijk programma, één kwartier per jaar. Vooral de achteruitrijrace (en de caravanrace) vond ik hilarisch. Een orgie van vernieling. Toen ik het terugzag bleek dat ik me het commentaar van André van Duin kon ik nog woordelijk herinneren.

In de introductieweek kan een beker gewonnen worden en als het goed is wordt er ook een studiepunt behaald. We hebben dit jaar 170 eerstejaars, bijna allemaal jongens. De scheidslijn tussen plezier en gevaar is zeer smal, bij deze door ons georganiseerde emotiecocktail. Bij ons is niks gebeurd hoor, dit jaar, maar ik denk dat Te land, ter zee en in de lucht nooit live zal worden uitgezonden, om zeker te weten dat de afgerukte armen en geperforeerde oogbollen buiten beeld blijven.

donderdag 2 september 2010

consuminderen

Ik zorg het beste voor mijn omgeving door na te blijven denken. Ik heb daardoor bijvoorbeeld het afwassen weer ontdekt. Afwassen: warm water in een teiltje laten lopen, de glazen eerst en het bestek, dan het serviesgoed en tenslotte de pannen. Sinds ik besloten heb dat de nooit gebruikte afwasmachine me niet bevalt was ik elke dag met de hand af. Is wel iets meer werk dan het inpakken en uitruimen van een machine, maar echt veel scheelt het niet, geloof ik.

Bovendien is de twee jaar oude, maar sinds ongeveer een jaar ongebruikte wasdroger vandaag door de vader en de verloofde van een blije koper ons huis uit gedragen. Op een dag gaan ook de wc's eruit, gaat de warmte-unit eruit, gaat de televisie eruit, misschien de computer ook wel, gaat het elektrische fornuis eruit, misschien de koelkast ook wel. En tenslotte de inboedelverzekering. Dat laatste lijkt me echt een bevrijding.

En ik verkoop dat allemaal, uiteraard. Zodra ik het in andere handen heb overgedragen voel ik me helemaal niet meer verantwoordelijk voor de rommel die een ding veroorzaakt. Mijn verantwoordelijkheidsgevoel is sowieso de laatste maanden enorm veel kleiner geworden, en dat komt door mijn composthoop en door het plastic, dat ik tegenwoordig apart verzamel. Ik vind het echt fijn als ik met groente-afval blijf zitten: mmm, dat zal het composthoopje wel lusten! En hoe meer blisters ik verzamel hoe gelukkiger ik me voel. Duurzaam weggooien is echt een geschenk. Het is een van de zeldzame momenten op de dag dat ik volledig goed voel.