vrijdag 30 oktober 2009

vloerverwarming (2)


De warmte-unit die door een door Nuon ingehuurd installatiebedrijf in onze meterkast geplaats is, was - volgens de de installateur die dat ding vervolgens aansloot op onze vloeren - een vergissing in ons voordeel. Wij hebben namelijk betaald voor een warmte-unit van het type 4, maar uit het busje van de Nuon kwam een unit van het type 5. Het duurdere type, vermoedelijk omdat dit type meer vermogen heeft.

Hiermee is een wens in vervulling gegaan die ik hier zelf op 11 december vorig jaar heb opgeschreven: een ketel met veel vermogen, en een thermostaat met een gaspedaal.

Mij is verteld dat vloerverwarming altijd, dag en nacht, zomer en winter, moet aanstaan, omdat het zoveel energie kost om de massa van het huis helemaal op te warmen. Dat opwarmen kost zoveel energie, dat het zonde is om het warme huis te laten afkoelen. Met warmte-unit van het type 4 zouden we dat wellicht in de gaten hebben, maar warmte-unit type 5 heeft binnen een uur ons huis warm. De eerste nacht verstookten wij 80 MegaJoule. Wat mij nogal een hoop lijkt.

donderdag 29 oktober 2009

vloerverwarming (1)

In veel stappen en evenveel geknakte verwachtingen is de vloerverwarming van de Nuon nu actief in ons huis. De teleurstelling was dat de aansluiting op het warmtenet (via een loopgraaf in onze keurige vinexstraat en hekken, opgewonden beambten en laconieke installateurs) niet betekende dat die warmte dan ook in onze vloer kwam. De warmte kwam tot de meterkast en verders niet. De warmte-unit (een toverdoos van Nuon) zou pas over twee weken komen, als het busje met toverdozen toevallig in de buurt was.

De toverdoos kwam verleden dinsdag. Met een installateur, die onze meterkast afkeurde, omdat we daarvan, en hij beeldde met zijn handen uit hoe er planten of paddestoelen uit zijn hoofd groeiden, daar groen en geel van zouden worden. 'O', zei ik, want ik vond dat een onprettig vooruitzicht. 'Legionella', zei de man. Onze meterkast moet geventileerd worden. Daar hadden we niet op gerekend.

Na installatie ging de toverdoos ons huis zeer enthousiast opwarmen. Dat moest stapgewijs en voorzichtig. Het werd die nacht meer dan 30 graden in de slaapkamer. Toen we na een doorwaakte nacht wilden douchen was er opeens geen warm water meer. (wordt vervolgd)

dinsdag 27 oktober 2009

zwaar beroep


Eerder schreef ik hier over de installateurs, en over hoe ze te lijden hebben. Misschien was dat ingegeven door eigenbelang: hun werk moest nog beginnen en ik was van hen afhankelijk. Inmiddels ben ik een fase verder: hun werk is gedaan en ik moet hun rekeningen gaan betalen.

Ik denk dat je een krachtige persoonlijkheid moet hebben om in opstand te komen tegen de bespottelijke werktijden in de bouw. Ik begrijp niet waarom bouwvakkers eerst honderd kilometer moeten reizen om om zeven uur stipt op de bouwplaats te zijn. Om koffie te gaan drinken en de vierde sigaret te roken. Om zand in de zakken van elkaars overalls te scheppen. Om te wachten en te telefoneren. Om te schaften en te ouwehoeren met de andere installateurs.

Er bestaan in Nederland geen legale zware beroepen.

vrijdag 16 oktober 2009

oplevering

Ik kon het mij niet langer veroorloven om me van de realiteit af te sluiten met een slecht boek, hoe graag ik dat ook deed. Mijn gezin is vanuit de hotelkamer nu in het nieuwe huis getrokken, terwijl de stuuk daar aan het drogen is, maar de stadsverwarming nog niet is aangesloten. Ik stel het hier maar, na drie hoofdstukken: ook als ik er zonnig naar kijk, vind ik Toegepaste Energietechniek deel 2 geen effectief boek. Voor mij, met zeer veel leeservaring en ongebruikelijk veel interesse voor het onderwerp is het nog net op te brengen, maar ik vind mezelf niet representatief.

Wegens het nieuwe huis breng ik veel tijd door in de auto onderweg naar IKEA. En bij elk bezoek word ik weer verrast door de rationaliteit en de intelligentie van alles bij IKEA. Zo goed als de medewerkers getraind zijn. Goed goedkoop als alles is. Zo vlekkeloos als de volkverhuizing van kopers door het gebouw trekt.

Als er echt iets terecht moet komen van duurzame energie, zou je dat moeten kunnen kopen bij IKEA. Zonnepaneel Solgard voor 12,50 en windmolen Kulingar voor 16,90. Maar op IKEA wil ik niet wachten, dus er is een soort haast geboden met het opwindende onderwijs van Dutch Comfort College, en de enthousiasmerende literatuur die daarbij hoort.

donderdag 15 oktober 2009

passieve zonne-energie


Misschien waren het de nutsbedrijven die deze week mijn huis aansloten op allerlei nutsvoorzieningen, dat ik zo mopperig was in de laatste stukjes. Het is niet mijn bedoeling om hier mopperig te zijn. Mopperigheid is ook een manier om lezers af te schrikken. Over de nutsbedrijven ook alleen maar lof. Ze hebben ons toch maar mooi aangesloten. En met zoveel ijver! Onze straat is drie dagen afgezet geweest en het zand is drie keer, steeds op dezelfde plek, tot drie meter diepte in- en uitgegraven met zo'n grappig klein graafmachientje.

Als ik Toegepaste Energietechniek deel 2 drie jaar geleden had gelezen (dat had gekund, want de uitgave stamt uit 2005), dan waren als die opgravingen in mijn straat misschien niet nodig geweest. Dan had ik bijvoorbeeld passieve zonne-energie gedaan. Allemaal negentiende-eeuwse trucjes heb ik in dit hoofdstuk geleerd, zoals de onverwarmde serre op het zuiden. Of, en hier moet ik toch een beetje om grinniken, dat je een opgewarmd huis passief kunt koelen door de ramen open te zetten. En daarbij uiteraard een formule, waarmee je kunt berekenen hoe je de ramen moet open zetten.

Nou kom, niet zo mopperen. Over de thermische massa van een gebouw, en waar je die (binnen) moet aanbrengen, heb ik nog nooit eerder nagedacht. Ook de beglaasde zonnewand (een kamer van 1 cm diep zonder deur maar met een groot raam) vind ik een vondst. En wat te denken van translucent isolatiemateriaal (een isolerend, maar warmte-absorberend raam, waar je niet doorheen kunt kijken). Maar de zelfdenkende, zonlichtregulerende thermochrome, fotochrome en zelfs elektrochrome beglazing keur ik af. Dan zet ik liever een raampje open.

woensdag 14 oktober 2009

formule

Als je lezers echt wil afschrikken, dan moet je heel terloops een formule introduceren, zonder die verder uit te leggen. Ik zou de formules uit hoofdstuk 2 van Toegepast Energietechniek deel 2 hier graag citeren, maar ze zijn zo ingewikkeld, dat mijn toetsenbord ze niet aankan. Sowieso is formules uit een toetsenbord krijgen een pittig klusje; Microsoft heeft speciaal daarvoor een klein programmaatje in Word, waarmee je een hoop, maar nog steeds niet alle, formules kunt maken, nadat er eerst omstandig met de muis en met de tong uit de mond op het beeldscherm gepield is.

Hoofdstuk 2 gaat over zonne-energie. Daarom gooien de auteurs er bijvoorbeeld een formule in waarmee de afstand van de zon tot de aarde kan worden berekend. Ik geloof niet dat het mij lukt om die afstand te berekenen, ook omdat ik me niet echt uitgenodigd voel om de formule te willen begrijpen. Het boek wil nog wel iets kwijt over waar de formule toe leidt: dat de aardbaan om de zon ellipsvormig is en dat in december de afstand tot de zon aanzienlijk korter is dan in juni. Is dit echt zo? Ik herinner me van toen ik middagen lang voor mijn plezier in de encyclopedie las dat dat heel anders was.

Er is ook een formule waarmee je kunt berekenen hoeveel licht op een zonnepaneel zou kunnen vallen, waarbij de weersgesteldheden de afhankelijke variabelen van de formule zijn. En ook de vervuiling van de lucht, maar die vervuiling is weer afhankelijk van het weer, en het weer schijnbaar weer van de vervuiling, wat de formule knap ingewikkeld maakt. Het heeft iets moedeloosmakend triviaals, dit soort ad hoc in elkaar geflanste amateur-wiskunde.

dinsdag 13 oktober 2009

arme mensen


Ik ga het boek Toegepaste Energietechniek deel 2 van kaft tot kaft lezen. Dat doe ik normaliter niet, zeker niet met een leerboek. Zo'n boek sla ik open waar de formules en de roze blokken staan, omdat ik weet dat mijn studenten dat ook zo doen en omdat ze daar gelijk in hebben: in de roze blokken staat wat belangrijk is en waarover de tentamenvragen gaan.

In de inleiding van Toegepaste Energieleer deel 2 zijn geen roze blokken. Trouwens, energieleer is een mannenvak, dus in dit boek zijn de blokken blauw en niet roze. Ik heb de inleiding toch gelezen! De inleiding gaat over duurzaamheid. Duurzame dingen worden gedefinieerd als dingen die goed zijn goed voor het geld, voor het milieu en voor de mensen. Tegelijkertijd! Het is, zo staat in de inleiding, de bedoeling dat de duurzame dingen, en dus ook de duurzame energie, ertoe bijdragen dat armoede, honger en achterstanden in opleidingsniveau worden weggewerkt.

Maar dat is blijkbaar geen ingenieurswerk, want in de hoofdstukken die volgen wordt alleen nog over geld en milieu gepraat. Ja, en over techniek natuurlijk.

maandag 12 oktober 2009

toegepaste energietechniek deel 2


Mijn collega Wim heeft al vele fusies en managementwisselingen meegemaakt, hier op de HTS. Wim is door zijn onverzettelijke verbondenheid met het instituut waar ik thans werk een soort monument van het Amsterdamse techniekonderwijs. Daar hoort bij dat hij van de uitgevers altijd de nieuwste boeken krijgt toegestuurd. Hij schrijft dan met kloeke letters Wim op het titelblad en zet het boek in zijn kast. Of hij de boeken ook léést, dat weet ik niet.

Een andere collega toonde me uit Wims boekenkast (die naast mijn bureau staat) het redelijk recente boek Toegepast Energietechniek deel 2, van Ouwehand, Papa, Gilijamse en De Geus. Hij was er enthousiast over, en ik ook wel, want dit boek gaat over duurzame energie, dat staat in nog net leesbare lettertjes onderaan op de kaft. Je oog moet er maar op vallen.

Het boek past in de reeks waar ook het boek van Arie Taal in hoort, dat ik hier eerder besprak op 11 september. Ik ben door die slechte ervaring allergisch geworden voor de boeken van Academic Service ('een imprint van Sdu'), maar op het eerste gezicht ziet dit boek er toegankelijk uit. Het boek heeft 14 hoofdstukken. Als ik elke dag hier een hoofstuk bespreek, heb ik op vrijdag 30 oktober het boek uit.

vrijdag 9 oktober 2009

stortbak


Ik houd erg van gietijzeren stortbakken. Dat blijft zo, ook als ik gehoord heb dat er iemand overleden is nadat de ophangbeugels van de muur zijn afgebroken en de dertig kg gietijzer, de twintig liter spoelwater en de waterbesparende baksteen op het hoofd van de geduldige zittende ontlaster zijn gestort.

Ik houd er ook van dat ze zo hoog hangen, die ouwe stortbakken. Het voordeel is dat er meer ruimte op de vloer van de wc-ruimte overblijft en dat de spoelkracht van het water groter is. In een honderd jaar oud huis trok ik per ongeluk de wc eens door, net nadat ik de pot had weggehaald, en door de kracht van de waterstraal werd ik de wc-deur uitgespoten.

In mijn nieuwe huis wilde ik de gloednieuwe kunststoffen stortbakken graag hoog hebben hangen, om de redenen die hierboven staan. Dit is door de installateur niet begrepen, wellicht omdat het hoog ophangen van een stortbak in strijd is met de arbo-regels van de bouwvakker. Een installateur beweerde dat de hoogte van de spoelbak niet uitmaakt voor de spoelkracht, maar dat geloof ik echt niet. In mijn volgende huis komen alle spoelbakken op het dak.

donderdag 8 oktober 2009

vlakspoeler

Grappig: toen ik een plaatje zocht van een vlakspoeler - een podiumpot - vond ik alleen afbeeldingen van wc-potten met een gesloten deksel. Volgens de feng shui moet je de wc-pot altijd gesloten houden, omdat er slechte chi uit het riool komt. Maar ook in onze cultuuur houdt het geen pas om openlijk over keramieke zijde van de wc-pot te praten.

Maar toch: ik houd niet van de diepspoeler. Ik vind het er onsmakelijk uitzien als mijn drollen ronddrijven onderin wit vaatwerk. Ik vind het ook onprettig aanvoelen als het opspettert tegen mijn blote billen. Bij een vlakspoeler kan ik omkijken naar wat ik gemaakt heb. Erica Jong heeft met opmerkelijke walging over dit omkijken geschreven in Het Ritsloze Nummer, ... dat is het cultuurverschil tussen mij en Erica Jong.

Bij mijn nieuwe huis staat een bouwtoilet, zo'n kunststof doos die eens in de week door Bo-rent wordt geleegd en schoongespoten. Ons bouwtoilet kun je niet doortrekken, waardoor de vlakspoel-opstelling niet slim is. Immers: een vlakspoeler die je niet kunt doortrekken gaat stinken. Er staat dus een diepspoeler bij mij voor de deur. Deze diep'spoeler' geeft niet een plons van waterdruppels tegen mijn billen, maar om hygiënische redenen een plons van een blauwe, wat stroperige vloeistof tegen mijn billen. Dit is misschien hygiënisch, maar ik vind het smerig.

woensdag 7 oktober 2009

wolken


Het was de intimiderende kinderliteratuur van de jaren zeventig van de vorige eeuw (Barbapappa bijvoorbeeld) waardoor mijn generatie een grote argwaan heeft ontwikkeld tegen wolken. Zeker tegen door mensen gemaakte wolken; de wolken die in de kinderboeken giftig groen en soms zelfs met doodshoofden erin uit zwarte fabriekspijpen omhoog walmden.

Een hoogopgeleide leeftijdsgenoot, die gewoon in een christelijk gezin is opgegroeid, heeft aan mij opgebiecht hoe bezorgd hij is over uitlaatgassen van auto's, omdat hij overtuigd is dat de hele wolk die uit de uitlaat ontsnapt puur gif is. Dat is niet zo! (zei ik). Uit de uitlaat van een auto komt min of meer het zelfde als uit de neus van een dartel hert in het lommerrijke woud.

Ik ben weer terug op school, omdat ik vind dat ik genezen ben van mijn longontsteking. Het blijkt, dat mijn empathische collega's (die vonden dat ik minstens twee maanden rust moest houden) allen ervaren longpatiënten zijn. Eén vertelde dat zijn longontstekingen ontstaan als hij oppervlakkig ademt en dus niet zijn volledige longinhoud gebruikt. Onderin zijn longen blijft de onverse lucht achter, die de etter veroorzaakt. Zou het met motoren ook zo werken? Dat als een cilinder niet meedoet, dáár de etterende groene wolken van Barbapappa ontstaan?

dinsdag 6 oktober 2009

koffiemok

In 2005 werd aangekondigd dat er in 2009 een gasturbine op de markt zou komen zo groot als een koffiemok. Een koffiemok die twee à drie kiloWatt vermogen levert. Welnu, het is 2009 en ik wil nu die kiloWatt leverende koffiemok graag kopen.

Een gasturbine is een soort straalmotor (zo'n ding dat onder een vliegtuigvleugel hangt). Het verschil is (geloof ik) dat een straalmotor straalt en een gasturbine niet. Dat stralen, dat is veilig op vliegvelden of tien kilometer hoog in de lucht; verder heb je niet veel aan een straalmotor. Een gasturbine zorgt ervoor dat er een as gaat draaien, net zoals een motor met een krukas dat doet. Alleen een krukasmotor die twee à drie kiloWatt vermogen levert is niet zo groot als een koffiemok.

Binnenkort moet ik weer grotere afstanden gaan fietsen. Ik wil daar wel een hulpmotortje bij, ter grootte van een koffiemok. En inderdaad, ik wil mijn hulpmotortje ter grootte van een koffiemok graag customizen bij mijn fiets. Powered by Dutch Comfort, maar dan zonder dat Feyenoord-logo.

maandag 5 oktober 2009

glasvezelbehang


Ik vind het groot nieuws dat ik een ecologische bouwmarkt heb ontdekt, verderop, in Amsterdam-West. Mijn zowat radio-actieve huis (er is veel aardigs te zeggen over de mannen die het huis hebben opgetrokken, maar hun materiaalkeuze en werkwijze werden niet in de eerste plaats ingegeven door zorg om alles wat kan opraken) wordt nu dus opgeschilderd met ecologische verf.

Maar we behangen ons huis dan wel weer met glasvezelbehang. Over glasvezels heb ik iemand met een baard zich wel eens zien opwinden, waardoor glasvezels in mijn hoofd zijn blijven hangen als milieudelict. Bij de ecologische bouwmarkt verkopen ze misschien jute bij wijze van glasvezelbehang. Voor ons noodgeval - het geld is op en er moeten nog drie verdiepingen gestuukt worden, en snel - was de ecologische bouwmarkt net even te ver weg.

Door de komst van glasvezelbehang, met de bijhorende glasvezelbehanglijm en glasvezelbehanglijmblokkwast, zouden stukadoors zich echt zorgen moeten gaan maken: het is echt makkelijk aan te brengen en ik vind het er zeer acceptabel uitzien. Ik dacht: als je die glasvezels nou aansluit op een infrarood-warmtebron, dan is dat een hele laagdrempelige manier om zelf muurverwarming te maken.

vrijdag 2 oktober 2009

vrijheid

Ik weet niet hoe lang de energiemarkt al vrij is, maar waar ik binnenkort ga wonen valt niet zo veel te kiezen. We kunnen ervoor kiezen om stadswarmte te betrekken bij Nuon, of om stadswarmte niet te betrekken bij Nuon en kou te lijden. IJburg is een eiland. Misschien is dat de reden dat er geen gas geleverd kan worden. In de buurt waar we gaan wonen stikt het van de eigenwijze architecten en andere hippe vogels, die allerlei manieren hebben gevonden om deze logikwis te tackelen, maar toen wij begonnen met het bouwen van ons huis waren we nog niet creatief genoeg. Wij wachten nu dus op de onvermijdelijke aansluiting op de stadswarmte van Nuon.

Er is al aangekondigd dat in de meterkast van ons nieuwe huis een machine komt te hangen, die wij te leen krijgen van Nuon, die de warmte gaat regelen. En dan heeft elke verdieping van het huis ook nog een schakelstation, elk met minstens drie wijzerplaten, een elektrische pomp en zeer vele draaiknoppen, allemaal apparatuur waar we te allen tijde van af moeten blijven.

Nuon levert ons warmte op 70 graden Celsius en het apparaat in onze meterkast meet de temperatuur van het water dat we teruggeven aan het netwerk. En de hoeveelheid water, ik vrees, iedere keer met een andere temperatuur. Volgens mij is, om dit nauwkeurig te meten, erg gevoelige apparatuur nodig. En om vervolgens te berekenen hoeveel wij dan aan Nuon moeten betalen, ... software. Begrijpelijk dat de aansluiting van de stadsverwarming ongeveer net zo duur is als vier cv-ketels.

donderdag 1 oktober 2009

zachte ogen


Ik heb de indruk dat retro-designers gaan retro-designen om troost te bieden aan iedereen die denkt dat het vroeger beter was dan nu. En beter is nog niet specifiek genoeg; het beter dat - volgens mij - nu voor beter doorgaat is warm-beter, gezellig-beter, respectvol-beter. Beter dan nu de mensen elkaar niet meer kennen, beter dan nu iedereen een nummer heeft (of is?) en beter dan nu de politie niet meer verplicht een snor heeft. Beter is vooral dorpser. Vandaar die dorpse Mini en die dorpse Mercedes SLS AMG.

Ik associeer vroeger met zachtheid. Volgens mij waren vroeger de geluiden minder hard, de geuren minder kunstmatig en de lichten minder schel. Volgens mij waren de sensorische contrasten minder groot. (Eén keer een romantische gaslantaarn gezien en zo'n conclusie is geboren.)

Ik vind het erg onprettig dat moderne auto's die zijn ontworpen met betekenisvolle koplampen (boos, of juist argeloos kijkend) uitgevoerd worden met dat borende xenon-licht, of die nare led-lampjes. Dat koplampen op ogen moeten lijken, daar komen we nooit meer vanaf, maar laat dat licht dan een beetje zacht zijn en niet zo snijdend als nu, alstublieft.