Ongeveer twintig jaar geleden illustreerde ik een boekje van Johan Stahlecker, een nogal excentrieke verfmaker uit Den Haag. Zijn handen waren vergroeid van de giftige materialen waarmee hij gewerkt had en dit boekje was zijn testament, naast vele andere testamenten die hij zijn stad heeft nagelaten. In het boekje beschreef hij tamelijk beeldend hoe vroeger pigmenten gemaakt werden. Perenrood uit luizenlijkjes en indisch geel uit urine. Ik ben het boekje sinds al mijn verhuizingen kwijt, dus ik citeer hier de luizen-site nog een keer: Indisch geel kan worden verkregen door jonge mangobladeren aan koeien te voeren. Als gevolg hiervan wordt hun urine dikker en geler. Vervolgens kan de urine in een aantal stappen tot pigment verwerkt worden. [...] Tegenwoordig is het door de dierenbescherming en om religieuze reden (in het hindoeïsme is de koe heilig) verboden.
Nu krijgt dit verhaal een onsmakelijke wending; mensen met een zwakke maag raad ik aan om niet verder te lezen. Aldus: vorige week had ik een zweer aan mijn grote teen. Die zweer brak open en die leverde een mooie ronde klodder pus op. Precies groen snot, eigenlijk. Ik weet nu dat pus ook hetzelfde smaakt als groen snot. Best lekker, vind ik. Zou het ten behoeve van menselijke consumptie moedwillig kweken van zweren op dieren (voor in een kroket?) ook verboden zijn?

















