woensdag 4 november 2009

verbrandingsmotoren

Het boekje, dat ik overal waar ik ga met mij meedraag, heet Verbrandingsmotoren ; het is geschreven door ir C. Kerkhoven w.i., leraar aan de h.t.s. te Rotterdam. Het boekje opent op pagina XV met een historisch overzicht, en wat blijkt: het is allemaal begonnen met Christiaan Huygens, die al in 1680 trachtte arbeid te verrichten door kruit in een cilinder te verbranden. Die dekselse Christiaan! Was hij misschien op het idee gekomen toen hij in de boekenkist uit het Muiderslot ontsnapt was?

En wat te denken van de eerste zescilinderauto ter wereld (1902), gebouwd in autofabriek Trompenburg te Amsterdam? Of de Vulcanus, het eerste zeegaande motorschip ter wereld, gebouwd door Werkspoor, in 1910? Of het octrooi uit 1935 van dr H vd Horst op hardchromen? Ik heb geen idee wat dat laatste met het onderwerp te maken heeft, maar ik voel dat ik opzwel van nationale trots.

Zo voerde de directeur van de Kon. Mij. "De Schelde" - ir H.W. van Tijen - het kental T (van Tijen, vermoed ik) in, wat een betere maat is voor de belasting van een verbrandingsmotor dan het effectieve vermogen P-eff. Zo groot was het ingenieursvak, in 1956 toen Kerkhoven w.i. zijn boekje schreef. En w.i. staat natuurlijk voor werktuigbouwkundig ingenieur, dat lijkt me logisch.

Geen opmerkingen: