dinsdag 26 april 2011

het lintje


De mensen om mij heen zijn ijkpunten voor mij. Naar iedereen om mij heen, en met name naar mannen, kijk ik en intussen beoordeel ik wat ikzelf in zijn positie zou doen. Vandaag dacht ik bijvoorbeeld: hoe zou ik in een geblokt overhemd wiskunde geven? In de krant valt mijn oog op een artikel getiteld: promiscue kroegbaas die te eigenwijs was. Promiscue, kroegbaas, eigenwijs. Allemaal ijkpunten. Een goede kennis van mij is kort geleden geridderd. Hier is mijn voor de hand liggende gedachte: hoe zou ik het vinden om geridderd te worden?

Hieronder ga ik opsommen waarom ik best een lintje zou willen.
Ik denk dat het goed voelt om door de gemeenschap toegejuigd te worden, hopelijk om goede redenen.
Ik denk dat het goed voelt om een fysieke herinnering te hebben (een lintje, namelijk) aan de toejuichingen die me bij de uitreiking ten deel vielen.

Een lintje mag, volgens de draagwijzer, door mannen alleen gedragen worden in combinatie met een pak en een das; een andere draagwijze is strafbaar. Strafbaar! Hoe moet degene die de man van het pak en de das bevrijdt met trots zijn lintje dragen? Ik ben dol op pakken en dassen, maar die mag ik gelukkig aantrekken zonder een strafblad te riskeren. Het wordt wel erg serieus, met een lintje.

Geen opmerkingen: