vrijdag 27 februari 2009

vervuiling

Enkele weken geleden speelde mijn dochter met een nieuwe vriendin, en bij een nieuwe vriendin hoort ook een nieuwe vader, die haar kwam ophalen toen het spelen was afgelopen. 'Kijk', zei die vader, terwijl hij naar de thermostaat aan onze muur toeliep, 'die heb ik nog aangelegd.'

Toen ik nog in de stad woonde had ik nooit zulke gesprekjes. Geen van de vaders van de vriendinnen van mijn dochter uit de stad had ooit een thermostaat aangelegd. Het merendeel van die vaders kon een thermostaat niet eens bedienen. Ik zeg dit zonder dédain, want deze vaders hadden meestal iemand in dienst die de thermostaat kon bedienen en dat is ook een uitstekende oplossing, als je dat kunt betalen. Warme werktuigbouw is een vak van het arme platteland.

Ik heb van dit gesprekje geleerd dat een thermostaat altijd moet hangen op de meest onhandig plaats van het huis, om dat het uitgerekend dáár altijd de gemiddelde temperatuur is. Althans, dat geldt hier, op het gure platteland, waar de huizen vrij staan in de kou en niet in de stadse broei. Zou er behalve stadse lichtvervuiling ook stadse warmtevervuiling bestaan?

donderdag 26 februari 2009

beestjes


In het najaar legde ik het beste van de enorme appeloogst van twee verschillende bomen op zolder. Dat was minstens een hele dag werk. Daarna ging het heel subtiel aangenaam ruiken daar, maar echt intensief gebruiken deden we de appels niet. Vandaag trof ik ze aan, sommige in vergevorderde staat van ontreddering.

Opvallend was dat de appels die op de onderste planken lagen soms als een vulkaan uitgebrand leken, of in stukjes geëxplodeerd. Andere waren vloeibaar geworden en in hun schil in elkaar gezakt. Een stuk of drie waren zelfs enkele decimeters verplaatst. Op hogere planken waren de meeste appels nog blakend, hoewel ook die in de supermarkt zouden overblijven. Ik vermoed dat de hogere planken gewoon te hoog waren voor de beestjes die het op mijn wintervoorraad hadden voorzien.

Vandaag besprak ik het idee om een warmtekrachtkoppeling te laten lopen op oud vet, met de garagehouder uit het dorp. Hij was niet bang dat het niet zou branden en ook de over schadelijke uitstoot maakt hij zich geen zorgen. Het was de houdbaarheid, in de tank, waardoor hij zei: 'Het blijft wel organisch materiaal hè.'

woensdag 25 februari 2009

graankachel

Dit is een graankachel. In een graankachel kun je graan verbranden. Vandaag heb ik een bijeenkomst bijgewoond waarbij een oudere Groningse graanboer op het podium ten overstaan van al zijn collega's vertelde dat hij zijn graan tegenwoordig in de kachel stopt. Ik vermoed overigens niet dat hij dat deed in de afgebeelde kachel, de Verano van Hulst uit Westeremden; ik verwacht bij deze industriële boer high-tech branders en niet een soort pottenbakkersoventje.

Ik schrijf hierover zo omslachtig, omdat er mensen zijn die het niet ethisch vinden om graan, de grondstof van de bakkerij, in de oven te stoppen (als brandstof, bedoel ik). Niet ethisch, omdat graan eten is.

Ik vind het geweldig dat graan zo goed brandt, dat 2 kg graan dezelfde energie-inhoud heeft als 1 kub aardgas. De prijs van 1 kg graan is een kwart van die van aardgas. Dat is helaas onhandig, als er ergens, 2 ton graan bij ons verwijderd, honger is. Maar onethisch? Ik geloof niet dat de honger verholpen wordt door het graan niet te verbranden.

dinsdag 24 februari 2009

deeltjesversneller


Vorige maand was de reünie van mijn middelbare school. Ik bezocht daar de les (hoe heet zoiets, op een reünie?) van mijn natuurkundeleraar, stagebegeleider en leidsman Tom van Zon. Tom van Zon kan bovenmatig grappig vertellen; hij leidt je aandacht naar iets schijnbaar triviaals, en in dat triviale blijkt opeens de natuurkundige theorie helemaal helder. Hij doet dat bijna fluisterend en prestissimo.

Tom van Zons les (hoe heet zoiets, op een reünie?) ging over de onbegrijpelijke complexiteit van de moderne natuurkunde die alles moet verklaren. Associërend kwam te spreken over de deeltjesversneller in Genève. En het rumoer dat die veroorzaakt had omdat er bij die experimenten misschien wel per ongeluk een klein zwart gaatje gecreëerd zou kunnen worden, gewoon, vlakbij Genève.

Ik heb het niet zo op de tamelijk speculatieve broeikastheorie. Kooldioxide zou een serieuze bedreiging zijn. Ja, hoor. Een serieuze bedreiging. Allemaal je adem inhouden! Intussen wordt de deeltjesversneller weer gerepareerd (de stoppen sloegen telkens door), om in de Alpen na te bootsen hoe vanuit het niets het heelal ontstond. Ik vind die gedacht van dat de kleine-zwarte-gaatjetheorie beter klinkt dan de broeikastheorie. Kooldioxide vind ik geen gevaarlijk experiment, een deeltjesversneller wel. Theorievorming in de natuurkunde stel ik me zo voor: de mensen die denken dat ze het begrijpen leggen aan de mensen die het willen weten uit hoe het zit. En elke keer als er iemand afhaakt, moeten ze opnieuw beginnen. Net zolang tot alles samenvalt. Dan is die deeltjesversneller volgens mij niet nodig.

maandag 23 februari 2009

communicatie-technologie


Vandaag is de herstart van Dutch Comfort. Dutchcomfort.nl een feit, en bij een aardige kwaliteitsprovider ook, maar toch is die er nog niet mee in de lucht, omdat ik onderschat had dat communicatietechnologie inderdaad communicatietechnologie is. Technologie, daar had ik me op verheugd, alleen die communicatie, die gooide het roet in het eten.

'Communiceren doe je niet mèt een computer', mopperde de oude man, 'communiceren doe je met een computer, dat is toch heel iets anders!'

Nou ja, toch één leuk ideetje opgedaan van die communicatietechnologie, bij Nintendo's Mario Brothers. In het virtuele landschap waardoor Mario zich virtueel een virtuele weg baant staan verrassende groene buizen. Soms komt er uit die buis een Mario-etende bloem, soms boosaardige paddestoelen. Af en toe is het een tunnel naar een ondergronds level en een heel enkele keer kan Mario erin afdalen, om er ongeveer een seconde later door afgevuurd te worden. Mario roept dan, in zijn charmante Manga-Italiaans: 'jahoe!!' Dat is leuk, afgevuurd worden. Ik zie daar wel wat in, voor het Dutch Comforts pretpark: afgevuurd worden. Wat in het circus kan, kan in het echt ook, lijkt me.