maandag 31 januari 2011

werkstraf


Wegens een hier niet nader te noemen ernstig delict, door mij gepleegd, is mij een werkstraf opgelegd. Afgelopen vrijdag is deze straf mij opgelegd door de rechtbank in Amsterdam, waar ik zelf mijn verdediging voerde. Met zelf de verdediging voeren had ik eerder al een keer geoefend, toen ik een ander, weliswaar iets minder ernstig delict gepleegd had in Den Haag. Verdediging voeren is gewoon een spelletje, net als geld en werk. In Den Haag dacht ik dat ik in de rechtbank iets te verliezen had, waardoor ik er ook niks won, behalve en hoop verloren tijd. Vrijdag in Amsterdam kwam ik om te winnen, en hoewel ik niks won, voelde het voor mij als een overwinning.

Wat voelde als een overwinning, was dat ik mij niet liet imponeren door de autoritaire bureaucratie van het recht. Ongetwijfeld was mijn optreden in allerlei opzichten ongepast (ik zei bijvoorbeeld, niet op een onvriendelijke manier, maar toch, joh tegen de rechter), maar het was, afgezien van een zweempje exhibitionisme, authentiek wat ik deed. Ik geloof dat de rechter dat wel grappig vond. Met name mijn pleidooi tegen walgelijke stompzinnigheid van de geldboete. De rechter vond mijn vergrijp echter niet ernstig genoeg voor de door mij vurig verlangde detentie zonder strafblad (een door mijzelf uitgevonden straf) en legde mij daarom een werkstraf op. Met deze straf hoor ik bij een kleine groep van experimenteel bestraften, die alle een door de rechtbank opgelegd literair werk moeten voorlezen. Op een audiodrager naar keuze.

Enfin, dat doe ik, het komende jaar. Wat ik moet voorlezen is De Opleiding tot Redenaar, van MF Quintilianus. Voor wie dat wil volgen: ik doe daarvan verslag op Twitter.

vrijdag 28 januari 2011

isolatie

Ik woon zelf in een huis dat volgens de boeken - de bouwvergunning - geïsoleerd is als een ijskast met een A-label. Die A-label kwaliteit zou ik ook terug moeten zien in de energierekening, wat helaas niet zo is. Mijn huis stookt blijkbaar nogal ondoordacht. Ik kan dat wel begrijpen, omdat ik nooit aan de kachel denk. Hij zit verstopt in de vloer, en wat ik niet zie, daar denk ik niet aan. Bovendien zijn er allerlei plekken waar het tocht. In de slaapkamers aan de voorkant van het huis word je wakker gehouden door het geflapper van de zijgevel.

Toch gaat mijn huis gemakkelijk stinken. Alle luchtjes blijven hangen. Ik hoef niet in detail te treden, ... waar mensen zijn, zijn luchtjes. En waarschijnlijk is dat juist heel fijn, die luchtjes. Meerdere keren per dag wordt ons huis gelucht, en vermoedelijk worden daarmee ook de reukloze radons, stofmijten, kooldioxides, tuluenen, chloren, kwikken en radio-actieve jodia eruit geventileerd. Een binnenmilieu schijnt vele malen ongezonder te zijn dan de buitenlucht.

Vijf jaar geleden ontmoette ik een ingenieur die een groot voorstander was van balansventilatie (ach, dat waren nog eens tijden). Met schuim op zijn mond betoogde hij dat de mensen toch eens opgevoed moesten worden om altijd hun ramen dicht te houden en te weten binnenblijven natuurlijk - door balansventilatie - veel gezonder was dan die vieze buitenlucht ingaan. Zou ik met mijn Amstelveense project per ongeluk vergelijkbare ingenieurs hebben opgeleid?

donderdag 27 januari 2011

presentaties


Er zit een duidelijke cyclus in mijn werk. Rond deze tijd namelijk ronden onze eerstejaars studenten, net als vorig jaar, hun energieproject af. Eén van mijn vier groepjes heeft zich welwillend door mij bij de hand laten nemen. Dit groepje wilde een energie-advies schrijven voor Amstelveen, een gemeente die - en ik vind dat hilarisch - van plan is om in 2040 energieneutraal te zijn. Zoals de gemeente zelf ook zegt: alle zeilen moeten worden bijgezet.

Amstelveen heeft geen eigen energiebron, en dat ligt gevoelig, bijvoorbeeld omdat Schiphol de eigenaar is van de Amstelveense lucht, waar in 2040 (energieneutraal?) doorheen gevlogen blijft worden. In Amstelveen mogen dus geen windmolens. Gelukkig kan er geïsoleerd worden! Van mijn groepje moeten alle Amstelveense huiseigenaren in 2040 hun huis A-label kwaliteit geïsoleerd hebben (implementatieplan ligt klaar, inclusief begroting).

Energieneutraal volgens ons zou zijn als alle Amstelveense boeren worden uitgekocht en verhuizen naar de zusterstad Obuda-Békásmegyer in Hongarije. Daar beginnen ze een veehouderij met een mestvergister; het (Amstelveense!) methaan dat dat oplevert wordt in een zeppelin teruggebracht naar Amstelveen. De lege zeppelin kan op een vrachtwagen terug naar Hongarije.

dinsdag 25 januari 2011

mannen van staal

Eerder heb ik hier nogal bekakt en verontwaardigd zitten pruttelen over de sfeer in de techniek. Hier bijvoorbeeld, en hier. Het zijn vermoedelijk ervaringen die ik met veel van mijn bekakte en verontwaardigde studiegenoten deel, of anders met mijn bekakte en verontwaardigde collega doe-het-zelvers. Want dat de zevenkleurige dunne poep mij langs de knieën loopt als ik een werkplaats of een ijzerwarenwinkel betreed is niet het probleem van de werkplaats of de ijzerwarenwinkel, maar dat is mijn probleem.

Ik heb ontdekt dat mijn angst verbonden is met metaal. Ik word schichtig als mannen goed zijn in metaalbewerking. Als er houtbewerkers of metselaars in de buurt zijn loop ik ook liever een straatje om, maar zodra er lasappartaten en draaibanken aan te pas komen wordt het mistig voor mijn ogen.

Ik ben de laatste maandagavonden aan het werk om een prototype te bouwen van de nailsnail, de nagelschaar. Ik doe dat niet met een lasapparaat en ook niet met een draaibank, maar maar bijna alleen maar met drie vijlen en met schuurpapier. Ik moet zeggen: hoewel het stinkt en glanst, ... metaal heeft ook wel wat.

maandag 24 januari 2011

inĝenieroj vastu kapitalismo


inĝenieroj vastu kapitalismo is Esperanto en betekent, volgens mij, Ingenieurs tegen Kapitalisme. Ik heb het zelf in het Esperanto vertaald, omdat ik mijn initiatief graag een robuuste naam wil geven. Kapitalisme lijkt me een internationaal probleem, en dan is het verleidelijk om een Engelse naam te kiezen voor de nieuwe beweging, maar ik vind het Engels op zijn minst een imperialistische, maar eigenlijk wel echt een kapitalistische taal.

Jelle van Dijk en ik gaan een TED-talk doen over wat wij (ontwerpers, ingenieurs) kunnen doen om het kapitalisme te bestrijden. Eerlijk gezegd heb ik nog geen idee hoe ingenieurs dat zouden kunnen doen. Wij - de ingenieurs - hebben er in ieder geval nog geen weet van, hoe we het machtige raderwerk van de moderne samenleving tot verandering kunnen dwingen. Wij zijn ons niet bewust van onze macht.

Kapitalisme gaat volgens mij over schaarste (die er niet echt is). Werk, dat is er bijvoorbeeld genoeg, en arbeidskrachten ook. Energie is er genoeg, net als voedsel en woonruimte. Is het misschien een taak voor ingenieurs om aan de wereld te vertellen wáár al die gratis energie, voedsel, arbeid enzovoorts af te halen is? Ik denk dat bij uitstek ingenieurs dat kunnen weten.

vrijdag 21 januari 2011

vastgeketend


Hier is een rapport uit 2007 over Brendon van Ingen, de jongen die deze dagen in het nieuws is omdat hij, ongeveer sinds het verschijnen van dit rapport, zit vastgeketend in een instelling in Ermelo. Uit het rapport krijg ik de indruk dat Brendon vastgeketend is om te voorkomen dat hij het Veluwemeer gaat overzwemmen, naar huis, naar Almere, naar Arie Bokhoven, de man zijn huis heeft ingericht op zijn buien en die met hem gaat fietsen.

Brendon kan praten. Dit zegt hij over zijn gedrag: Dan moet ik proberen al die vervelende dingen niet te doen en rustig te blijven maar dan komt er een heel grote spanning in mijn buik die langzaam omhoog kruipt en dan moet ik héél, héél sterk zijn om die er niet uit te laten komen. Dan word ik bijna gek en ook als ik het niet wil, komt het er toch vaak uit. Als het personeel het merkt vragen ze soms of ze me zullen helpen om het weg te masseren. Dan duwen ze hier op mijn schouders en hier, op mijn borst en dan hoeft het er soms niet uit.

Brendon is boos. Brendon is bang. Van de pilletjes die hij krijgt en de massage gaan de angst en de boosheid niet weg. Brendon weet zelf precies wat helpt tegen zijn angst en woede: Laatst was hij met zijn autootjes aan het spelen en we waren gezellig met elkaar aan het babbelen. Ineens vroeg hij: Wat is jouw lievelingskleur? Het was een gewone vraag maar ik hoorde een buiging in zijn stem en was alert. Als ik erop in was gegaan en bijvoorbeeld groen had gezegd, dan zou hij heel snel hebben achterhaald of ik een groene auto heb en dan zou hij in het vervolg tegen me zeggen: Ik ga lekker jouw groene auto kapot maken.

We zoeken alleen iemand die zijn groene auto aan Brendon wil aanbieden en hem, terwijl hij bezig is zijn ding te doen met de groene auto, vertelt dat hij een goed kind is, en dat hij er niks aan kan doen.

demonstreren

Vandaag gaan mensen die profijt hebben van het hoger onderwijs in Den Haag demonstreren tegen de door het kabinet aangekondigde versoberingen. Ik schrijf dit terwijl ik zit te surveilleren bij een voor veel studenten erg belangrijk tentamen: mijn tentamen statica. Statica is voor veel studenten de reden om de opleiding te verlaten. (Hoe dat is voor mij, daaraan besteed ik graag een andere keer aandacht.)

Ik wil maar zeggen: ik ben niet aan het demonstreren. In dit lokaal zitten veertien studenten, die ook niet aan het demonstreren zijn. Van de dertien die hier zouden moeten zijn maar hier niet blijken te zijn, verwacht ik dat er misschien drie aan het demonstreren zijn. Demonstreren is leuk om te doen. Het lijkt op kamperen: ongeveer net zo primitief en nostalgisch. Ik sluit niet uit door de demonstatie de versoberingen anders zullen worden dan nu aangekondigd.

Dit zegt mijn werkgever over de demonstratie: [...] Mooier zou zelfs zijn als u samen met uw studenten naar het Malieveld komt. Ik geloof alleen dat ik op dit moment een fundamentele tegenstander van het onderwijssysteem. Een beetje versobering (Karl Marx noemde dit Verelendung) kan volgens mij geen kwaad om het onderwijssysteem te laten kraken.

donderdag 20 januari 2011

biodiversiteit (2)


Nogmaals, ik heb het slechts oppervlakkig bestudeerd, maar wat ik ervan begrijp is dat door koude kernfusie van water (of iets dat erg op water lijkt) een klein zonnetje gemaakt kan worden, opgesloten in magnetische velden. Kleiner dan de zon, maar ook heter dan waar ook in de zon: tweehonderd miljoen graden Celsius. Zie daar de uitdaging die op dit moment in Zuid-Franktrijk gebouwd wordt.

Met zoveel warmte kan ongetwijfeld uit kooldioxyde olie en gas gemaakt worden, die weer kan worden teruggestopt in de aardkorst, of in een autotank, dat maakt dan ook niet meer uit (klimaatprobleem opgelost). Met die hoeveelheid energie kunnen ook makkelijk Mars en Venus uit hun banen geschoten worden, en in de zelfde baan om de zon gebracht worden als de aarde, zodat we er nog twee aardes bij maken, om te voldoen aan de onstuitbare menselijke behoefte om aan groei.

Zou het met die onmetelijke hoeveelheid warmte ook lukken om al het uitstervende leven uit de dna-bibliotheken waar we het halsoverkop in moeten gaan opslaan weer tot leven te wekken? Of is daar iets subtielers voor nodig?

dinsdag 18 januari 2011

biodiversiteit

Ik heb nog niet echt de moeite genomen om me erin te verdiepen of kernfusie echt wat is, of - waar ik helaas niet van zou opkijken - dat het een gimmick is. Ik kan wel mensen bedenken die er grote financiële belangen bij hebben om de wereld te laten geloven dat kernfusie een reële oplossing is. Ik zou niet zo wantrouwend willen zijn.

Om onduidelijke redenen wil ik telkens op zoek naar de rottigheid die de moderne samenleving produceert. Als het energieprobleem is opgelost (kernfusie), dan is er meteen een nieuwe prioriteit op mijn lijstje: biodiversiteit. Ik verwacht binnen één jaar mijn prioriteitenlijst afgewerkt te hebben en te kunnen beginnen met genieten. Ergens van.

Die kruising tussen een hond, een giraffe en een vleermuis hierboven schijnt uit te sterven. Ik vind dat jammer, om esthetische redenen, omdat de hondvleermuisgiraffe er krachtig en teder uitziet. Het is eerlijk om te bedenken dat leven dat er slap en wreed uitziet ook valt onder biodiversiteit, net als het leven dat onzichtbaar klein is. Is uitsterven noodzakelijk?

maandag 17 januari 2011

brandhout


In het hout, dat door allerlei mensen die een huis bouwden op Steigereiland zo zorgeloos op het braakliggende terrein waar ons huis zou komen te staan geflikkerd is, komt steeds meer ordening. Het mooiste hout gebruikte ik om een hout-shed van te bouwen, alle korte stukje hout pasten daarin en de vele planken die te lang waren voor de shed zaag ik nu precies zo lang dat ze in de houtkachel passen. Uiteindelijk stook ik alles op, met uitzondering van de shed dan.

Volgens de instructies van de houtkachel moet nat hout eerst twee jaar gedroogd zijn, voordat het erin gestopt en aangestoken mag worden. Nat hout geeft het teerachtige creosoot in de schoorsteen, en dat is om een of andere reden onwenselijk. Van nat hout wordt ook het glazen ruitje heel erg vies, wat ikzelf nog veel onwenselijker vind, want dan kan ik het vuurtje niet meer zien. Ik laat mijn natte hout geen twee jaar drogen, hoor. Kom zeg, wie weet waar ik over twee jaar woon. Ik ga mijn brandhout niet in een verhuiswagen stoppen. Ik geloof dat het hout heel acceptabel droogt bovenop de vloerverwarming, en ik heb besloten dat met nat hout levend hout bedoeld wordt. Dood hout dat buiten gelegen heeft droogt in ongeveer een week.

Ik wil het vuur graag zien, door het raampje, dat ik toch wel dagelijks moet schoonvegen. Terwijl ik naar het vuur keek ben ik, op eigen kracht, gaan begrijpen wat vuur is. Hier is mijn theorie: vuur is brandend gas. Dat gas komt vrij uit het hout, als hout heet wordt. Het gas komt vrij, doordat het hout plaatselijk kapot gaat; zo ontstaan de brandscheuren, dwars op de houtnerf. Dat het hout zwart wordt, is eigenlijk niet de bedoeling. Dat is die vieze creosoot weer, die overal aanplakt, waar nat hout wordt verbrand. Het beste is dus om in een houtkachel nooit hout te verbranden, eigenlijk. Alleen het schone houtgas, dat elders uit een kraker moet worden gehaald.

vrijdag 14 januari 2011

Love

Oplettende lezers zagen 'm al in mijn tas zitten: het boek Freedom, van de Amerikaanse auteur Jonathan Franzen. Gisteren heb ik 'm helemaal uitgelezen. En ik vind dat nauwelijks een prestatie van mijzelf, ondanks dat ik het boek in het Engels las. Het is een prestatie van Jonathan Franzen, dat hij mij met zijn tamelijk triviale verhaal op elke van de 555 pagina's boeide.

555 pagina's over een matig succesvol huwelijk. Op pagina 554 loopt het verhaal goed af, wat wat mij betreft ook voor Franzen pleit, want ik heb liever dat verhalen goed aflopen. En met goed aflopen bedoel ik dat het boek eindigt als liefde alles overwint. Waarom het boek dan Freedom heet en niet Love ontgaat me.

Walter, de echtgenoot uit het boek, vindt zorg voor het milieu nogal belangrijk. En Franzen beschrijft overtuigend hoe het een milieuliefhebber vergaat, als hij vergeet om zich te omringen met liefde. Het is waar, wat ik op de milieuworkshop al geleerd had, dat het milieu alleen bestaat waar mensen zijn om van te houden.

donderdag 13 januari 2011

commercieel


Sinds ik kernfusie ben gaan omhelzen (figuurlijk, uiteraard), lijkt het wel alsof ik ook gestopt ben met radicaliseren. Natuurlijk ben ik nog steeds tegen het kapitalisme, maar de noodzaak om het te bestrijden lijkt opeens minder groot. Er is minder haast bij, omdat de wereld toch niet zo halsoverkop vergaat als ik een maand geleden nog dacht.

Dit weblog wordt gemaakt met software van Google, en Google moedigt mij aan om advertenties toe te voegen aan mijn weblog. Als u, lezer op een advertentie klikt, krijg ik geld (schijnt). Ik mag u niet aanmoedigen om dat te doen. Google schrijft daarover: Teneinde [...], is het uitgevers [...], niet toegestaan het volgende te doen: [...] de aandacht van de gebruiker via pijltjes of andere grafische hulpmiddelen op de advertenties vestigen. Oei, ik weet niet of ik, door dit stukje te schrijven, die regels niet nu al aan het schenden ben. De regel is: klikken op Google-advertenties moeten het gevolg zijn van een echte interesse van gebruikers. [...] Het is verboden op uw eigen advertenties te klikken. En wat, als ikzelf echt geïnteresseerd ben in een andvertentie op mijn eigen weblog?

Dit baart me ook zorgen: afhankelijk van de van toepassing zijnde wetgeving, regels en voorschriften, heeft u het enige en exclusieve recht om voor elk doel dat betrekking heeft op uw bedrijfsvoering, alle gegevens te gebruiken die het resultaat zijn van het gebruik van de DoubleClick DART-cookie, mits Google deze gegevens mag gebruiken en openbaar maken overeenkomstig de voorwaarden van het privacybeleid voor advertenties van Google en alle eventueel van toepassing zijnde wetgeving, regels en voorschriften. Dat ik tegen heb kapitalisme ben heeft veel te maken met mijn beperkte intelligentie.

dinsdag 11 januari 2011

tas (2)

Vandaag heb ik een grote stap gezet onderweg naar een arbeidszaam leven vanuit een tas. Ik heb mijn bureau ontruimd, een ordening verzonnen voor ingaande en uitgaande post (die ordening had ik nog niet) en die ordening vervolgens een plek gegeven in een kast. Vervolgens heb ik een door mijzelf uitgekozen werkplek ingezeten in de bibliotheek, waar mooi licht is en waar de vloerbedekking lekker ruikt. Bovendien is er een repro vlakbij en die hele bibliotheek natuurlijk.

Ook heb ik met twee andere mannen gesproken over de tas; of het een schouder-, rug- of handtas moet worden. Ik wil daarover graag een goede beslissing nemen, want ik voel dat een verkeerde tassenkeuze mijn hele arbeidszame leven kan vergallen. Ook het materiaal waaran de tas gemaakt is, is van zeer groot belang: leer is mooi, maar kwetsbaar, maar aan geweven materiaal hecht ik me niet zo makkelijk. Ik heb me voorgenomen om me aan mijn tas te hechten.

Dit moet erin passen, in mijn tas:
  • 2 dikke boeken
  • 1 stapel A4-papier
  • enkele whiteboardmarkers
  • enkele fineliners
  • 1 boterhamzakje met 4 sneetjes brood
  • 1 potje eikeltjeskoffie, oplosbaar
  • zakjes misosoep, oplosbaar
  • mengtrog voor misosoep
  • koffielepeltjes
  • tandenstokers
  • tandenborstel
  • mobiele telefoon
  • schaar
  • lijm
  • agenda (niet op de foto)
  • grafische rekenmachine (niet op de foto)

maandag 10 januari 2011

zonnekoning


Ik ben helemaal vol van kernfusie. Het is echt leuk, om ergens vol van te zijn. Heerlijk om te ontdekken dat energiebesparing nergens voor nodig is, en dat lichten dus weer mogen blijven branden, dat auto's weer één op één mogen rijden, dat ik onbeperkt in vliegtuigen mag vliegen, eventueel naar de maan, dat het niet meer geeft als ergens een deur open blijft staan en dat een verwarmd terras geen milieudelict meer is. Ik kom er maar ronduit voor uit: dat is een bevrijding.

Dit is opwinding die ongeveer vijf jaar fris blijft. Het zal lijken op de vroege jaren zestig, toen iedereen vol was van kernsplitsing en alles wat hip was de vorm had van een raket. Na vijf jaar zal, net als toen, ongetwijfeld de klad er weer in komen, en zal blijken dat hoewel er ongebreideld veel energie is, mensen met die energie toch weer tamelijk stompzinnige dingen gaan doen.

We zijn op aarde een zon aan het maken. En het gaat lukken ook. Tenminste, als we de baas van de toekomstige zon op aarde, zonnekoning prof Osamu Motojima, algemeen directeur van the International Thermonuclear Experimental Reactor, op alle mogelijke manieren ondersteunen om menselijk te blijven. Ik ken bijvoorbeeld wel wat moppen, misschien kan ik hem wel aan het lachen maken. Zulke dingen helpen, om te voorkomen dat met die energie toch weer tamelijk stompzinnige dingen gedaan gaan worden.

vrijdag 7 januari 2011

tas

Er zal een goede reden zijn waarom de Hogeschool van Amsterdam alsmaar meer studenten aantrekt. Ik weet die reden niet, maar ik weet wel dat het gebouw waarin we werken zucht onder de grote hoeveelheid mensen die ervan gebruik wil maken. Nou ja, het gebouw zelf zucht natuurlijk niet, maar de mensen die het gebouw organiseren zuchten wel.

Ik heb vanmorgen aan mijn manager aangegeven dat ik persoonlijk wel verlichting wil brengen: door mijn bureau op te geven. Ik gebruik mijn bureau eigenlijk alleen om er stapels papier op neer te leggen. De telefoon die erop staat gaat nooit over en de computer, die naast de telefoon staat, is volgens mij volkomen inwisselbaar met alle andere computers in het gebouw. Mijn gezelligheid kan ik overal mee naartoe nemen.

Ik streef naar een nieuwe orde op mijn werk, en voor die nieuwe orde heb ik wel iets nodig: een tas. Een mannentas. Hoe ik als man, als ontegenzeggelijk echte man met een tas ga rondlopen (ontegenzeggelijk mannelijk dus, en zonder daar iets aan af te doen), daar ga ik nu een studie van maken.

donderdag 6 januari 2011

hoog-moderne techniek


Als iemand mij vertelt dat hij - tegen het advies van de school en tegen de hartewens van zijn ouders in - op dertienjarige leeftijd gekozen heeft voor het vmbo, terwijl hij makkelijk vwo had kunnen doen, dan kan ik alleen nederig luisteren. Zoiemand lijkt me een opmerkzaam type. Ik begeleid op dit moment een groep met zes van zulke jongens erin, opnieuw. Als die spreken, dan is het verstandig om te luisteren.

Het eerstejaars project van dit blok, over energie in de toekomst, is nogal abstract. En het is een heel politiek onderwerp. De meeste van onze eerstejaars studenten zijn niet naar deze opleiding gekomen om zich met politieke onderwerpen bezig te houden.

Ik ben er dankzij dit weblog achtergekomen dat als er al een energiedebat is, de dominante toon daarin gemakkelijk heel moralistisch en misotech wordt. Ik kan ook zeggen: alleen mensen die niet van hoog-moderne techniek houden voeren een energiedebat. De jongens van mijn groep houden wel van techniek. Zij houden van olie en als die op mocht gaan, dan is er kernfusie. Het bestaat en werkt. Ziezo, dat is weer een zorg minder.

dinsdag 4 januari 2011

datumwisseling

Ik laat mijn zoon steeds onbesuisder los het mijnenveld van de moderne technologie. Jakob gaat met de tram en hij gaat naar het museum en hij gaat de winkel in. Wij proberen hem uit te leggen wat een zonegrens is, omdat die elke keer door de omroeper in de tram bij de Zuiderzeeweg wordt genoemd, ondanks dat we die tram met een strippenkaart niet meer inkomen. Over de ov-chipkaart weet Jakob dat blieb-blieb: goede reis betekent, en dat bloeb betekent dat de ov-chipkaart opgeladen moet worden. Of andersom, want ik ben nauwelijks een sterrenkind, dus ik onthoud dat niet.

En zoals ik me had voorgenomen zou ik ook luisteren naar wat hem in het mijnenveld allemaal dwarszit. Eind december bleef hij me vragen: waarom begint het nieuwe jaar om 12 uur 's nachts? En ik zeg dan wat ik zeg, bij zo'n technische misser: omdat de ontwerpers dat hebben bedacht. Iemand - een besluitvaardig iemand - heeft ooit bedacht dat de dag middernacht eindigt (en het jaar dus ook). Besluitvaardig: een vakbroeder. Een ontwerper.

Maar, inderdaad, erg navolgbaar vind ik zijn keuze niet. Waarom is de nacht, die op een dag volgt het begin van de nieuwe dag, en niet de ochtend? Voor mij begint de nieuwe dag 's ochtends. Zeker niet 's nachts, als ik zuur riek van een dag hard werken en vermoeid me overlever aan reinigende dromen die de dag van me afspoelen. De klok mogen ze van mij verder ongemoeid laten, maar de datumwisseling s.v.p. voortaan om 6 uur 's morgens.

maandag 3 januari 2011

boze geesten


Mijn collega W benadrukt, als onze studenten ergens informatie over zoeken, dat het internet een onbetrouwbare bron is. Misschien ben ik maar een oppervlakkige denker, maar ik moest het eerst zelf ervaren om het te geloven. Eén: mijn vrouw zoekt elk jaar het recept voor oliebollen op internet op, en de eerst hit beweerde dat er in oliebollen sukade, heel veel meel, 150 ml melk en 55 gram (droge?) gist moest. Enfin: het klopte niet. Vieze oliebollen. Twee: mijn logje over salie branden is dit jaar al 200 keer geraadpleegd door mensen die willen weten hoe je salie moet branden. De democratie van het internet heeft besloten dat ik op dat gebied een kenner ben. Van welk obscuur onderwerp kan ik nog meer een kenner worden?

Dat hele vuurwerk, van afgelopen vrijdagavond, dat was oorspronkelijk toch ook bedoeld om boze geesten te verjagen? Ik wil dat best geloven. Maar, eerlijk gezegd, als ik een boze geest was, dan vluchtte ik niet het huis uit, maar juist het huis in, zoals mijn verstandige gezinsleden, wegens al dat vuurwerk.

Zouden mensen die niet gedronken hebben dat ook doen: hun eigen stad volledig - straat voor straat - bestoken met munitie? Zouden mensen die zich niet eerst hebben laten vollopen dat ook doen: elk huis omringen met giftige dampen en neerdwarrelend karton en fijnstof? Zouden nuchtere mensen zulke agressieve pokke-herrie kunnen maken? Ik pleit voor vuurwerk afsteken op een ernstige manier, binnenshuis. Dat zal ze leren, iedereen, de boze geesten incluis.