vrijdag 29 april 2011

de samenwerking


Schrijven dat is iets dat ik alleen doe. Er is wel een tijd geweest dat ik samen schreef, maar sinds ik met ingenieurs optrek is die tijd voorbij. Verdomd, en dat vind ik jammer. Het was leuk om samen te schrijven. Maar misschien is samen schrijven met ingenieurs wel een beetje te hoog gegrepen.

Ingenieurs zijn het soort mannen dat het meest gevoelig is voor mannenonderdrukking. Ingenieurs en beroepsmilitairen: met stip de braafsten in het uitvoeren van wat er maatschappelijk van mannen verwacht wordt: dat ze de dingen alleen doen.

Ik vind het moeilijk om te verantwoorden aan de mensen om mij heen dat ik me van ze wil afzonderen om hier stukjes te schrijven. En ik vind ook dat ik een slecht voorbeeld geef, aan de jonge mensen om mij heen. Steeds maar achter de computer kruipen lijkt wel erg veel op steeds maar al het bier opdrinken of steeds maar onder mijn bureau aanstekergas snuiven.

donderdag 28 april 2011

het einde

Over vier logjes heb ik hier 500 stukjes gepubliceerd. Vijfhonderd is bij de software die ik voor dit blog gebruik een belangrijk getal, omdat vijfhonderd, toen ik begon met bloggen, het maximaal aantal logjes was dat Blogger aanbood. Ik heb ontdekt dat dat inmiddels niet meer zo is, maar vertrouwen doe ik het toch niet helemaal, waardoor vijfhonderd als een Blogger-bug door mijn hoofd blijft gonzen. Ik heb zelfs al een reserve Dutch Comfort gemaakt, voor als deze Dutch Comfort door de Blogger-bug zou uitvallen.

Maar ik ga die reserve Dutch Comfort niet gebruiken. Ik ga zelfs helemaal met Dutch Comfort stoppen, als hier vijfhonderd stukjes verschenen zijn. Ik heb daar vele redenen voor. Zoveel redenen, dat ze niet allemaal in dit ene stukje passen. Ik ga de resterende vier logjes gebruiken om de redenen op te sommen die geleid hebben tot het besluit om met Dutch Comfort te stoppen.

Ik ga niet stoppen met bloggen. Ik ga frequenter (twee keer per week) publiceren op mijn familieblog en misschien ga ik publiceren op lowtechmagazine. De essentie is dat ik niet meer alleen verantwoordelijk wil zijn, maar de dingen voortaan samen wil doen.

dinsdag 26 april 2011

het lintje


De mensen om mij heen zijn ijkpunten voor mij. Naar iedereen om mij heen, en met name naar mannen, kijk ik en intussen beoordeel ik wat ikzelf in zijn positie zou doen. Vandaag dacht ik bijvoorbeeld: hoe zou ik in een geblokt overhemd wiskunde geven? In de krant valt mijn oog op een artikel getiteld: promiscue kroegbaas die te eigenwijs was. Promiscue, kroegbaas, eigenwijs. Allemaal ijkpunten. Een goede kennis van mij is kort geleden geridderd. Hier is mijn voor de hand liggende gedachte: hoe zou ik het vinden om geridderd te worden?

Hieronder ga ik opsommen waarom ik best een lintje zou willen.
Ik denk dat het goed voelt om door de gemeenschap toegejuigd te worden, hopelijk om goede redenen.
Ik denk dat het goed voelt om een fysieke herinnering te hebben (een lintje, namelijk) aan de toejuichingen die me bij de uitreiking ten deel vielen.

Een lintje mag, volgens de draagwijzer, door mannen alleen gedragen worden in combinatie met een pak en een das; een andere draagwijze is strafbaar. Strafbaar! Hoe moet degene die de man van het pak en de das bevrijdt met trots zijn lintje dragen? Ik ben dol op pakken en dassen, maar die mag ik gelukkig aantrekken zonder een strafblad te riskeren. Het wordt wel erg serieus, met een lintje.

donderdag 21 april 2011

het Gooise volkslied

Haug tussen feen in zeei
Woar de din groeit in hit heei
Doar is hit zo mauj in drauj
Ik waun in hit hauge Gauj
In de kauj kent schoapji schaujlin
Beei onweeir moet kindji haujlin
Failig op arremi grond
Failig op arremi grond

Toen kwoamen de reeike lauj
Die fonden de dorpjis mauj
Ze zeeildin ofer de plas
Ze tennistin op hit gras
Ze kwaomen hierheen ferhaujzin
Allemoal grote haujzin
Wilkom op arremi grond
Wilkom op arremi grond

De wintir bringt de zaumir weeir meei
De joaren die fliegin foorbeei
We zien zi hier of we zien zi doar
We trouwin nu auk mit elkoar
Je ken oan de Fitusklok haurin
Er is weeir een kindji gebaurin
Soamen op arremi grond
Soamen op arremi grond

dinsdag 19 april 2011

de vormgeving


Op een afstandje volg ik het weblog van ITER, de kernfusiecentrale in aanbouw ergens in Frankrijk. Ik vind dat nogal een saai weblog, eerlijk gezegd, maar misschien is het mijn taak om kernfusie uit naam van ITER aansprekend en toegankelijk te maken. Ik volg ze misschien omdat ik hoop dat ikzelf kernfusie misschien kan laten swingen.

Bij ITER bouwen ze een Tokamak-centrale; dat is fabriek in de vorm van een donut. Een saai lelijk ding, zo'n donut-fabriek. Deze maand was het Max Planck Institut uit noord-Duitsland op bezoek in Frankrijk om te vertellen hoe het gaat met de andere fabriek die op dit moment gebouwd wordt: de Wendelstein 7-X. Ook kernfusie, maar op een ander manier. Geen saaie donut maar een stellarator, een fantastische swoosh, die wiskundig uitermate complex schijnt te zijn, maar die sabieler is en met lagere elektrische stroom werkt.

Ik kan uiteraard niet inschatten welke beter is, de tokamak of de stellarator. Ik vind dat stellarator vooral veel mooier. Het is alsof de vormgeving en architectuur van de laatste tien jaar, met al die afschuw van geometrische vormen, heeft aangewezen welke kant het op moet. Naar kernfusie met stellarator-techniek in het eigenwijze Mecklenburg-Vorpommern.

maandag 18 april 2011

de contactlenzen

In de winter fiets ik via een hoge brug over een breed Hollands water. Daar is de wind het meest snijdend, bovenop die brug. Vier jaar geleden nam ik die brug met een verkrampt gezicht (hoge wenkbrauwen, toegeknepen ogen, vertrokken mond), omdat ik dacht dat die verkramping zou helpen tegen de kou.

Later las ik dat de uitdrukking die het menselijk gezicht maakt de hersens informatie geeft over hoe iemand zich voelt. Dus: als ik verdrietig kijk, dan trekken mijn hersens daaruit de conclusie dat ik me verdrietig voel, om vervolgens dat verdrietig voelen met allerlei andere andere verdrietig-voel sensaties te versterken (buikpijn, zelfmoordgedachten, mensenhaat). Ik heb dit getest op de brug, en het is waar: als ik fiets zonder mijn gezicht te verkrampen heb ik het minder koud.

Ik loop nu een maand met contactlenzen en het lijkt of contactlenzen invloed hebben op mijn humeur. Dit is wat er volgens mij gebeurt: de lens oefent een kracht uit op mijn oogbol, waardoor de musculus dilatator pupillae aantrekt en mijn pupil groter wordt. Daardoor valt er met lenzen meer licht in mijn ogen dan zonder lenzen. Daardoor knijp ik mijn ogen dicht, en dáárdoor bieden mijn hersens mij het humeur dat bij toegeknepen ogen hoort.

vrijdag 15 april 2011

de receptie


Gisteren wandelde ik in Rotterdam, op weg naar theater de Nieuwe Luxor. Ik heb een paar jaar in Rotterdam gewoond; de liefde tussen mijn ouders is in Rotterdam begonnen; mijn overgrootvader was een Rotterdamse patriciër. Ik ben in Rotterdam ooit warm onthaald door mijn vriend H, dus, ... ik hou van Rotterdam. Ik kom er verder nooit. Op de Erasmusbrug, waar ik nooit eerder op gestaan had zag ik de stad als vanuit een vliegtuig. Die aanblik ontroerde me nogal.

In de Nieuwe Luxor was de première van de musical Spamalot; ik was daar als genodigde van één van de acteurs. De acteurs van de cast hebben voor ons gedanst en gezongen en zich op toneel onhandiger voorgedaan dan ze echt zijn om ons aan het lachen te maken, wat goed lukte. Na deze première bleef de cast een tijd weg, omdat de pers te woord moest worden gestaan. Ik had intussen tijd om de bijvoorbeeld kennis te maken met F (of B, dat weet ik niet precies meer), een schoonheidsspecialiste, ook een genodigde van één van de acteurs.

Ik ben wel eens eerder genodigde geweest, ook van andere kunstenaars, op hun recepties of vernissages. Mijn vader bijvoorbeeld, die is kunstenaar. Wij, de genodigden, zijn daar dan dus om onze kunstenaar te ondersteunen; zo zie ik het. In de Nieuwe Luxor zag ik opeens wat dat ondersteunen in de praktijk betekent: de kunstenaars gaan aan ons vragen: hoe gaat het, en wij gaan de hele receptie gebruiken om dat te vertellen. F (of B) deed dat, ik deed dat, de hele Spamalot-cast zat verspreid in de foyer van de Nieuwe Luxor naar de verhalen hun genodigden te luisteren. Deze manier van ondersteunen, die kan wel verbeterd worden.

donderdag 14 april 2011

de biecht

In dit stukje ga ik vertellen dat God in mijn leven gekomen is. Ik heb er begrip voor als de lezer blokkeert bij de vorige zin; nou, dat is dan maar zo. God is in mijn leven gekomen. Ik ben er zelf ook nogal door verrast.

Het stappenplan waarmee God in een leven komt heeft Gerard Reve beschreven in Moeder en Zoon; mijn stappenplan wijkt niet erg van dat stappenplan af. De seks die uitgebreid in het boek van Reve voorkomt heeft misschien wel met het stappenplan te maken, maar hoe precies, dat begrijp ik nog niet zo goed. Dat maakt Moeder en Zoon voor mij iets minder toegankelijk.

Ik weet ook niet precies bij welke stap van het stappenplan ik ben, ik weet alleen dat ik nu de zin God is Liefde begrepen heb. Het woord God betekent hier (onder andere): de Veroorzaker en de Altijd Aanwezige. Het woord liefde is wel duidelijk, toch? Belangrijk om te vertellen dat liefde en seks wel iets met elkaar te maken hebben, maar zeker niet hetzelfde zijn. Dit is mijn wiskundige inzicht: als God is Liefde, dan Liefde is God. Liefde is de Veroorzaker en het Altijd Aanwezige. En de Onverklaarbare.

dinsdag 12 april 2011

het dilemma


Onderweg naar huis beklim ik met mijn fiets de palingbrug. Ik doe dat lopend over een trap met mijn fiets in een speciale gleuf, want ik vind tien meter te hoog om te fietsen. In die gleuf lag gisteren een fles. Een lege plastic fles waar eerst Euroshopper Cola in gezeten had. Ik duwde de fles aan de kant, maar de fles rolde en viel van de brug, achtenhalve meter naar beneden, op de Diemerzeedijk. Tja. Ik ben die fles niet gaan ophalen; misschien drijft hij nu in het Amsterdam-Rijnkanaal.

Dit voorval lijkt op wat mij eerder overkwam met piepschuim. En dat vooral lijkt weer op wat me als kind overkwam, bij een bloemenkiosk. Mijn moeder kocht bloemen en ik keek naar de emmers met boeketten. In één emmer hing een slang, waar water uitkwam. Het water uit de slang kwam precies in één boeket terecht. Dat leek me niet de bedoeling. Beter was het, bedacht ik, als het water netjes over alle boeketten verdeeld werd. Enfin, ik ging alle boeketten ernstig besprenkelen, wat door de bloemenverkoopster niet werd gewaardeerd. Nee, dat vond de bloemenverkoopster niet leuk.

Ik heb als militair gediend bij geneeskundige troepen. Ik diende daar zonder functie, maar het lag voor de hand dat ik wel een EHBO-diploma had. Ik heb geleerd om een plastic pop te reamineren. Ik vond het zwaar werk, en mijn motivatie om het EHBO-diploma te onderhouden werd heel klein, toen iemand me wijsmaakte dat als je met reanimeren begint, het strafbaar is om daarmee te stoppen. Niks doen is eigenlijk altijd het makkelijkste.

maandag 11 april 2011

de handvaardigheid

Mijn moeder gaf handvaardigheid op verschillende basisscholen. Mijn moeder kan kinderen inspireren om te kleien, solderen, spatten, figuurzagen, vernissen enzovoort. Het effect op mij is dat ik oprecht denk dat ik alles zelf kan maken. Ik heb er niet altijd zin in, maar ik kan het wel. Ik ben ervan overtuigd dat ik kan zelf een rookmelder kan maken en als de mayonaise op is, kan ik zelf mayonaise maken, desnoods uit mosterdzaad.

Ik merk dat niet iedereen dat van zichzelf denkt. Ik geloof dat er een boel mensen zijn die nooit op het idee komen dat ze iets zelf zouden kunnen maken. Misschien heb ik een heel egocentrisch beeld bij de kenniseconomie, maar ik denk dat een kenniseconomie begint met het idee dat je de dingen zelf kunt maken. Desnoods uit mosterdzaad.

Op de basisschool van mijn dochter en mijn zoon is geen handvaardigheid. Geen kleien, solderen, spatten, figuurzagen, vernissen enzovoort. Wel muziek en dans en soms techniek, als lichtvoetige bijvakken, waar het CITO zich niet mee bemoeit. Het CITO bemoeit zich wel doorlopend met het lezen, het schrijven en het rekenen. Ik vind dat een wonderlijke keuze van het CITO, eigenlijk.

vrijdag 8 april 2011

de brief


Gisteren zei mijn zoon tegen mij: Pappa, ik ben niet boos omdat je een ontwerper bent. Hij bedoelde dat hij me mag, ondanks mijn beroepskeuze. Sinds ik hem heb uitgelegd dat de ontwerpers van de Nintendo-spelletjes verantwoordelijk zijn voor alles wat er in de Nintendo-wereld gebeurt, heeft hij begrepen dat techniek mensenwerk is. Hij wil een brief schrijven, aan Nintendo. Deze bijvoorbeeld:

Beste ontwerpers,
Ik heb veel plezier van jullie spellen. Ik speel elke dag twee uur op de Wii en op mijn DSiXL. Ik zou wel meer willen, maar dat mag niet van mamma en pappa. Sommige dingen vind ik stom. Jullie moeten die veranderen.
Ik vind het stom dat als ik met mijn grote zus samen speel we niet samen mogen beslissen welk spel we spelen. Als we samen spelen willen we ook samen beslissen. Samen spelen moet echt samen spelen zijn.
Ik vind het ook stom dat alles bij jullie spellen een wedstrijd is. Trainen bij Wii Sports is een wedstrijd. Ik krijg voor alles een prijs en een score. Ik wil niet steeds een prijs krijgen voor alles. Dat hoort niet bij trainen.

Jakob Milo (zoon van Rik Almekinders).

donderdag 7 april 2011

het broeien

Het komt vrij vaak voor dat ik me schaam omdat ik een technicus ben. Ik schaam mij dan voor de rotzooi die door technici via de markt in de samenleving gezet is. Ik schaam mij bijvoorbeeld voor al die rookmelders, die vannacht afgingen, bij ons thuis. Wie ontwerpt zoiets stompzinnigs als rookmelders? Terwijl de rookmelders keihard door ons huis krijsten, probeerde ik in de de handleiding van acht pagina's (oranje letters op wit papier) te vinden hoe het brandalarm uit moet, bij loos alarm. Dat staat er niet in. Wat er wel staat, is: raak vooral niet in paniek!! (Twee uitroeptekens).

Waarom gingen die rookmelders nou eigenlijk af, vannacht? Dit zou de oorzaak kunnen zijn: de zakken tuinaarde, die in de vestibule opgestapeld lagen. Ik had twintig zakken tuinaarde gekocht, om later in de tuin te verwerken. De verkoper had me nog aan de zakken laten voelen, hoe warm die waren. Het is ecologische tuinaarde, en die was nog niet uitgecomposteerd. Daar lagen al die zakken vannacht, bovenop de vloerverwarming. Om drie uur 's nachts besloot het brandalarm dat het verdacht werd.

Broeiende compost, daar kan ik me nog iets bij voorstellen, maar wat te denken van de bak waar mijn gezin het plastic afval in bewaart? Het is waar dat de zon soms op die bak schijnt, maar ook 's morgens heel vroeg, als de zon nog niet op is en ik wegens mijn lunchpakket wel eens plastic afval heb, voel ik dat dat plastic afval, in die bak, ... warm is. Warmer dan mijn eigen hand. Kan energie dan toch wel spontaan ontstaan?

dinsdag 5 april 2011

de superbus


Eerlijk waar, ik vind Wubbo Ockels een goeie man. Eerder gebruikte ik zijn naam in één zin met de woorden opgefokte technomaan, waardoor men zou kunnen denken dat ik Wubbo Ockels bekritiseer, wat echt niet mijn bedoeling is. Wubbo Ockels deugt. Wubbo Ockels een leidsman, een rolmodel voor jonge technici, die toegankelijk is en mild. Tenminste, zo ziet hij eruit.

Gisteren presenteerde het jeugdjournaal Ockels' superbus. Er kunnen 23 mensen in een bus die één miljoen euro kost, die 250 km/h kan en waarvoor speciale wegen aangelegd moeten worden. Het jeugdjournaal zegt: de bus is elektrisch, dus milieuvriendelijk. Het jeugdjournaal.

Ik snap de superbus niet, Wubbo. Waarom is de superbus een goed idee? Waarom zouden 23 mensen met 250 km/h allemaal dezelfde kant op willen rijden? Voor welk veelvoud van 23 mensen moeten er dubbele rijstroken aangelegd worden door heel Nederland? En wie gaat dat betalen?

maandag 4 april 2011

het homohuwelijk

Afgelopen vrijdag bestond het Nederlandse homohuwelijk tien jaar, en op televisie werd daar aandacht aan besteed. Door het journaal bijvoorbeeld, dat vertelde in welke landen homo's kunnen trouwen, waar dat niet kan en waar dat binnenkort waarschijnlijk niet meer kan. Toen werd het even stil, want Altijd Wat besteedde aandacht aan hoeveel alcohol Nederlandse jongens eigenlijk drinken. Gemiddelde Nederlandse jongens drinken vanaf hun twaalfde het meeste alcohol van alle jongens in de hele wereld.

Wegzappend in de reclameblokken van Top Gear - een smakelijk ironisch mannenprogramma - zag in de madiwodovrijdagshow een plattelandsman vertellen over zijn broer die van de verkeerde kant was. Hij werd uitgezonden vanwege het homohuwelijk maar hij doelde op de NSB.

De laatste televisie die ik bekeek was M!LF. M!LF staat voor Man! Liberation Front. De presentatoren lieten een soort ploertendoder zien, die bedoeld was om de nieuwe man uit te roeien. In filmpjes werd getoond hoe een man die zijn Toyota Prius niet handig parkeerde, een man die een baby bij zich droeg en een man die Martini bestelde in plaats van bier met de ploertendoder werden neergeknuppeld. Tussendoor waren er beelden van jonge mannen die op een tribune naar deze beelden keken, lachend en bier drinkend. Neerknuppelen en bier drinken heeft helemaal niets met mannenbevrijding te maken. Het is het tegenovergestelde van mannenbevrijding.

vrijdag 1 april 2011

het raam


Jelle blogde over het nieuwe hotelraam van Philips, namelijk dat acteurs zo uitstekend kunnen uitbeelden dat ze blij zijn met deze uitvinding. Ik vroeg me af of ik blij was met het nieuwe hotelraam. Ik vind eerlijk gezegd weinig mis met de bestaande hotelramen; ik probeer hotels sowieso te mijden, maar dat is niet vanwege de ramen.

Het nieuwe Philips-raam kan verduisterd worden met een royaal armgebaar; alsof je de gordijnen dicht doet, zonder gordijnen vast te pakken. Die verduistering ziet eruit als een fractal van onkruid dat over het glas woekert. Als je nog meer virtuele gordijnen sluit, met armgezwaai, kun je kiezen uit verschillende motieven, want inderdaad, die agressieve plantengroei ziet er wel een beetje eng uit. Als ik uitgespeeld ben, kan ik dan met één armbeweging de gordijnen weer openen, of moet ik dan alle motieven eerst laten langkomen?

Het hotelraam is bovendien een wake-up light. Ik heb een wake-up light van Philips thuis: een lamp die langzaam aangaat en vogelgeluiden maakt ('net echt'). Die wake-up vogels van Philips gaan behoorlijk vervelen, na enkele maanden al. In het hotel van Philips - bij wijze van wake-up light gaat achter het raam de buitenwereld aan, op elk gewenst moment. Zou mijn bioritme niet enorm duizelig worden als het Philips-raam midden in de nacht met beeld en geluid ochtendgloren suggereert, die er helemaal niet is? Is er eigenlijk wel een raam, met dat ding van Philips?