donderdag 31 december 2009

stinken (2)


Ik heb, niet helemaal uit mezelf, ontdekt dat een duidelijke ordening alles comfortabeler maakt. Gelukkig zijn er in de geschiedenis allerlei handige uitvindingen gedaan om orde te scheppen: zoals keukenkastjes, verhuisdozen, stofzuigers en Microsoft Excel. Waar ik nog niet zo goed in ben, is om al die briljante attributen ook echt goed te gebruiken. Dan moet ik een soort ordelijk improvisatievermogen hebben, anders dan alleen de gedachte dat komt later nog wel een keer.

Ik zie nu in, dat het een beter concept is om regels te verzinnen die onmiddellijk tot een ordening leiden en om die regels aan de mensen in mijn omgeving te vertellen. Bijvoorbeeld: ik ga nu Microsoft Excel in de stofzuiger stoppen. Door het hardop uit te spreken onthoud ik zelf beter waar ik Microsoft Excel gelaten heb, en bovendien kunnen de anderen Microsoft Excel nu ook makkelijk terugvinden.

Sommige uitvindingen zijn nog niet gedaan. Wat ik bijvoorbeeld mis, is een attribuut of een regel die orde schept als mijn spijsvertering helemaal in de war is van de maand december. Natuurlijk, we hebben een wc, maar in december komt daar ook de gassigheid bij. Daarvoor ga ik niet naar de wc, want een scheet kan ik niet doortrekken. De beste oplossing die ik nu kan verzinnen is om in huis leitjes op te hangen waarop ik met een griffel kan aangeven dat ik dáár de scheet gelaten heb. En wie hem niet meer ruikt kan het leitje weer schoonwissen.

woensdag 30 december 2009

hulp

Ik heb een hele familietak vrouwen te logeren die me allemaal neef noemen en die helpen in huis. Wat ze doen mogen ze zelf verzinnen, en daardoor is de meeste energie in de wc's gestoken. Daar is het kalk van de potten gebikt, daar zijn de plafonds en de muren geverfd en er is gesopt. Tenslotte zijn de vloertegels in de olie gezet.

Dat is wat, de vloertegels in de olie! Ik zou daar zelf nooit opgekomen zijn. En ik was ook vergeten hoe een echt schone wc, die met echte ijver en met natuurlijke schoonmaakmiddelen aangepakt is (reken ongeveer anderhalf uur per wc) een plek van liefde kan zijn. (De gasfles staat nu in de gang.)

Ik ga er soms even zitten. Wat ruikt het er ook lekker! En wat is het dan jammer dat menselijke uitwerpselen zo stinken.

dinsdag 29 december 2009

stinken


Ik heb een heel werkbare manier ontdekt om me kleden. Ik draag altijd onderbroek, broek, sokken en T-shirt (met lange mouwen). Soms ook nog hemd, schoenen en een trui, maar dat alleen als er kans bestaat dat ik naar buiten moet. En desnoods nog een jas met accessoires die zijn toegerust op guur weer. Hemd, onderbroek en sokken verschoon ik dagelijks, uit gewoonte. Het T-shirt soms dagelijks, soms eens in de twee dagen. Mijn streven is om bovenkleding alleen te verschonen als dat nodig is. Bij een broek is dat als er vlekken op zitten, bij het T-shirt als die stinkt. Onder mijn oksels, om precies te zijn.

Sinds eerste kerstdag bezit ik een nieuw T-shirt. En sindsdien heb ik die aan (overdag). Dit is dus al de derde dag dat ik aan de oksel van het T-shirt rook om te beoordelen of het nog een dag zou kunnen, en elke nieuwe kerstdag kon het weer (ik heb een erg gevoelige neus).

Dat mijn werklucht niet wordt opgenomen door nieuwe kleding heb ik met al mijn nieuwe T-shirts ervaren. Ik denk dat ik weet hoe dat komt: het textiel van nieuwe kleding is nog glad, terwijl het textiel van gewassen kleding, door het wassen en centrifugeren en drogen in de droger ruw geworden is. En aan ruw textiel wil alles wel hechten. Vlekken, en wat uit mijn oksels druipt als ik mij opwind. Mijn goede voornemen voor 2010 is: de oksels van mijn T-shirts voortaan glad ga strijken.

maandag 28 december 2009

gezelligheid

Op zaterdagavond, precies toen alle hertenbiefstukken rosé waren, was de gasfles leeg. Ik was daar al bang voor geweest, maar naast alles wat we moesten doen om veilig te zijn als kerst begint, was ik de gasfles vergeten. Gelukkig hebben we een elektrisch fornuis, dus het feestmaal van de tweede kerstdag bestond uit enkele overschotels. Ik heb hier de autarkie wel eens geromantiseerd, maar dat neem ik allemaal terug. Autarkie is heel onplezierig, als je zonder gasfles zit.

Inmiddels heb ik twee nieuwe gasflessen in huis gehaald: één voor aan het fornuis en de andere voor als de ene leeg is. Op tweede kerstdag kon mijn vaste adres, een benzineboot aan de Zuider IJdijk, mij die flessen niet verkopen, want op die dag waren ze alleen open voor de scheepvaart en niet voor de wal, maar vandaag werd ik zomaar vriendelijk geholpen. Ik kreeg zelfs een bon mee, waarmee ik het statiegeld van de gasfles kon terugvorderen, wat bij de vorige gasfles nog absoluut uitgesloten was. Zelfs als ik een rechtszaak zou beginnen zou de Shell die nog winnen, werd er toen bij gezegd.

Voor de ene gasfles is een keukenkastje ontworpen, maar voor de andere gasfles niet. Shell parkeert gasflessen - weliswaar achter een hek - gewoon langs de IJdijk, en propaangas levert, volgens het etiket, geen enkel gevaar voor het milieu. Ik durf toch die fles niet in de tuin te zetten. Daarom staat hij nu op de wc. Nu nog op zoek naar en Spakenburgs breiwerk voor om de schonkige fles: dan wordt het echt gezellig op de wc.

vrijdag 25 december 2009

vloerbedekking


De vloerverwarming zelf: erg aangenaam. Ik heb me er nog niet aan gebrand, en zelfs als ik het zou willen zou ik niet weten hoe dat zou moeten. De warmte is overal egaal verdeeld, als op een windstille zomerdag in de schaduw van een boom. Erg aangenaam, zoals ik al zei. Prettig, ook, en vooral: aangenaam.

Alleen, het moet bedekt worden. Niet omdat ik het kale beton niet mooi vind (ik vind het kale beton juist erg mooi; zeker als het enige jaren in gebruik is krijgt het een erg diepzinnig patina), maar omdat de dekvloer die het slijtgevoelige zandcement waar de vloerverwarming in gedrenkt is bedekt onophoudelijk stoffig blijft. Stoffig, van nature. Deze dekvloer verstoft in het soort stof dat hardnekkig aan schoenzolen hecht en tenslotte aan het tafelkleed, aan de wc-bril, aan de kaas, aan het dashboard van de auto en aan het comfi vest van mijn schoonmoeder. Van nature.

Een buurman-muzikant heeft zijn vloerverwarming bedekt met een geluidsisolerende vloer. Maar geluid wordt ongeveer op dezelfde manier geïsoleerd als warmte. Het effect was niet dat zijn huis kouder werd, maar dat de vloerverwarming veranderde in plafondverwarming (van de verdieping eronder). Waar ik nu dit stukje schrijf, dat wordt mijn kamer. Dit wordt de plek waar ik mijn stofhechtende patinaversneller op de dekvloer ga ontwikkelen.

donderdag 24 december 2009

vloerverwarming (3)

Ik wil hier alleen maar even kwijt dat vloerverwarming erg aangenaam is. Bij ons exemplaar klinkt er inderdaad wat gezoem, althans in de kamer waar ik dit nu zit te schrijven, maar daar staat tegenover dat vloerverwarming dus erg aangenaam is.

Wij hebben onze installateur niet precies goed verteld hoe we de keuken bovenop de vloerverwarming gingen bouwen: op de bouwtekening stond een U-vormig aanrechtblad met een inbouwfornuis, we hebben dit uitgevoerd als een vrijstaand fornuis met twee parallelle aanrechtbladen. Maar onder een aanrechtblad leggen installateurs geen vloerverwarming aan; Hulst Flier Installateurs uit Elburg levert vakwerk. Op de plaats waar wij uiteindelijk géén aanrechtblad maakten is dus nu geen vloerverwarming. Ik sta op nu voor mijn favoriete plekje aan het aanrechtblad (bij het fornuis, een belangrijke la en het gootsteen) liever op één been, om niet één zeer koude voet te krijgen, eind december.

Ik moet deze dagen lampen ophangen aan de plafonds die door onze stukadoors prachtig egaal wit gestuukt zijn. Ik doe dat met lichte angst dat ik per ongeluk van onderaf met de klopboormachine de vloerverwarming lekprik.

woensdag 23 december 2009

herfst


Ik ben zo ontwikkeld, dat ik altijd in staat ben om blij te zijn met het weer. Mijn gezinsleden zijn iets eerlijker; die houden openlijk van maximaal drie seizoenen: van de winter, de lente en de zomer. Mijn kinderen houden niet van de herfst; mijn vrouw houdt bovendien ook nog niet van de winter. De kou van kou wordt voor mijn kinderen goedgemaakt door het spektakel van sneeuw en ijs.

Maar inderdaad, in de herfst is er zelden sneeuw en ijs en verder is het guur. In november kun je niet meer in een korte broek fietsen.

Is er niet een volkssport te verzinnen die gebruik maakt van herfstweer? Natuurlijk is ijs spectaculair, maar storm biedt toch ook mogelijkheden? Of smeltende, lichtbruine sneeuw? Of rottende herfstbladeren? Alleen dat je er nat van wordt, dat staat alle nieuwe recreatie in de weg.

dinsdag 22 december 2009

waterstof

Ik wil iemand graag bewonderen als denker en filosoof, als die in allerlei willekeurige feiten een samenhang ontdekt. Ik wilde hier een verwijzing toevoegen naar het weblog van Peter Bekkers, waar vorige week nog zo'n leuke ontdekking op stond, maar Peter vond hem zelf misschien niet leuk genoeg. Hij is de hoofdredacteur van zijn eigen blog proefstation.blogspot.com.

Iemand op televisie had ontdekt dat de mens gaande de geschiedenis langzaamaan het koolstof uit zijn brandstof aan het werken is: van het koolstofrijke sprokkelhout en steenkool, via aardolie en aardgas naar pure waterstof, het enige molecuul uit de koolstofchemie zonder koolstof. Want de waterstofmoleculen, die zijn de brandstof van de toekomst. Misschien, als we goed zoeken, vinden we nog een waterstofbel onder een onrendabele provincie van Nederland, zoals het gas van Slochteren het failliet van de provincie Groningen nog enkele decennia heeft kunnen uitstellen.

Ik vind het zo jammer dat iedereen dat waterstofgas zo graag in een brandstofcel wil stoppen (om er elektrische stroom uit op te wekken). Vermoedelijk kun je van diesel en lpg geen elektriciteit maken, zoals dat met waterstof schijnbaar erg makkelijk gaat, maar mijn eerste gedachte bij een brandstof is dat je het verbrandt. Bijvoorbeeld in een motor. Waterstof in de tank en prt-prt-prt, knort het verbrandingsmotortje tevreden. Volgens mijn collega G, die monteur is geweest in de racerij is dat niet rendabel. Zegt hij, zonder sentiment.

maandag 21 december 2009

technische mannen


Toen het huis hier nog onverwarmd was en de herfst dreigde in te vallen, wendde ik met tot de vakhandel. Gereedschapswinkel de Haan had ik daarvoor uitgekozen, op Gerard Doustraat 62-64 in Amsterdam om precies te zijn. Ik geloof niet dat mijn vraag onbeleefd was; ik vroeg: Ik wil graag een elektrisch straalkacheltje kopen. Verkoopt u die? En de Haan zei: Je ken ook meteen je vingers in het stopcontact steken, want daar krijg je het ook lekker warm van.

Ik geloof dat er niks mis mee is dat ik nauwelijks iets gevats wist terug te zeggen, en dat ik niet boos werd of me een sufferd voelde. Een beetje verbaasd, dat wel. En ik heb het voorval erg goed onthouden.

Hier volgt een korte verklaring over technische mannen. Technische mannen zijn zeer eenzaam en kunnen blaffen en bijten. Laat dat niemand ervan weerhouden om toch van technische mannen te houden. Om, als je een metselaar of een landmeter of een technisch bedrijfskundige in een Audi ziet, die te omhelzen en te zeggen: Ga je mee een ijsje eten? Ik tracteer vandaag!

vrijdag 18 december 2009

doortrekken

Sinds ik de veertig gepasseerd ben, ben ik zonder spijt oprecht nieuwsgierig hoe mijn lichaam dat zal gaan doen: aftakelen. Ik roep al tien jaar dat ik geen achttien meer ben, dus ik heb me al op dit spannende proces voorbereid. En de eerste tekenen zijn er: de dorheid van mijn kruin en de trage doorstroming in mijn urinebuis.

Toen in de Hojelkazerne in Utrecht onderzocht werd of ik geschikt was om de dienstplicht te gaan vervullen, moest ik ook in een japo plassen (ik vermoed dat een jampot in krijgsmachtjargon een japo heet). Om mij en mijn nerveuze peers aan te moedigen dit samen te doen, op het gemeenschappelijke kazerne-urinoir, liep er een kraan, met inspirerend geklater. Dat geklater hielp ons echt om iets in de japo te krijgen.

Als ik nu - als veteraan - na ruim twintig minuten geduld van de wc opsta en doortrek, klinkt er wéér inspirerend geklater. Mijn wc trekt door met het geluid dat erg veel lijkt op het ruisen van de kraan in de Hojelkazerne. Er is nu dus ook een ergonomische reden om bezwaar te hebben tegen het gebruik van (drink)water voor het doortrekken van de wc.

donderdag 17 december 2009

ode aan de fiets


Ongeveer vijftien jaar geleden gaf ik de opdracht aan mijn nichtje om mij, als zij mij ooit zou tegenkomen op een fiets, van die fiets te duwen en het rijwiel in de gracht te gooien. Ik had een hekel aan fietsen.

Zadelpijn, kouwe handen, kwetsbare banden, wielen in de tramrails, bekeuringen voor roekeloos rijden, ongelukken met materiële en persoonlijke schade, ... ik had allerlei redenen om een hekel te hebben aan fietsen. Mijn grootste bezwaar was dat ik te vaak na een wandeling me terug thuis herinnerde dat ik op de heenweg was gaan fietsen.

Ik heb mijn verzet opgegeven toen ik enkele dagen geleden gecharmeerd werd door een ligfiets met drie wielen, waardoor ik ingehaald werd, terwijl ikzelf op mijn herenrijwiel reed. Door het kleine frontale oppervlak ging die ligfiets inderdaad hard en je zou 'm ook nog kunnen motoriseren... Maar voor de korte eindjes in de stad, en met name in de fietsenrekken is een fiets, echt waar, het allerbeste.

woensdag 16 december 2009

speelgoed

Ik stam uit een ingenieursgeslacht. De zeventiende-eeuwse watermolen waar je in het openluchtmuseum zelf papier kunt maken is de watermolen van Marten Orges, van wie mijn moeder direct afstamt. Alle broers van mijn moeder zijn en waren ingenieurs. Om raadselachtige familieredenen is de stoommachine waarmee zij als knapen speelden bij mijn moeder terechtgekomen. Ik heb thuis die stoommachine ook wel eens in werking gezien.

Ik weet niet wat je leert van een stoommachine, maar dat een stoommachine een manier is om jongens tot ingenieur in de warmtetechniek te intimideren, dat geloof ik wel.

Ik zelf had graag gespeeld met het echte materiaal, op schaal. Ik bedoel: van kleine baksteentjes zelf een huis metselen, dat met miniatuurstuuk echt stucadoren, nadat daar minuscule stopcontactjes en dakgootjes en gietvloertjes in aangebracht waren. Dit betoog moet duidelijk maken waarom ik de opzetstukjes die bij de rietjes van Chocomel en Fristi geleverd worden zo leuk vind.

dinsdag 15 december 2009

vloeibaar behang


Passend bij het formaat van onze woonkamer en bij de kortste afstand vanaf de bank, is er voor ons nieuwe huis een nieuwe televisie aangeschaft. Die is enorm (het grappige is dat het voor de prijs eigenlijk niet uitmaakt of de televisie enorm is of van traditioneel formaat). De beelddiagonaal is meer dan 1.20 meter. Bij de nieuwe televisie hoorde een doos die - uiteraard - nog groter was. Ik was in de verleiding om die doos te bewaren, omdat het geweldig speelgoed is en omdat de televisie daarin, bij een volgende verhuizing, verpakt kan worden, maar eergisteren heb ik 'm toch naar het oud papier gebracht, omdat in een huis zonder rommelzolder geen plaats is voor sentimenten.

Allemachtig, wat was die doos groot! Eerst sleepte ik 'm achter me aan, maar ik was bang dat dat een spoor achterliet in onze keurige buurt, dus toen ben ik 'm gaan optillen. En de handigste manier was toch: over mijn hoofd. Ik keek door het handvat en zag in een spiegelende ruit dat ik eruit zag als een wandelende doos.

Binnen in de doos rook ik weer hoe leuk het was om te spelen met een grote doos. Mijn eerste eigen huis was uiteraard een grote doos, toen ik zes was. Gelukkig, las ik ergens, is er nu vloeibaar behang. Ongetwijfeld gaat een huis daarvan ook lekker naar kartonnen doos ruiken.

maandag 14 december 2009

in de schouw

Mijn vriend Ongereguleerd, die zegt hiervan de ballen verstand te hebben, weet wel wat het grootste obstakel is van een accupakket: bij het op- en afladen van de cellen gaat energie verloren. Het is dus de vraag, of het prijsverschil tussen dag- en nachtstroom wel wordt terugverdiend, als ik een accupakket daarmee wil terugverdienen.

Eerlijk gezegd kan mij dat niet zoveel schelen, omdat het accupakket alleen maar de eerste stap is. Als ik het accupakket heb klaarstaan, kan ik alle energie die ik produceer, met mijn wakrako, mijn windmolen, mijn zonnepaneel of een andere uitvinding die ik nog ga doen, daarin elektrisch opslaan, zonder dat ik daarvoor eerst door Liander op Liander-voorwaarden en met Liander-dienstverlening op het Liander-net moet worden aangesloten. Het accupakket maakt mij vrij!

En waarschijnlijk is dat zo, dat bij het op- en afladen van de cellen energie verloren gaat. Verloren betekent hier: bij het op- en het afladen wordt het accupakket warm. En daarom wil ik het accupakket mooi verpakken (bijvoorbeeld zoals afgebeeld), zodat het behagelijke accupakket in de woonkamer neergezet kan worden op de plaats in de marmeren schouw, die vrijkwam toen overal centrale verwarming werd aangelegd.

vrijdag 11 december 2009

accupakket


Ongeveer een week geleden kregen we de eerste energie-rekening van onze energieleverancier. Met het cursieve onze probeer ik aan te geven dat de liefde tussen mij en Nuon niet helemaal wederkerig is. Nuon houdt van ons, maar ik niet zo erg van Nuon. Nuon heeft ons klem.

Ik betaal het allemaal maar, omdat er weinig anders opzit, maar ik neem mij voor om me de volgende keer niet zo te laten fucken door de hoge heren van de (vrije) energiemarkt. En ik neem mij voor dat Dutch Comfort u allen gaat helpen om u te bevrijden van verkrachting door uw energiebedrijf.

Het moet er dus snel komen, Dutch Comforts webwinkel, waar u goedkoop de spulletjes kunt kopen om zelf de leiding te nemen over uw goedkope en energieneutrale comfort. En laat ik eens beginnen om dat fascistische nachttarief te tackelen: met een accupakket dat de nachtstroom opslaat voor het gebruik overdag. Dutch Comforts goedkope alternatief voor de slimme meter.

donderdag 10 december 2009

slappe grond

De opleiding ED&I, waar ik dus werk, is tijdens mijn verlof - vorig schooljaar - veranderd. Eerst zag ik dat niet, doordat dezelfde planten met dezelfde bruine blaadjes nog op dezelfde plaats stonden. Maar nu, dik vier maanden verder, vind ik dat de opdachten veel interessanter dan toen ik vertrok. Al die energietechniek opeens!

De eerste opdracht voor eerstejaars ging over een windmolentje, de tweede opdacht is het schrijven van een energie-advies voor een gemeente naar keuze. Het leuke vind ik dat ik, dankzij de projectgroepen die ik begeleid, opeens ga nadenken over gemeenten als Waterland, Maarssen en Velsen.

In Maarssen is nog wat veeteelt, naast een hoop moerassig natuurschoon. Ik zeg: mest-vergisting. In Velsen (IJmuiden) mondt het Noordzeekanaal uit in zee. Als het water uit dat kanaal echt stroomt, dan moet er in Velsen misschien maar een blue-energycentrale komen. Maar, wat moeten we met Waterland? Zuchtende grond is het, die elk moment dreigt te overstromen. Dat land is echt waterland; zonder water erin zinkt het onder water (denk ik). Is met die unieke Waterlandse eigenschap niet iets creatiefs te verzinnen? En dat noemen we dan: silver energy.

woensdag 9 december 2009

isoleren


Vandaag kwam Dirk stukadoren. Dirk zou mijn tweelingbroer kunnen zijn, van wie ik meteen na onze geboorte gescheiden werd. Dirk groeide op in Volendam en werd van de MTS afgeschopt omdat hij - naar eigen zeggen - te goed was in wiskunde. Vervolgens werd hij stukadoor, met passie. Dirk is net zo oud, lang en mager als ik. Hij is de oudste van het stukadoorsbedrijf en hij wil tot zijn tachtigste doorwerken, omdat hij wil breken met de Volendamse mannentraditie om drie maanden na pensionering op vijfenzestigjarige leeftijd te sterven.

Dirk en ik kwamen aan de praat. Over gevelisolatie bijvoorbeeld, waarin Dirks bedrijf KOMO-gecertificeerd is. Dirk vertelde dat het een populaire en effectieve manier van isoleren is, om isolatiemateriaal aan de buitenkant van de gevel aan te brengen met daaroverheen een harde laag (zodat het aanvoelt als een muur). Het huis wordt daardoor aan alle kanten pakweg twintig cm groter. Dat schijnt te mogen en daartoe worden zelfs bouwvergunningen afgegeven bij renovatiewoningen.

'Waarom is dat beter?' voeg ik, 'Het maakt toch niks uit, of het aan de binnen- of aan de buitenkant zit?'
'Nou Rik, ...', zei Dirk, 'Dat moet jij toch begrijpen?'
Daarna zweeg ik, want tweelingbroers zouden elkaar inderdaad woordenloos moeten begrijpen.

dinsdag 8 december 2009

exit windmolen Rrrraps!


Binnenkort komen de stukadoors de kamer stukadoren die nu helemaal vol staat met de spullen die ik en mijn gezin al minstens zes jaar verhuizing na verhuizing met ons mee slepen. Elk gebruiksvoorwerp wordt daarbij genadeloos op zijn actuele nut beoordeeld, ook de onderdelen die vier maanden geleden op het dromerige platteland - waar ruimte en tijd ruim voor handen zijn - nog het windmolentje Rrraps! van mij en Ongereguleerd hadden moeten worden.

Vijf slakommen aan een bureaustoel bevestigen is een hoop werk en een armetierige windmolen. Ik was hier in de herfst begeleider van vier eerstejaars projectgroepen, die allemaal een opvouwbare windmolen moesten ontwerpen. Zij hebben zich allemaal beter in windmolens verdiept dan Ongereguleerd en ik deden. Zij zijn er allemaal achter gekomen dat het uitvergroten van een windmeter (vijf slakommen op een IKEA-stoel), niet rendeert.

Deze windmolen rendeert wel. Hij is niet gemaakt door een van mijn groepen, en ik vind 'm geweldig. Hij is van spinakerdoek en hij kan uit elkaar genomen worden tot een heel handzaam pakketje. IKEA kan 'm zo in productie nemen.

maandag 7 december 2009

exit mobiele mestvergister


Het is hier al een tijdje stil rond de mobiele mestvergister, en dat komt door Ouwehand, Papa, Gilijamse en de Geus. Door hun boek Toegepaste Energietechniek deel 2 om precies te zijn. Het boek dat ik op 16 oktober nog afserveerde als een boek dat niet effectief is voor mij.

Ik had al vooruit gebladerd; op pagina 226 staat: Voor mesofiele anaërobe vergisting ligt de verblijfstijd tussen 25 en 40 dagen en voor het thermofiele proces tussen 15 en 25 dagen. Dat is veel langer dan de 21 uur die ik - echt waar, alleen weet ik niet meer waar - bij verschillende bronnen had menen te hebben gelezen. En een minimale verblijfstijd van vijftien dagen in de vergister is niet effectief voor de mobiliteit. En dus niet voor mij.

Ik ben me er opnieuw van bewust dat ik een lichte vorm van dyscalculie heb. En van een even lichte vorm van dyslexie, waarvan ik Ouwehand, Papa, Gilijamse en de Geus toch niet de schuld kan geven. Daarom ga ik, weliswaar met een zucht, Toegepaste Energietechniek deel 2 maar weer lezen.

vrijdag 4 december 2009

snelweg

Weer een hele week van slag door De Volkskrant die ik maandag gelezen heb. Ir Francine Houben wordt daarin bijvoorbeeld geëerd, van wie gezegd wordt dat zij tien jaar geleden de esthetiek van de snelweg ontdekt heeft. Is dat echt pas tien jaar geleden? Ik herinner me een tentoonstelling in Wenen, waar een Nederlands architectenbureau de esthetiek van de snelweg ontdekt had, en dat was echt ver voordat ik verloofd was, daar in Wenen.

Ik sliep vannacht in een kamer aan de voorkant van mijn nieuwe huis, dat dichterbij een snelweg staat dan alle huizen die ik hiervoor bewoond heb. Ik hoorde vannacht de A10-oost. Met een beetje fantasie klinkt de A10-oost als een kabbelende rivier. Een speelse rivier, want soms is er een toeter, wat een verrassend geluid is, bij een rivier.

Wonen bij een rivier is goed voor de chi, volgens de feng shui, zeker als die rivier je huis als het ware omarmt. Ik voelde vannacht een grotere onrust dan die keren toen bij of langs een rivier liep. Ik denk dat de komt, doordat een echte rivier maar één kant uit stroomt. Memorabel moment: vandaag is de dag waarop ir Rik Almekinders de eenrichtingssnelweg ontdekte.

donderdag 3 december 2009

tocht


Ons huis is het laatste dat gebouwd is in de rij geschakelde herenhuizen van de Cornelis Zillesenlaan. De opdracht van de gemeente was duidelijk: de huizen moeten zelfstandig staan. Hoe geschakeld het er van buiten mag uitzien, de huizen zijn in werkelijkheid volledig vrijstaand. Begrijpelijk dat de bouwers ook echt een vrijstaand huis van het onze gemaakt hebben. Tussen ons en de buren zit een steegje van pakweg een decimeter breed.

Ik vind dat wel wat, dat steegje. Het is het barstje in de façade, het gat in de dijk, de scheur van hoop in de Berlijnse muur. Mijn buurman zei: straks komt er allemaal ongedierte in; vleermuizen ofzo... Vleermuizen! Gaaf!

Maar deze steeg moet dicht van de gemeente. En het is ook beter voor het huis, zegt de aannemer. In zo'n gleuf ontstaat koude en krachtige tocht, zelfs op windstille dagen. Die tocht is kouder dan de buitentemperatuur waardoor water in de muren ter plaatse kan condenseren en zelfs bevriezen. Dat is niet goed voor de muur van onze semi-vrijstaande villa. Maar toch: tocht, ... ik schrik op windstille dagen in de zomer altijd erg van het geweld waarmee deuren die tegen elkaar opengezet zijn dicht kunnen smakken. Dus die tocht, die je met een gleuf gratis kunt opwekken, waarom daar geen windmolentje in gezet?

woensdag 2 december 2009

straatverlichting

(door Peter Bekkers, hoofdredacteur van From Product Design Daily)

Ik wilde het eigenlijk hebben over de stad Helsinki, waar ik nog nooit geweest ben, maar vannacht kwam ik mijn straat inrijden, na een lange werkdag, en toen zag ik opeens iets opzienbarends.

Aan het begin van de straat hebben ze duurzame ledlampen in de straatlantaarns gedraaid. In plaats van de oude vertrouwde gelige straatverlichting, is er nu opeens een venijnige blauwe gloed aan het begin van de straat. We hadden er een brief van de gemeente over gekregen, herinnerde ik me opeens, maar zoals dat gaat met brieven van de gemeente die niet over gemeentebelasting gaan: je gooit ze weg. Met brieven van de gemeentebelasting kun je dat beter niet doen, trouwens. Je hoeft ook weer niet meteen te betalen, maar weggooien is gewoon niet slim. Er volgt herinnering op herinnering, en voor je het weet is wat ooit een verwaarloosbare kostenpost was, uitgegroeid tot een astronomisch bedrag. Dit terzijde.

Een venijnige blauwe gloed dus. Maar ik zag nog iets. Het is moeilijk onder woorden te brengen, maar anders dan de oude verlichting, die nogal diffuus is en alle kanten op schijnt, leggen die ledlampen een mooi sneeuwtapijtje van licht op de straat. Ik heb er een foto van genomen, maar daar kun je het helaas niet goed op zien (die blauwe vlekken in de verte – dat is het ledlicht). Maar het is mooi, het begin van de straat is erop vooruitgegaan. En het is ook helemaal niet zo'n venijnig blauw, bij nader inzien.

dinsdag 1 december 2009

urinoir


Dit is het urinoir dat het dichtste bij mijn werkplek is. Dit urinoir kies ik, als ik onder werktijd moet urineren. Ik ben er tamelijk tevreden mee. Dat komt vooral door de afmeting ervan en door de degelijkheid. Het urinoir doet me denken aan het dashboard van de Mercedes-Benz (uit het geboortejaar van mijn vrouw) die ik korte tijd bezeten heb: die royale Wirdschaftwunder-luxe.

Dat zou goed maken dat het natuurlijk bespottelijk is, dat mannen in een urinoir moeten pissen. Wat is dat voor vernederend idee? Waarom mogen wij geen deur, en waarom worden we gedwongen om tijdens het klateren, of wat daarvoor doorgaat, gesprekken aan te knopen met de andere mannen in de ruimte?

Waar ik het over had kunnen hebben met de andere mannen in de ruimte de afgelopen twee jaar hier, is dat ik dit urinoir eigenlijk niet begreep. Dat chromen rondje in het midden, ter hoogte van mijn navel, is dat nou een sensor die de automatische spoeling in werking stelt? Nee, blijkt: dit urinoir (en het buururinoir meteen ook maar) spoelt door met dat pedaal, onder op de foto.