maandag 30 november 2009

akoestiek

Inmiddels wonen mijn gezin en ik in de woonkamer van ons nieuwe huis. En met wonen bedoel ik: we eten er (de keuken is annex) en we zitten er op de bank. Dat kan, omdat de vloer er nu geschilderd is, de wanden en het plafond gestuukt en gesausd. De bank kan dus voorlopig blijven staan en andere meubels ook.

De stukadoors hebben het, ongeveer een maand geleden, in een razend tempo onwaarschijnlijk glad gestuukt. Iedereen, ook de mannen die het huis intussen aan het afbouwen waren, was daarvan onder de indruk. Zo glad! En zo snel!

In de woonkamer kunnen we dus eten en op de bank zitten. We kunnen er alleen niet met elkaar communiceren. Mijn vrouw en ik praten te snel, mijn zoon gilt te hoog en te hard en mijn dochter praat te zachtjes. In een lage kamer met schilferig behang is dat niet erg, maar door onze prachtige keiharde nieuwe muren kan ik niemand meer verstaan. Het internet zegt dat piramideschuim ook erg decoratief is.

vrijdag 27 november 2009

ED&I


Ik werk al bijna vier jaar bij de Hogeschool van Amsterdam. Ik ben daar destijds zonder erg veel passie bij een willekeurige opleiding begonnen als docent natuurkunde. Die opleiding heet Engineering, Design en Innovation, wat ik nog steeds een nogal bombastische naam vind. Bij die opleiding werk ik nu nog. Van de arrogante carrièreplannen die ik hier bij dit instituut had heb ik weinig terecht gebracht. Gelukkig.

Want je moet er wel even goed en langdurig naar kijken, maar dan blijkt ED&I eigenlijk de leukste opleiding van Nederland te zijn. En dan bedoel ik: wat je er kunt leren is erg leuk. En hoe het gegeven wordt, daar is ook weinig mis mee. En hoewel je het gerust en zonder iemand te beledigen een provinciaalse opleiding kunt noemen, zitten we toch maar mooi in het centrum van Amsterdam. Per ongeluk.

Het leuke van ED&I vind ik, dat je er tamelijk waardevrij leert om dingen te maken. Of het nuttig is wat je maakt, dat mag je zelf beoordelen. Maar dat je het kunt maken, dat is evident. Wat een vrijheid geeft dat!

donderdag 26 november 2009

Utrecht

Het wereldnieuws dringt maar spaarzaam tot mij door. Misschien is het de ontwenning, dat ik over de kleine nieuwtjes die ik per ongeluk oppik, dagenlang loop te tobben (wanneer ik daar tijd voor heb). Dit weekend hoorde ik een nieuwsfragment in de auto, terwijl ik op music that makes me feel good zat te wachten van Sky Radio. Dit was het wereldnieuwtje: de provincie Utrecht wil dat alle woningen in die provincie in 2040 nul-energiewoningen zijn. De woordvoerder werd geciteerd: er is geen subsidie; de subsidie is de energiebesparing die dit oplevert.

Het zal ook de ontwenning wel zijn, dat ik, uit de toon van de nieuwslezer en de stelligheid van de woordvoerder, dit beluister als een bevel. Oef, denk ik dan, ben ik even blij dat ik niet in Utrecht woon!

Hoe gaat de provincie Utrecht deze oukaze handhaven, in 2040? Waarschijnlijk met grote geldboetes, want dat is het goedkoopste en levert ook een hoop op. Maar juist om al mensen die de subsidie nodig gehad hadden onder druk te zetten zal toch ok iets als een sterke arm of een geheime garde nodig zijn.

woensdag 25 november 2009

Dromsjø


Mijn eerste bezoek aan IKEA herinner ik me als volgt: ik was ongeveer tien en we gingen met het gezin (ik en mijn ouders) naar een nieuwe winkel, helemaal in Amsterdam. De tocht naar Amsterdam had zelfs maar één doel: een bezoek brengen aan die winkel. Mijn ouders hadden de opwinding over die nieuwe winkel goed op mij overgedragen, want zonder verder ooit speciaal geïnteresseerd te zijn geweest in wat voor winkel dan ook, leek dit echt een leuk en nuttig uitje te worden. Ongeveer net zo leuk als mee doen aan de vredesdemonstratie, waarvoor we ook al 'ns een keer en famille naar Amsterdam getrokken waren.

De plek waar die winkel in mijn herinnering gevestigd was, was de Sarphatistraat, vlakbij de Amstel. Later heb ik kunnen reconstrueren dat mijn herinnering helemaal niet over IKEA, maar over een Engelse winkelketen Habitat ging. In mijn studententijd was ik een tegenstander van IKEA. Ik vond het burgerlijk, ofzo, ... en zoals ik eraan heb moeten wennen om vader te zijn van kinderen, heb ik ook moeten wennen aan de gebruiksvriendelijke zelfbediengsgroothandel op gemiddeld twintig km afstand. Tachtig procent van de spullen die ik daar betrokken heb zijn van prima kwaliteit, zeker als je bedenkt wat ik ervoor betaald heb.

Een IKEA-keuken is redelijk duur, maar dan ook weer van uitstekende kwaliteit. Elke keukenla is van hoogwaardige high-tech. Maar de loodgieterij die IKEA erbij geleverd heeft is helaas niet van prima kwaliteit. Sifons die lekken, kranen die ronddraaien, de stop die de gootsteen niet afsluit, te korte schroeven. Slordig! SLORDIG!

dinsdag 24 november 2009

vuurwerk (2)

Recht boven elkaar en door alle plafonds is door de bouwers van ons huis een gat vrijgehouden, waar zo spoedig mogelijk en wij doen ons uiterste best een rookkanaal doorheen gestoken wordt voor een open haard. Ik reken er niet meer op dat Sinterklaas dit jaar die open haard nog te zien krijgt. De haard zelf staat overigens wel al voor ons klaar, ergens in noord-Groningen.

Er is iets aan open haarden dat mij tegenstaat. Ik vind het moeilijk om hier openlijk te erkennen dat ik een open haard wil en neem en ga branden. Een open haard is toch een romantisch milieudelict, vanwege de dioxine en de kooldioxide. En voordat ik oprecht en zonder ironie de technisch volmaakte imitaties (op gas bijvoorbeeld) durf te prijzen, moet ik eerst twee jaar in therapie.

Het is als een ontploffende auto in huis halen, zo'n open haard. Het sist en het spettert en het ruikt scherp, ... en er is gevaar. Een zeer reëel gevaar van de open haard bij ons is dat één van de twaalf geschakelde brandmelders in het huis erachter komt we aan het stoken zijn en dat die besluit om met zijn vriendjes heel Amsterdam wakker te gaan piepen.

maandag 23 november 2009

vuurwerk


Gisteren bestond dit blog 1 jaar. Ik zou nu kunnen evalueren of de doelen die ik vooraf stelde gehaald zijn. Ik ken mezelf en ik weet dat ik projecten zoals dit blog altijd met een torenhoge ambitie begin. Al doende ben ik de ambitie van dit blog vergeten; expres of per ongeluk, dat doet er niet toe. Maar ik ben het wel leuk blijven vinden, elke dag weer. Vandaar dit feestje.

Ooit probeerde ik het geluid van een trekrotje met een cassettebandje op te nemen. Dat lukte niet. Siervuurwerk filmen, dat lukt meestal wel. Ik vind dat siervuurwerk aan het einde van zijn productlevenscyclus is. Siervuurwerk is uit, denk ik. Zelfs op een film, behagelijk binnen, is siervuurwerk te saai om naar te kijken.

Een ontploffende auto, dat heeft voor mij wel iets feestelijks. De kroon op een goede achtervolgingsscène is, nadat die eerst van een berg gestuiterd is, een ontploffende auto. Ik denk dat de auto moet ontploffen om de kijker op het hart te drukken dat de slechterik in de auto nu echt dood is. Ik zag al best veel auto-wrakken in mijn leven langs de weg. Die auto's waren nooit ontploft. Daar hadden blijkbaar geen slechteriken in gezeten.

vrijdag 20 november 2009

collega's

Het motto van mijn vriendin A is: het is altijd handig om iets te kunnen, en het doet er dan niet toe wat je precies kunt. Fietsen op een eenwieler bijvoorbeeld, of pingpongen of schaken.

Sinds mijn terugkeer uit Groningen heb ik mijn collega's opnieuw ontmoet, en ik ben aan het ontdekken wat zij allemaal kunnen. Of weten. Collega G weet bijvoorbeeld veel van automotoren. Dankzij hem weet ik nu waarom een boksermoter eigenlijk beter is dan een lijnmotor. En waarom een dubbele nokkenas beter is dan een enkele.

Collega M weet bijvoorbeeld veel van vliegtuigen. Ik luisterde een gesprek af van een student, die vertelde hoe M in zijn les de weg beschreef die een mensendrol aflegt in een vliegtuigromp, vanuit het minitoiletje naar onder de staart van het vliegtuig, waar - schijnt - zijn aarsopening zit. Zo wordt de mensendrol teruggegeven aan de natuur.

donderdag 19 november 2009

flessengas


Er wordt hier dus gekookt op gas. Op flessengas, want op IJburg is geen gas, althans, niet uit een leiding. Hieronder enkele observaties.

1. Ik had het waarschijnlijk heel makkelijk op het internet kunnen vinden, maar wegens het illegale karakter dat ik flessengas toedicht, heb ik mijn informatie over de distributie ervan ook ondergronds ingewonnen. Via een vader van een klasgenootje van mijn dochter kwam ik erachter dat ergens achter de Zeeburgerdijk, en dan helemaal aan het einde, een boot ligt die gasflessen verkoopt. In de auto heb ik een half uur rondgedoold tussen carrosseriebedrijven, een stadsnomadendorp, twee maneges, veel gras en roestige hekken - een Amsterdams industriegebied - , tot ik de boot vond. Wel drie borden verboden toegang passeerde ik en een hond met rughaar en blote tanden achter een hek. Rook en open vuur verboden. Binnen afgeblaft door een buitensporig onvriendelijke gasemployee. Op de stelselmatige onvriendelijkheid van mijn collega-technici kom ik later nog eens terug.

2. Er is niets moois aan een gasfles, wat ik eigenlijk wel charmant vind. Een oranje slang verbindt hem opzichtig met mijn designfornuis. Als je de fles niet ziet, dan helpt de slang waar je over struikelt je wel herinneren. Ik vind dat de fles lekker lang meegaat. Toch al een maand of langer, en er wordt elke dag tamelijk uitgebreid uit gekookt. Er is ook niets handigs aan een gasfles. Hij is niet te tillen, eigenlijk. En of hij nu leeg, halfleeg, halfvol of helemaal vol is, daar heb ik echt geen idee van.

woensdag 18 november 2009

nachtnet

Als het nacht wordt, wordt het stil. De zon houdt even zijn brutale kop dicht en volgens mij heeft de wind er dan ook minder zin in. Meneer zon heeft duidelijk een regelmatiger dag- en nachtritme dan de wind, maar toch: ik vind dat de wind ook goed zijn best doet om zich vooral overdag druk te maken.

Ik ben als de wind. Soms ben ik ook 's nachts actief. Daardoor weet ik hoe het 's nachts met de zon zit, en met de wind. Maar ik geef toe: ik weet beter hoe het overdag zit, met die twee, want daar ben ik altijd bij.

Wat mij echt ergert is dat het goedkoper is om 's nachts energie te consumeren. Dat dat is om de elektriciteitscentrales van hun stroom af te helpen, die ze blijkbaar continu moeten maken, maakt mij niet minder geërgerd. Overdag is de activiteit en niet 's nachts, verdorie!

dinsdag 17 november 2009

big brother


(door Peter Bekkers, hoofdredacteur van From Product Design Daily)

Een slimme meter is een apparaatje dat het elektriciteitsgebruik van huishoudens gedetailleerd meet en die metingen via een netwerk terugstuurt naar de energieleverancier. De slimme meter registreert bijvoorbeeld op welke tijden een huishouden de meeste energie gebruikt. Is dat ’s ochtends, dan kan de leverancier een gepeperde rekening sturen, want ’s ochtends is er veel vraag naar energie en is de prijs dus hoog. Is het ’s nachts, dan kan de rekening een stuk lager zijn, want ’s nachts is de vraag naar elektriciteit - en dus ook de prijs - laag.

Briljant product op het eerste gezicht. Mensen zullen bewuster omgaan met energie. Maar er zijn schaduwzijden. Privacy experts op een conferentie in Madrid, vorige week, waarschuwen dat slimme meters informatie verschaffen over privacygevoelige onderwerpen zoals: wanneer mensen op vakantie zijn, hoe laat ze gaan slapen, hoeveel tv ze kijken, etcetera. Als straks de elektrische auto thuis wordt opgeladen, zullen de slimme meters ook informatie verschaffen over het gedrag buitenshuis. De vraag is dus: hoe veel informatie hebben energieleveranciers eigenlijk nodig? Hoe lang mogen ze het bewaren? Na hoeveel tijd moeten ze de informatie vernietigen etcetera. In de Verenigde Staten zijn nu acht miljoen slimme meters geïnstalleerd. In Italië heeft 85% van de huishoudens een slimme meter - meer dan in enig ander land. Daar zal Berlusconi wel achter zitten. In Nederland is de aanschaf voorlopig vrijwillig (na een mislukte poging tot verplichtstelling), maar in april van dit jaar besloot het Europees Parlement dat in 2020 tachtig procent van de Europese huishoudens een slimme meter moet hebben.

Wie heeft toegang tot die informatie? Leveranciers kunnen de informatie verkopen aan marketingbureaus, die het goed kunnen gebruiken voor gerichte advertenties. Als bijvoorbeeld uit de gegevens van de slimme meter blijkt dat iemand ’s nachts vaak het licht aan doet, dan zou dat kunnen wijzen op slapeloosheid. Zo iemand kun je advertenties sturen over hulpmiddelen bij het slapen (aparte matrassen, kussens, slaappillen, etc). Verzekeringsbedrijven zouden – in de nabije toekomst - hogere premies kunnen vragen aan mensen die regelmatig na het sluiten van de café’s de stekker van de auto in het stopcontact steken.

maandag 16 november 2009

ecohuis

In het wijkje waar wij ons huis hebben mogen bouwen is wel wat verscheidenheid in architectuur, maar in de praktijk toch ook veel hetzelfde. En dan vooral aan de binnenkant: vide's, zwevende trappen, kolossale badkamers en keukens hebben al onze buren eigenlijk wel. En grote metallic-grijze auto's.

De prijzen die gevraagd worden voor de buurhuizen die te koop staan zijn ook metallic-grijs. Ook aan de premie van mijn inboedelverzekering heb ik gemerkt dat ik nu in een rijke buurt woon.

Een huis dat echt opvallend anders is staat één straat bij mij vandaan. Het is opgetrokken uit strobalen en er is daardoor binnen geen ruimte meer voor zwevende trappen, kolossale badkamers en keukens. Ik vind het pijnlijk om te zien dat de vraagprijs voor dit goedbedoelde huis dat - voor een stadshuis - ongekende potentie heeft, ongeveer drie keer lager is dan dat van zijn protserige buren.

vrijdag 13 november 2009

leemkachel


Ik ben opgeleid als industrieel ontwerper. Ik was verleid om juist die studie te kiezen door de mooie plaatjes die ontwerpstudenten blijken te kunnen tekenen van de toekomst. In de ontwerperstoekomst schijnt altijd de zon, waardoor al het metaal je tegemoet schittert. De vrouwen hebben grote hoeden op en kleine hondjes en ze beantwoorden de blik van de toeschouwer met een open gezicht.

Verblind door het glimmende chroom en door die open gezichten zag ik over het hoofd dat ik als industrieel ontwerper geacht word te werken voor de industrie. En dat ik industrie dus een goed idee moet vinden. Dat de dingen snel, goedkoop en massaal gefabriceerd moeten worden.

Stukadoren met leem is daarmee al in tegenspraak. Dat glimt ook niet, en om te benadrukken dat het niet glimt wordt leemstuuk vaak expres een beetje rommelig aangebracht. Ik ga dan gelijk denken dat het ook langzaam en duur is. Nu ben ik op de leemkachel gestuit en om mijn afkomst te verloochenen heb ik meteen de meest kabouterachtige smurfenleemkachel uitgekozen om hier te presenteren.

donderdag 12 november 2009

ventilatie (2)

Overigens hadden de twee kruisjes op de tekening van de bovenste etage (zie ventilatie (1)) nog wel meer effecten dan alleen maar twee Itho CVE ecofans op de plaats van de kruisjes. Door het hele huis lopen 30 cm dikke buizen naar de ecofans toe. Die buizen zijn netjes weggewerkt achter hoeken van gipsplaat, maar kamers die rechthoekig bedoeld waren, zijn er minstens zeshoekig van geworden. Bedden en kasten passen er nu nèt niet meer in.

Aan het andere einde van zo'n buis zit een ding van keramiek, dat ik hier maar even een luchtputje noem. Alle vieze luchtjes uit ons huis worden via deze universele keramieke paddestoelen (in de badkamer, in de wc en in de keuken) naar de ecofan gezogen. Ik zie ze in elk modern gebouw, maar het zijn zulke nederige indringers, dat ik het woord ervoor niet ken en dat ik dat woord ook niet kan vinden. Luchtputjes, zeg maar. Ik kan er zelfs geen plaatje van vinden.

Die luchtputjes lijken op het spreek- of luistergedeelte van een ouderwetse telefoon. En verdomd: ze zíjn ook een telefoon! Als mijn zoon op de derde verdieping, waar de ecofan hangt, aan het vertellen is wanneer zijn luipaard jarig is, dan kan ik hem, via het luchtputje boven mijn hoofd op de wc van de begane grond, woordelijk volgen. Alsof hij naast me staat.

woensdag 11 november 2009

ventilatie (1)


Op de bouwtekening van ons huis stonden twee kruisjes, op de bovenste verdieping. We hadden nog wel gevraagd wat dat was, die kruisjes, maar dat was gewoon de mechanische ventilatie, waar nou eenmaal geen ontkomen aan was, in moderne huizen, die aan de strengste milieu-eisen moeten voldoen. En mechanische ventilatie is NIET warmtebalansventilatie, en het woord niet valt in deze regel op, omdat wij, na slechte ervaringen met warmtebalansventilatie, echt niet weer warmtebalansventilatie wilden. Maar inderdaad, mechanische ventilatie is niet warmtebalansventilatie. Onze mechanische ventilatie hoor je niet, ook niet nadat ik de stekker ervan in het stopcontact gestoken had.

Toch is alleen maar een kruisje op een bouwtekening wel een erg bescheiden symbool voor wat er uiteindelijk op die plaats komt te hangen. Het went wel, maar de kamer oogt toch anders, met Itho CVE ecofans in twee hoeken.

Vandaag ging ik even gezellig buurten bij de ecologische bouwmarkt, waar ik leerde dat ik dampdicht en dampopen (?) had kunnen (laten) bouwen. Mijn huis is helemaal dampdicht, wat die mechanische ventilatie nodig maakt. De handleiding van Itho CVE ecofan sombert hier zelf over, op pagina 6: het aantal stofmijten is in 25 jaar 100 x groter geworden en het aantal carapatiënten is de laatste 15 jaar verdubbeld. Zou ik mijn huis nog dampopen kunnen krijgen?

dinsdag 10 november 2009

harde zeep

De enige reden die ik kan bedenken waarom mensen zeep uit een plastic fles in de douche hebben staan, is omdat ze een stuk zeep niet lekker kunnen neerzetten. Ik zelf vind het niet fijn, om mij te wassen met zeep uit een plastic fles. Ik vind het bijvoorbeeld erg moeilijk om ecologisch te doseren, terwijl ik met mijn linkerhand de zeep uit de fles in mijn rechterhand knijp. En om het inzepen uit te stellen tot ik met één hand de fles heb dichtgedaan en die ergens op een randje van de douchebak heb weggezet.

Ik houd van zeep uit één stuk. Harde zeep. Zo'n stuk zeep dat ik uit onhandelbaar hoekig materiaal tem tot het precies bij mijn lichaam past. Voor een hard stuk zeep ben ik als een vader. Maar het is waar: een hard stuk zeep kun je niet lekker wegzetten. Daardoor ziet elk zeepbakje er elke dag weer uit als het broodtrommeltje dat een hele zomervakantie in een schooltas is achtergebleven.

Bij de vaste wastafel ben ik een voorstander van de zeepbolhouder. Dat heb ik weer: nostalgisch, heet zo'n ding op het internet. Kan iemand van de zeepbolhouder iets maken dat ik graag onder de douche gebruik?

maandag 9 november 2009

kraan (2)


Toch ben ik ook weer vastgelopen in het boekje Verbrandingsmotoren, dat ik een week geleden nog zo prees. Ik ben echt wel een bijtertje, als het op lezen en iets willen weten aankomt, maar bij technische boeken ga ik na een pagina of twintig op zwart. En helaas is dat nu alweer gebeurd, bij ir C.Kerkhoven w.i. In zijn boek gebeurde dat op pagina 28, waar hij schrijft: Bij bepaling van het scheepsvermogen dient men erop te letten dat het door de schroef opgenomen vermogen evenredig met de derde macht van het toerental verandert.

Dit stoort mij, omdat ik dan wil weten waarom de rede evenmachtig met de derde schroef van het scheepsvermogen verandert. Alle hier door mij gerecenceerde boeken deden dat: verklaringen achterwege laten. Wel veel met formules strooien, maar naar mate het boek vordert steeds vaker vergetend waar die formules op gebaseerd zijn. Ik vermoed dat het eigenlijk niet de bedoeling is, dat wij techniek echt begrijpen. Techniek moet je doen, begrepen! En dat je door het doen het uiteindelijk begrijpt, ooit, een keer, dat is op z'n hoogst mooi meegenomen.

Het doet me denken aan de thermostaatkraan die ons nieuwe huis heeft. Zeker een week heb ik me verzoend met het lullige straaltje water dat hij bood, tot ik er achterkwam dat er een waterbesparende pal op zit, die je moet indrukken als je een stevige straal wilt. Ik heb alleen uit onvrijwillige onwetendheid een week lang water bespaard.

vrijdag 6 november 2009

entiteiten

Het eerste huis dat wij kochten was een bouwvallige bovenwoning in Den Haag. Oudere buurtbewoners wisten dat in dat huis een dementerende prostituee in ruste eenzaam gestorven was. Als we in bed lagen hoorden we regelmatig voetstappen in het grote huis, of een fietsbel die afging. Mijn schoonmoeder heeft het oude spook vriendelijk maar dwingend verzocht om het huis te verlaten en daarna alle kamers met brandende salie gereinigd. Dat hielp goed.

Ons nieuwe huis, dat we zelf helemaal nieuw hebben laten bouwen, heeft ook iets onaangenaams. Het is natuurlijk nog niet af, maar het is ook net alsof de bouwvakkers het huis nog niet verlaten hebben. Er hangt een bouwvakkersfeer. Daarnaast gaan er lichten aan en uit, vallen voorwerpen om en zijn er voetstappen. Mijn zoon durft zijn slaapkamer niet in omdat er een man naast zijn bed staat (zegt hij).

Mijn vrouw heeft de hulpdienst geraadpleegd, en inderdaad: er bevinden zich drie entiteiten in ons huis. Geen kwaaie, hoor. Ze zitten gezellig biertjes te drinken. Ze zijn van de zomer in ons huis getrokken, toen het leeg stond. Gisterenavond heb ik ze de deur gewezen en uitgezwaaid.

donderdag 5 november 2009

elektriciteit


Op de website van de NVvM - de Nederlandse Vereniging van Macrobiotiek - staat nog vrij mild: produkten die zeker vermeden moeten worden zijn [...] en voedsel uit de magnetron. Gisteren sprak ik een macrobioot die alle elektriciteit bij de voedselbereiding afkeurde. Elektrisch koken, de elektrische eierwarmer, maar vooral de elektrische oven: ze paralyseren elke traag en zorgvuldig door de natuur gevormde grondstof.

Ik vind het altijd fijn, als iemand elektriciteit bestempelt als een schadelijke uitvinding.

Het opmerkelijke was dat hij in datzelfde gesprek voorstelde om een elektrische auto te bouwen. Ikzelf wil, met mate, best soms een geparalyseerd ei of elektrisch verlamde kippesoep eten. Bij voorkeur gedachteloos, terwijl ik in de Telegraaf blader. Maar om zelf in zo'n magnetron op wielen te stappen, dat lijkt me schadelijk voor mijn traag en zorgvuldig door de natuur gevormde gestel.

woensdag 4 november 2009

verbrandingsmotoren

Het boekje, dat ik overal waar ik ga met mij meedraag, heet Verbrandingsmotoren ; het is geschreven door ir C. Kerkhoven w.i., leraar aan de h.t.s. te Rotterdam. Het boekje opent op pagina XV met een historisch overzicht, en wat blijkt: het is allemaal begonnen met Christiaan Huygens, die al in 1680 trachtte arbeid te verrichten door kruit in een cilinder te verbranden. Die dekselse Christiaan! Was hij misschien op het idee gekomen toen hij in de boekenkist uit het Muiderslot ontsnapt was?

En wat te denken van de eerste zescilinderauto ter wereld (1902), gebouwd in autofabriek Trompenburg te Amsterdam? Of de Vulcanus, het eerste zeegaande motorschip ter wereld, gebouwd door Werkspoor, in 1910? Of het octrooi uit 1935 van dr H vd Horst op hardchromen? Ik heb geen idee wat dat laatste met het onderwerp te maken heeft, maar ik voel dat ik opzwel van nationale trots.

Zo voerde de directeur van de Kon. Mij. "De Schelde" - ir H.W. van Tijen - het kental T (van Tijen, vermoed ik) in, wat een betere maat is voor de belasting van een verbrandingsmotor dan het effectieve vermogen P-eff. Zo groot was het ingenieursvak, in 1956 toen Kerkhoven w.i. zijn boekje schreef. En w.i. staat natuurlijk voor werktuigbouwkundig ingenieur, dat lijkt me logisch.

dinsdag 3 november 2009

onderwijsmateriaal


Er zijn wel wat mooiere plaatjes te vinden van de villa 'Corvin' te Hilversum, die in zijn nadagen betrokken werd de elektrotechnische (privé-)MTS en internaat 'Rens en Rens'. Op die plaatjes zie je de achterkant van het gebouw, met een aflopend engels landschapspark. In dat landschapspark sleede ik, op een leeftijd dat ik eigenlijk op een brommer had horen te rijden. Dit grauwe plaatje dateert uit die tijd van dat sleeën. De Rens en Rens kwijnde en nog een jaar later stond villa Corvin leeg. Het gebouw leek in grote spoed verlaten, want binnen lagen de meubels nog, enkele practicumopstellingen en allerlei onderwijsmateriaal.

In dat onderwijsmateriaal heb ik eindeloos staan bladeren. Onooglijke kleine vergeelde boekjes waren het, oeverloos volgetypt tot het opeens klaar was, bij paragraaf 35.16.1. Ik had op mijn middelbare school maar één leerboek dat zo vergeeld, compact en indrukwekkend was. Kleine Griekse Grammatica heette dat, wat een grappige naam is, omdat de Griekse grammatica ongeveer de grootste grammatica is die je kan verzinnen.

Ik geloof dat ik nu een boekje gevonden heb dat de ouderwetsige onderwijskwaliteit heeft waar ik van houd: klein en uitputtend. Het is een boekje van Stam Educaboek uit 1980. Alles staat erin (over verbrandingsmotoren). De eerste zin is meteen hoopgevend: In dit boek is steeds getracht de stof eenvoudig te houden om algemeen inzicht te geven en detaillering te vermijden. Morgen nog meer van die ouderwetsige citaten.

maandag 2 november 2009

kraan

Ik heb minstens twee keer in mijn leven gehoord of gelezen dat rechtshandigen langer leven dan linkshandigen. Ik heb ook geleerd om, als bevoorrecht mens (rechtshandig en verder ook in goede gezondheid), mild te willen zijn jegens de mensen die minder geluk hebben, zelfs als ik mij weinig bij het ongeluk van iemand anders kan voorstellen. Ik wil dat verhoogd stervensrisico dus best geloven, dat ik vroeger twee keer hoorde of las.

Het huis dat wij zelf ontworpen hebben is inmiddels bijna af. Veel dingen staan nog niet op hun definitieve plek: de telefoon staat nog op de trap en veel verf zit nog in een blik. Op zo'n blik ga ik zitten, als ik telefoneer, want de stoelen staan weer niet in de buurt van de trap.

Toch is het huis af genoeg om te kunnen beoordelen wat goed is aan het ontwerp en wat minder effectief is. Een uitdaging is bijvoorbeeld de kraan van mijn wastafel in de badkamer: de Venlo Nimbus. De uitdaging is, dat de joystick ervan aan de rechterkant zit. Terwijl ik mijn rechterhand juist gebruik om mijn tandenborstel of andere badkamerattributen vast te houden! Gelukkig heeft de Nimbus die elegante lange buis, waar mijn linkerarm onderdoor kan steken om de kraan te bedienen.