Ongeveer twintig jaar geleden illustreerde ik een boekje van Johan Stahlecker, een nogal excentrieke verfmaker uit Den Haag. Zijn handen waren vergroeid van de giftige materialen waarmee hij gewerkt had en dit boekje was zijn testament, naast vele andere testamenten die hij zijn stad heeft nagelaten. In het boekje beschreef hij tamelijk beeldend hoe vroeger pigmenten gemaakt werden. Perenrood uit luizenlijkjes en indisch geel uit urine.
Ik ben het boekje sinds al mijn verhuizingen kwijt, dus ik citeer hier de luizen-site nog een keer: Indisch geel kan worden verkregen door jonge mangobladeren aan koeien te voeren. Als gevolg hiervan wordt hun urine dikker en geler. Vervolgens kan de urine in een aantal stappen tot pigment verwerkt worden. [...] Tegenwoordig is het door de dierenbescherming en om religieuze reden (in het hindoeïsme is de koe heilig) verboden.
Nu krijgt dit verhaal een onsmakelijke wending; mensen met een zwakke maag raad ik aan om niet verder te lezen. Aldus: vorige week had ik een zweer aan mijn grote teen. Die zweer brak open en die leverde een mooie ronde klodder pus op. Precies groen snot, eigenlijk. Ik weet nu dat pus ook hetzelfde smaakt als groen snot. Best lekker, vind ik. Zou het ten behoeve van menselijke consumptie moedwillig kweken van zweren op dieren (voor in een kroket?) ook verboden zijn?
dinsdag 30 november 2010
maandag 29 november 2010
loopbaan
Ik heb wel eens ergens gelezen dat aan de ontwikkeling van een foetus in de baarmoeder te zien is hoe de mens zich evolutonair uit een ééncellige, via iets reptieligs tot homo sapiens ontwikkelde. De missing link is gewoon ergens in de achtste maand, dus. Ik heb nu net ontdekt dat na de geboorte deze afspiegeling van de geschiedenis gewoon verder gaat. Die afspiegeling vertelt niet het evolutionaire verhaal van de menselijke soort; na de geboorte volgt het sociologische verhaal: hoe de mensheid zich vervolgens ontwikkelde.
Het jonge leven begint met slavernij. In creches en in het onderwijs worden alle kleine kinderen volkomen geknecht. In onderontwikkelde landen krijgen kinderen, of hun verwanten, voor kinderarbeid nog iets betaald, maar de arbeid die achter de gevangenismuren van het Westerse onderwijs verricht moet worden is volkomen onbezoldigd. Er is voor kinderen geen ontsnapping mogelijk.
Nou ja, als ze achttien zijn, want dan is de detentie eindelijk voorbij. En dan gaan ze studeren; de mooiste tijd van je leven. Er is dan eindelijk een soort keuzevrijheid: je mag zelf je leenheer kiezen. Na die keuze zit je gevangen in een financiële constructie die toch wel erg lijkt op feodalisme. Niet gek dat mensen na hun afstuderen het kapitalisme als een bevrijding zien. Renaissance, zeg maar.
vrijdag 26 november 2010
energieadvies
Het tweede project dat onze eerstejaars studenten doen heet energieadvies. Ze moeten een Nederlandse gemeente naar keuze advies geven hoe de Kyoto-doelstellingen gehaald kunnen worden, of nog radicaler, terwijl geld, regelgeving en draagvlak geen rol spelen.
Het misverstand is, dat jonge mensen, door hun leeftijd, vanzelf met de radicale oplossingen komen. Welnu, dat is niet zo. Ook eerstejaars komen niet met radicale oplossingen, of misschien na hevige aanmoediging.
Ik vind het best leuk om de gemeente Amsterdam gratis wat energieadviezen aan de hand te doen. Dit lijkt me tamelijk effectief:
Het misverstand is, dat jonge mensen, door hun leeftijd, vanzelf met de radicale oplossingen komen. Welnu, dat is niet zo. Ook eerstejaars komen niet met radicale oplossingen, of misschien na hevige aanmoediging.
Ik vind het best leuk om de gemeente Amsterdam gratis wat energieadviezen aan de hand te doen. Dit lijkt me tamelijk effectief:
- alle straten binnen de ring A10 autovrij
- alle straatlantaarns weg
- heftige gemeentebelasting - voor iedereen die groter woont dan 15 m2 per persoon vloeroppervlak - aanwenden om kleiner wonen te ondersteunen
- zware afvalstoffenheffing aanwenden om composthopen en nonolets te stimuleren
- natuurgebieden maken van leegstaand en vrijkomend vastgoed
donderdag 25 november 2010
vlees
Tot mijn veertigste dronk ik alcohol en rookte ik sigaretten. Dat allebei had ik toen al - met tussenpozen - dik vijfentwintig jaar gedaan. Het opgeven van het roken kostte me meer moeite dan stoppen met alcohol. Bij roken hoort een zeer verslavend spel van aanstekers, asbakken, as aftikken, door rook heenkijken, inhaleren en uitblazen, peuk weggooien enzovoort. Alcohol is makkelijker want alcohol drinken ziet er eigenlijk niet anders uit dan Rivella light drinken. Koffie, daar ben ik trouwens ook mee gestopt. Noch koffie, noch sigaretten, noch alcohol mis ik. Sterker nog: ik heb ontdekt dat ze alledrie eigenlijk tamelijk vies smaken.
Er zijn verstandige redenen om ook te willen stoppen met chocola en met vlees. De goeie reden om te stoppen met chocola, is dat chocola mijn enige reden is om nog suiker te eten, en vanwege de fenylethylamine, een gelukshormoon, waarvan ik verwacht dat het, omdat het een gelukshormoon is, verslavend is. O, en omdat er in ons waterschap en onder onze arbeidsvoorwaarden, nergens cacao verbouwd wordt.
Ik heb geprobeerd te stoppen met vlees eten. Het gaat me op korte termijn niet lukken. Mijn gezinsleden komen in opstand en het zwarte duiveltje op mijn schouder ook. Ik vind vlees namelijk hardnekkig lekker. Ik ken een vegetariër die vlees niet (meer) lekker vindt. Hoe komt men van een vleesverslaving af?
dinsdag 23 november 2010
rietje
Afgelopen weekend deden we een uitje, naar de Nederlandse horeca, want zonder dat is het nauwelijks een uitje. Mijn vrouw en ik dronken bitter lemon, mijn zoon Chocomel en mijn dochter nam Slush Puppie tot zich. Ik zou Slush Puppie schaafijs willen noemen, maar omdat ik van beide het fijne niet weet zal ik alleen beschrijven wat ik zag. Slush Puppie is blauw smeltend waterijs in een bekertje. Slush Puppie komt met een rietje dat daarvoor speciaal ontworpen is: de diameter van het rietje is extra groot (zodat er ijsbrokjes doorheen kunnen) en aan de onderzijde is het rietje niet recht, maar zodanig afgesneden dat er een soort lepeltje ontstaat (ik begrijp niet waar dat voor dient). Dit rietje werkt allicht beter dan een gewoon rietje, maar het blijft toch erg zwaar werk om de hele Slush Puppie erdoor op te zuigen. Mijn dochter deed dat ook niet, zoals de meeste dochters die ik elders Slush Puppies tot zich heb zien nemen. Een kwart bleef over.
Ik dronk dus bitter lemon. Voor bitter lemon bestaat geen speciaal rietje, dus mijn rietje was een standaardrietje. Mijn rietje dreef door het koolzuur steeds omhoog; soms zo hoog dat hij bijna uit het flesje kiepte. En er gebeurde nog iets anders: nadat ik gedronken had en het rietje losliet, bleef de bitter lemon uit het rietje opwellen, als lava uit een vulkaan. Eerlijk gezegd: ik wil dat niet. Ik wil dat de bitter lemon alleen uit het rietje komt als ik zuig. En dat omhoog drijven vind ik ook stom.
Mijn zoon dronk Chocomel, met een standaardrietje. Toen de Chocomel bijna op was, kantelde hij het flesje om het laatste beetje eruit de krijgen. Hij heeft te weinig ervaring met rietjes om te weten dat je het rietje dan in het laatste beetje vloeistof moet steken en dat verder kantelen niet helpt. Maar hij kantelde wel verder en schonk de laatste Chocomel zodoende over zijn trui en hemd.
Blijkbaar valt er aan rietjes te weinig te verdienen om er eens echt goed over na te denken.
Ik dronk dus bitter lemon. Voor bitter lemon bestaat geen speciaal rietje, dus mijn rietje was een standaardrietje. Mijn rietje dreef door het koolzuur steeds omhoog; soms zo hoog dat hij bijna uit het flesje kiepte. En er gebeurde nog iets anders: nadat ik gedronken had en het rietje losliet, bleef de bitter lemon uit het rietje opwellen, als lava uit een vulkaan. Eerlijk gezegd: ik wil dat niet. Ik wil dat de bitter lemon alleen uit het rietje komt als ik zuig. En dat omhoog drijven vind ik ook stom.
Mijn zoon dronk Chocomel, met een standaardrietje. Toen de Chocomel bijna op was, kantelde hij het flesje om het laatste beetje eruit de krijgen. Hij heeft te weinig ervaring met rietjes om te weten dat je het rietje dan in het laatste beetje vloeistof moet steken en dat verder kantelen niet helpt. Maar hij kantelde wel verder en schonk de laatste Chocomel zodoende over zijn trui en hemd.
Blijkbaar valt er aan rietjes te weinig te verdienen om er eens echt goed over na te denken.
maandag 22 november 2010
trouw is de andere wang
Afgelopen vrijdag heeft Trouw is de andere wang, de roman van Peter Bekkers, de Grote Jongerenliteratuurprijs 2010 gewonnen. Peter is daarmee de eerste Nederlandse auteur die deze prijs wint. Overigens is 2010 het eerste jaar waarin deze prijs werd uitgereikt. De prijs is een bekroning voor een auteur die in staat is om thematisch en stylistisch aan te sluiten bij wat jongvolwassenen - tussen de vijftien en de vijfentwintig jaar - interesseert. Dit staat zo niet in het juryrapport, maar een soortgelijke tekst had daar niet misstaan. Ik heb wel talent voor het schrijven van juryrapporten, al zeg ik het zelf.
De auteurswebsite van De Geus, zijn uitgever, meldt dat hij hoofdredacteur [is] van de Product Design Daily, een e-krant over vormgeving. De site van De Geus is helaas niet helemaal actueel, want Peter Bekkers is de misschien nog wel de hoofdredacteur van Product Design Daily, maar deze e-krant over vormgeving bestaat helaas niet meer. PDD is opgedoekt.
Ik vind dat jammer, want ik denk dat een studierichting zonder e-krant, zeker eentje die over zoiets ontastbaars en modieus gaat als vormgeving, een armzalige opleiding is. En misschien was Peter een onhandige hoofdredacteur, eentje namelijk die zelf de hele e-krant volschreef; hij deed dat wel terwijl hij - nu officieel erkend - in staat is om thematisch en stylistisch aan te sluiten bij wat jongvolwassenen (studenten) interesseert.
vrijdag 19 november 2010
radicaliseren
Een paar weken geleden kocht ik, daartoe aan gespoord door iemand van wie ik vind dat hij helder over de dingen nadenkt, Manifest, de krant van de NCPN. De NCPN is de Nieuwe Communistische Partij Nederland, die ontstond nadat de CPN opgegaan was in het vergoeilijkende kapitalistische Groen Links.
Ik las Manifest van voor naar achter en ik dacht, terwijl ik het las: zo is het! De analyses in Manifest zijn steeds verbijsterend simpel, maar wel waar. Alles is de schuld van het kapitalisme. Kapitalisme is niet handig. Destructief, zeg maar. Wat is er mis met een simpele analyse als hij juist is? Help, ik zit hier vreselijk te radicaliseren.
Daarom nog een ander belangrijk onderwerp: hoe knip ik de nagels van mijn rechterhand? Ik heb ontdekt dat nagelbijten slecht is voor mijn gebit, maar onze nagelschaar doet het alleen als ik 'm in mijn rechterhand houd; met links doet hij het niet. Is dat symbolisch?
Ik las Manifest van voor naar achter en ik dacht, terwijl ik het las: zo is het! De analyses in Manifest zijn steeds verbijsterend simpel, maar wel waar. Alles is de schuld van het kapitalisme. Kapitalisme is niet handig. Destructief, zeg maar. Wat is er mis met een simpele analyse als hij juist is? Help, ik zit hier vreselijk te radicaliseren.
Daarom nog een ander belangrijk onderwerp: hoe knip ik de nagels van mijn rechterhand? Ik heb ontdekt dat nagelbijten slecht is voor mijn gebit, maar onze nagelschaar doet het alleen als ik 'm in mijn rechterhand houd; met links doet hij het niet. Is dat symbolisch?
donderdag 18 november 2010
zink
Mijn vader heeft meegewerkt aan een bouwpakket, waarmee uit zinken onderdelen een neushoorn in elkaar gezet kan worden. Van dit pakket zijn er inmiddels tien gemaakt, en het lijkt erop dat deze tien gemaakt zijn om te testen of het bouwpakket deugt. Afgelopen maandag heb ik dat gedaan. Leuk! Zink is veel leuker dan karton, en makkelijker ook. Zink kan ik buigen en dan houdt het zijn vorm. Mijn vader haalt zijn zink uit de afvalcontainer van een loodgieter. Zink kan ik makkelijk solderen, met soldeertin (duur, zegt mijn vader, want een rolletje kost 6 euro) en een grappig handzaam gasbrandertje, dat me ook niet bijzonder duur lijkt. Binnenkort is de zinken neushoorn klaar en kan die in de tuin staan om een prachtig patina te krijgen.
Ik ben erg opgetogen over hoe laagdrempelig zink verwerkt kan worden. Zink is, na staal, aluminium en koper het meest gebruikte metaal ter wereld. Zinken bouwpakketten knutselen is wat mij betreft de hobby van 2011. Zink is leuk, zink is belangrijk, ... maar is zink ook een goed idee?
Lenntech uit Delft schrijft hierover: De mondiale zinkproductie neemt nog steeds toe. [...] Eén van de gevolgen hiervan is dat rivieren zinkbevattend slib afzetten. [...] Wanneer zink het lichaam van vissen binnengaat, kan het ook omhoog klimmen in de voedselketen. [...] Wanneer de bodem van landbouwgrond is verontreinigd met zink, kan het vee dit opnemen en schade aan hun gezondheid ondervinden. [...] Zink is niet alleen een bedreiging voor vee, maar ook voor planten. Planten nemen vaak zoveel zink op, dat hun systemen het niet meer aankunnen, vanwege de accumulatie van zink in bodems. Op zink-rijke gronden hebben slechts een paar planten een kans om te overleven. [...] Vanwege de effecten op planten vormt zink een ernstige bedreiging voor de productie van landbouwgronden. Desondanks worden er nog veel zinkbevattende kunstmeststoffen gebruikt.
Ik zeg: laten we neushoorns maken van kunstmest.
dinsdag 16 november 2010
verticale boerderij
In de Techno!, een Kijk-achtige glossy die gratis op technische hogescholen verspreid wordt - staat deze week een artikel over verticale boerderijen. Die verticale boerderijen zien er natuurlijk heel glossy uit, want anders mogen ze niet in Techno!. Lowtechmagazine heeft al heel goed aandacht besteed aan de verticale boerderij, zoals dat hoort: niet glossy, maar weldoordacht. Is dat nou wat, een verticale boerderij?
Ik denk dat je van leegstaande kantoorpanden beter een verticale boerderij kunt maken dan helemaal niks. Voor de massaal leegstaande kantoorruimte heb ik nu dus al twee oplossingen, die wat mij betreft allebei rendabel zouden moeten zijn: mensen er in (om te wonen) en, of, en/of planten en dieren erin (om op te eten). Het is wel bewezen dat mensen opgestapeld in een flat kunnen wonen. In Nice, met uitzicht op zee, of in New York, met uitzicht op skyline, is het zelfs de hoogstwaardige manier van wonen die er is.
Maar bij gestapeld landbouwen lijkt me dat het toetredende zonlicht toch een probleem is. Ik denk dat direct zonlicht toch op zijn minst af en toe nodig is: onder een afdak wordt het gras uiteindelijk bruin, volgens mij. En of je nou hoog of laag landbouwt, het invallende zonlicht kan maar één keer direct invallen. Of zou het echt kunnen werken met alleen maar indirect zonlicht (het licht dus, dat afkomstig is van bijvoorbeeld de wolken en de witte gebouwen rondom de verticale boerderij)? Dit viel mij in: Het licht dat weerkaatst wordt door de verticale boerderij zelf, het licht binnen dus, is vooral groen licht, en daar hebben groen planten niks meer aan, want anders zouden ze het zelf niet weerkaatsen. Ik geloof dus alleen in een verticale boerderij als de groene planten bovenin zitten en de rode kool beneden.
Ik denk dat je van leegstaande kantoorpanden beter een verticale boerderij kunt maken dan helemaal niks. Voor de massaal leegstaande kantoorruimte heb ik nu dus al twee oplossingen, die wat mij betreft allebei rendabel zouden moeten zijn: mensen er in (om te wonen) en, of, en/of planten en dieren erin (om op te eten). Het is wel bewezen dat mensen opgestapeld in een flat kunnen wonen. In Nice, met uitzicht op zee, of in New York, met uitzicht op skyline, is het zelfs de hoogstwaardige manier van wonen die er is.
Maar bij gestapeld landbouwen lijkt me dat het toetredende zonlicht toch een probleem is. Ik denk dat direct zonlicht toch op zijn minst af en toe nodig is: onder een afdak wordt het gras uiteindelijk bruin, volgens mij. En of je nou hoog of laag landbouwt, het invallende zonlicht kan maar één keer direct invallen. Of zou het echt kunnen werken met alleen maar indirect zonlicht (het licht dus, dat afkomstig is van bijvoorbeeld de wolken en de witte gebouwen rondom de verticale boerderij)? Dit viel mij in: Het licht dat weerkaatst wordt door de verticale boerderij zelf, het licht binnen dus, is vooral groen licht, en daar hebben groen planten niks meer aan, want anders zouden ze het zelf niet weerkaatsen. Ik geloof dus alleen in een verticale boerderij als de groene planten bovenin zitten en de rode kool beneden.
maandag 15 november 2010
fly
Eind vorig jaar gaf ik mijn derdejaars studenten de opdracht om een attribuut te bedenken dat niet meer dan 5 kg woog en dat hielp om een mens te laten vliegen. En hier kwamen ze mee: vuurwerk, heliumballonnen, parachutes en trampolines.
Ik had de opdracht uitgezet met de arrogantie van een oudere ontwerper, want ik had zelf de droomoplossing allang bedacht: vleugels. Ik denk dat als je de subtiele bewegingen die handen en armen kunnen maken vergroot, met krachtversterking en vleugeloppervlak, dat mensen best kunnen leren om, gebruik makend van thermiek, op te stijgen en weer te landen. Ik geloof zelfs dat dit hele ding in een kastje van 5 kg op een rug zou kunnen passen.
Hoe zit dat toch, met oudere ontwerpers, zoals bijvoorbeeld Philippe Starcke en ik? We hebben voor op jonge kinderen dat we eventueel in staat zijn om onze ideeën met een beschaafd accent en moeilijke woorden te verkopen in een nog niet volledig overtuigde omgeving. Philippe kan dat ietsje beter dan ik. Maar de ideeën van de oudjes zijn toch niet beter dan die van de jonkies? Het is alleen door ons ongelofelijke succes dat Philippe en ik onze moedeloosheid hebben overwonnen en zulke dingen (weer) (bijna) onbeschaamd durven te presenteren.
vrijdag 12 november 2010
wielen
Het jeugdblad Kijk was in mijn jeugd de Nederlandse versie van Dougal Dixon. In elk nummer stond wel een item over de toekomst van de biologie, en ik vond dat tamelijk vreeswekkend. Ik was nooit geaboneerd op de Kijk; deels omdat ik, als tienjarige, het blad cultureel gezien onder mijn niveau vond, maar vooral, en dat was veel belangrijker, omdat ik er nachtmerries van kreeg.
Ik herinner me een artikel over de domheid van de natuur: waarom, stelde Kijk, hadden dieren geen wielen? Wielen, vond Kijk, waren toch veel efficienter dan poten? Je kunt toch veel harder, op wielen, zeker als je - als dier - in vlakke gebieden opereert, zoals in de woestijn of langs het strand.
Maar de aardkorst is vrijwel nergens vlak. Dat aanleggen en onderhouden van vlakke wegen is toch eigenlijk een oeverloos gedoe? En zijn poten echt wel inefficiënt? Ik denk dat in een levend organisme met wielen de glijlagers en de sleepcontacten zeer gevoelige orgaantjes worden. Die zijn elke winter ontstoken, schat ik. En dat ronddraaien van wielen, waarom is dat nou eigenlijk slim? Ik wil toch niet ronddraaien, ik wil afstand overbruggen. Het is vooral erg vergezocht, een wiel.
Ik herinner me een artikel over de domheid van de natuur: waarom, stelde Kijk, hadden dieren geen wielen? Wielen, vond Kijk, waren toch veel efficienter dan poten? Je kunt toch veel harder, op wielen, zeker als je - als dier - in vlakke gebieden opereert, zoals in de woestijn of langs het strand.
Maar de aardkorst is vrijwel nergens vlak. Dat aanleggen en onderhouden van vlakke wegen is toch eigenlijk een oeverloos gedoe? En zijn poten echt wel inefficiënt? Ik denk dat in een levend organisme met wielen de glijlagers en de sleepcontacten zeer gevoelige orgaantjes worden. Die zijn elke winter ontstoken, schat ik. En dat ronddraaien van wielen, waarom is dat nou eigenlijk slim? Ik wil toch niet ronddraaien, ik wil afstand overbruggen. Het is vooral erg vergezocht, een wiel.
donderdag 11 november 2010
Laufen
Gisteren was ik te gast in een gerenoveerd kantoor, waar ik ook graag even een plas deed op het gerenoveerde sanitair. Ik gebruikte het mooie nieuwe urinoir. Links bovenop stond het merk Laufen, in opvallend nonchalante letters, de scherpte van de vormgeving van de pisbak in acht genomen. Dit urinoir had geen plaatje van een vlieg om op te mikken, zoals dat bij andere urinoirs dat hebben, in dezelfde nonchalante stijl als op dit urinoir Laufen geschreven staat. Ik moest de impuls onderdrukken om over Laufen, aan de buitenkant van het urinoir dus, heen te gaan pissen.
Deze Laufen had een dus geen vlieg, maar wel een fascinerend klein gaatje, ongeveer op de plaats waar anders de vlieg zit. Heeft op mij hetzelfde effect hoor, als een vlieg. Mijn plas kwam helemaal in het urinoir, want ik mikte op het gaatje.
Toen ik had doorgetrokken zat ik geknield voor de Laufen te kijken wat er met het gaatje gebeurde. Het leek erop alsof er een heel klein en zwak straaltje spoelwater uit het gaatje kwam. Het urinoir heeft zelf blijkbaar ook iets nodig om zijn spoelwater op te mikken.
dinsdag 9 november 2010
na de mens
Het is al een oud boek, van de illustrator Dougal Dixon, Na de mens, waarin hij de wereld laat zien over één miljoen jaar, als de mens is uitgestorven. En met de val van de mensen zijn eigenlijk alle grote beesten - blijkbaar de meest kwetsbare - uitgestorven geraakt (de runderen, de olifanten etc). In de miljoen jaar die vervolgens verstrijkt gunt Dixon het (bijvoorbeeld) de konijnen en de ratten om uit te groeien tot angstaanjagend grote roofdieren.
Hij heeft het mooi verbeeld. Ik ging op de plaatjes op zoek naar sporen van mensen, wat ik wil toch niet het gevoel hebben dat het helemaal voor niks is geweest, dat leven van mij en van de mensheid. Waar waren de ruïnes van snelwegen en pompstations? Is zelfs het kernafval niet zichtbaar op de prachtige natuurtekeningen van Dixon?
Ik dacht aan Dixons boek, terwijl ik bouwvakkers puin in een container zag storten, in de Watergraafsmeer. Dat is de zin van ons leven, nu en over één miljoen jaar zeker: puin verplaatsen. De Watergraafsmeer is over één miljoen jaar ook niet meer dan een vreemde aardlaag van vermalen baksteen en andere menselijke fossielen.
Hij heeft het mooi verbeeld. Ik ging op de plaatjes op zoek naar sporen van mensen, wat ik wil toch niet het gevoel hebben dat het helemaal voor niks is geweest, dat leven van mij en van de mensheid. Waar waren de ruïnes van snelwegen en pompstations? Is zelfs het kernafval niet zichtbaar op de prachtige natuurtekeningen van Dixon?
Ik dacht aan Dixons boek, terwijl ik bouwvakkers puin in een container zag storten, in de Watergraafsmeer. Dat is de zin van ons leven, nu en over één miljoen jaar zeker: puin verplaatsen. De Watergraafsmeer is over één miljoen jaar ook niet meer dan een vreemde aardlaag van vermalen baksteen en andere menselijke fossielen.
maandag 8 november 2010
wokkels
Ik was wokkels aan het eten, toen ik het stukje over windmolens schreef op 5 november. Ik dacht daarbij na over het handig aanblazen van een licht en robuust windmolentje, dat ook iets heeft van de windbelt, een derde type windgenerator dat ik op 5 november niet noemde omdat die heel erg inefficiënt is. Een windbelt is een strakgespannen lint, dat - als het door de wind wordt aangeblazen - gaat trillen. Een magneetje trilt mee en voilà: wisselstroom. Een heel klein beetje wisselstroom.
Het leuke van een lint, vergeleken bij elke molen, is dat een lint recht is en nauwelijks beweegt. Je zou zo'n windbelt op en aan alles wat recht is en in de wind staat kunnen toevoegen. Sinds 2007 is het weer stil geworden rond de windbelt, misschien is er iets mee: duur, lawaaiig, kwetsbaar, inefficiënt, lastige materialen nodig, weinig ondersteuning voor de jonge uitvinder, ... vermoedelijk dat laatste.
Maar goed, ik at wokkels. Wokkels zijn kleine Savonius-windmolentjes. Zou een muurtje, dat volgestopt is met wokkels efficiënt kunnen zijn? Wokkels lijken mij niet duur om te maken. Alleen dat koperdraad en die magneet, daar voel ik me ongemakkelijk bij. Wie gaat ontdekken dat een draaiende paddestoel stroom kan opwekken in hennepvezel?
vrijdag 5 november 2010
windmolens
En ook dit jaar zijn er weer windmolens gemaakt door onze eerstejaars studenten. Omdat dit het tweede jaar is waarin we dit doen, was de gemeenschappelijke kennis groter dan vorig jaar. Er was vandaag een specialist van wind-energie op kleine schaal bij de beoordeling aanwezig, met wie ik de werking van alle dertig verschillende molens beoordeeld heb. Ze draaiden bijna allemaal. Eén draaide de verkeerde kant op.
Het was ook een wedstrijd. De groep MTS-ers die ik begeleid had won de prijs, terecht (zie afbeelding). MTS-ers winnen altijd de prijs, en dat is maar goed ook, want het zijn dit soort MTS-ers die ook de lagering van de aardas voor hun rekening nemen.
Toch mooi in de gelegenheid om aan een specialist in wind-energie op kleine schaal te vragen wat nou de handigste molen is, op kleine schaal: eentje van het Darrieus-type (uitgevoerd met een soort vliegtuigvleugels, die lift veroorzaken) of eentje van het Savonius-type (uitgevoerd met lepels die de wind opvangen). Want daaruit moet je kiezen, in de praktijk. De energetische efficiëntie is vergelijkbaar, zei de specialist, alleen is Darrieus lichter, duurder en kwetsbaarder en is Savonius daar het tegenovergestelde van. Zouden we hierover volgend jaar dan eindelijk een beslissing kunnen nemen?
Het was ook een wedstrijd. De groep MTS-ers die ik begeleid had won de prijs, terecht (zie afbeelding). MTS-ers winnen altijd de prijs, en dat is maar goed ook, want het zijn dit soort MTS-ers die ook de lagering van de aardas voor hun rekening nemen.
Toch mooi in de gelegenheid om aan een specialist in wind-energie op kleine schaal te vragen wat nou de handigste molen is, op kleine schaal: eentje van het Darrieus-type (uitgevoerd met een soort vliegtuigvleugels, die lift veroorzaken) of eentje van het Savonius-type (uitgevoerd met lepels die de wind opvangen). Want daaruit moet je kiezen, in de praktijk. De energetische efficiëntie is vergelijkbaar, zei de specialist, alleen is Darrieus lichter, duurder en kwetsbaarder en is Savonius daar het tegenovergestelde van. Zouden we hierover volgend jaar dan eindelijk een beslissing kunnen nemen?
donderdag 4 november 2010
huilie huilie
Het schijnt dat Geert Wilders Femke Halsema huilie huilie genoemd heeft, of gezegd heeft dat ze huilie huilie doet. Ik weet niet of Wilders dat zelf bedacht heeft; hij heeft deze taalinnovatie in ieder geval gebruikt op een ongebruikelijke plek - in de openbare politiek - en dat heeft indruk gemaakt. In ieder geval op mij. Ik vind huilie huilie erg leuk. Ik begrijp de verontwaardiging wel, maar wil iedereen graag aanmoedigen om zich daar overheen te zetten.
Ik lees vandaag in HP/deTijd dat Femke Halsema zegt dat ze haar verloren uurtjes, met haar kinderen in de speeltuin, gebruikt om de 430 boeken te lezen die ze moet beoordelen als voorzitter van de jury van de AKO-literatuurprijs. Dit is al een ouwe HP/deTijd, want ik lees niet erg snel. Ik vind het tragisch dat Femke Halsema de uurtjes die ze met haar kinderen in de speeltuin doorbrengt verloren uurtjes noemt.
Ik denk dat huilie huilie precies is wat ik Femke Halsema zou gunnen: een gevoelige leider te zijn, die empathie heeft voor mensen die slecht behandeld worden.
dinsdag 2 november 2010
snor
Als ik mij scheer, ongeveer eens per week, doe ik dat als een striptease: in etappes. Ik scheer mij met een tondeuse, dus ik ben eigenlijk bezig om een baard weg te halen. Eerst van mijn wangen, symmetrisch, en dan kijk ik wat het resultaat is, daarna gedeeltes van mijn kin, en weer naar het resultaat kijken, tot ik een snor overhoud. Vaak, zeg maar elke week, ben ik in de verleiding om die snor te laten staan. Ik vind dat erg volwassen, een snor. Ik vind mezelf niet volwassen genoeg voor een snor, maar verder ben ik er erg voor, voor snorren.
Gisteren kreeg ik een bericht van vriendelijke student M - toch ook niet het type voor een snor - met de uitnodiging om hem te sponsoren tijdens de maand november als hij zijn snor laat groeien in de strijd tegen prostaatkanker. M heeft zelf volgens mij geen prostaatkanker, maar hij wil zich, met zijn snor, inzetten voor de andere mannen. Mannen die in hun algemeenheid inderdaad jonger sterven dan vrouwen, bijvoorbeeld aan prostaatkanter.
Ik vind het hartverwarmend zoals M heeft opgepikt dat hij voor zichzelf zorgt door voor anderen te zorgen. Ik ga hem niet sponsoren, maar ik ga wel meedoen. Ik ga ook in deze movembermaand mijn snor laten staan. Ik hoef niet gesponsord te worden, want ik vind het al leuk genoeg om te zeggen dat ik dit doe als strijd tegen prostaatkanker.
Gisteren kreeg ik een bericht van vriendelijke student M - toch ook niet het type voor een snor - met de uitnodiging om hem te sponsoren tijdens de maand november als hij zijn snor laat groeien in de strijd tegen prostaatkanker. M heeft zelf volgens mij geen prostaatkanker, maar hij wil zich, met zijn snor, inzetten voor de andere mannen. Mannen die in hun algemeenheid inderdaad jonger sterven dan vrouwen, bijvoorbeeld aan prostaatkanter.
Ik vind het hartverwarmend zoals M heeft opgepikt dat hij voor zichzelf zorgt door voor anderen te zorgen. Ik ga hem niet sponsoren, maar ik ga wel meedoen. Ik ga ook in deze movembermaand mijn snor laten staan. Ik hoef niet gesponsord te worden, want ik vind het al leuk genoeg om te zeggen dat ik dit doe als strijd tegen prostaatkanker.
maandag 1 november 2010
de zachte technicus
Ik ben vandaag uit de kast gekomen als coördinator van de studieloopbaanbegeleiding van mijn opleiding. Nadat ik dat gedaan had moest ik onder de douche, omdat uit al mijn poriën, maar vooral uit mijn oksels, de zure lucht van angst dampte.
Uit de kast komen houdt hier in dat ik aan mijn - voornamelijk mannelijke - collega's heb uitgelegd dat het heilzaam voor jezelf is om voor iemand anders te zorgen, dat het belangrijk is om naar studenten te luisteren en dat het effectief is om dat als gelijkwaardige te doen. Bovendien heb ik verteld hoe jonge mensen in onze maatschappij stelselmatig anders - onaardiger - behandeld worden dan volwassenen, hoe in mannengemeenschappen (zoals een klooster, een gevangenis of een HTS) homofobie bijna niet te voorkomen is en hoe mensen die denken dat ze voor een dubbeltje geboren zijn denken dat ze voor een dubbeltje geboren zijn.
Ik ben nu tamelijk trots op mijzelf. Het effect op mij is, dat ik mij over mijn tegenzin gezet heb om me echt met dit vakgebied te verbinden. Ik kan me nu wel verbinden, omdat ik geloof dat ik nu echt invloed kan gaan uitoefenen op de cultuur van de techniek. Ik herhaal dat nog maar eens: vanaf nu oefen ik invloed uit op de cultuur van de techniek.
Abonneren op:
Posts (Atom)