vrijdag 31 december 2010

nailsnail

Hier is hij dan, de nagelschaar waarmee de nagels van beide handen geknipt kunnen worden. Dit is alleen nog een tekening, maar die tekening - hier thuis - is precies op maat, en het ding hoeft nu alleen nog gemaakt te worden, precies zoals op de tekening. Nailsnail heet dit nieuwe product: nagelslak, omdat ik vind dat hij op een slak lijkt en omdat nailsnail, hoe langer ik naar het woord kijk, een geweldige naam is. Ga er maar eens wat langer naar nailsnail kijken, je ziet het vanzelf.

Misschien ga ik, in zeer kleine stapjes, zoals ik dat ook al met het elektrische autootje en de neushoorn van zink aan het doen ben, deze schaar ook maken. Een prototype, bedoel ik. Maar ik nodig iedereen uit om dat werk van mij over te nemen. En niet in het geniep, maar gezellig met mij samen. Ik heb de nailsnail niet bedacht met de bedoeling er geld mee te verdienen; mijn bedoeling was alleen om één schaar te hebben voor alle nagels.

Uit nieuwgierigheid naar de procedure ga ik op de tekening van de nailsnail modelrecht laten registreren. Ik heb ooit gedoceerd dat dat gratis is, dus ik wil dat wel eens meemaken. Mijn verlangen naar een modelrecht kan ik alleen verklaren door te erkennen dat ik weliswaar zelf niet hoef te verdienen aan een idee, maar het anderen vervolgens ook niet gun om er financieel plezier van te hebben. Ik ben gewoon een speculant, eigenlijk.

donderdag 30 december 2010

houtkachel


Pas in een laat stadium van het ontwerp van het huis besloten we dat we een houtkachel wilden, bij wijze van televisie. Eentje om naar te kijken dus. En het is gelukt: er staat nu op de begane grond een houtkachel; vier woonlagen hoger is de schoorsteen die de luchtvervuiling over ons eiland uitbraakt. Er zit meer staal in de (dubbelwandige) schoorsteenpijp dan in de kachel zelf, die nogal petieterig is, want alleen om naar te kijken.

Hoewel we echt ons best doen om de onzinnige kapitalistische tradities ons huishouden uit te werken, hebben we de kerstboom die de school van onze dochter ons gratis aanbood niet afgeslagen. Die kerstboom heeft deze dagen bovenop de vloerverwarming staan verdrogen. De kapitalistische kerstballen, -slingers en -lichtjes waren ook nog in huis, gelukkig. Kerstkransjes kregen we cadeau.

Toen ik vandaag een kerstkransje uit de boom haalde verloor elke tak die ik aanraakte al zijn naalden, zo droog was de boom geworden. Ik heb de boom ontmanteld, en deed dat nogal minutieus. Op de afbeelding zie je de stam, alle takken en alle naalden, in speciale, door mij en mij dochter gevouwen envelopjes. Eerst wat takken, plus drie envelopjes en vervolgens willekeurig brandhout geeft een geweldig en blijvend vuur in de kachel. Zelfgemaakte aanmaakenvelopjes dus. Wees gewaarschuwd: dit is vrij veel werk.

dinsdag 28 december 2010

hennep

Aanvankelijk heette dit blog een mannenblog. Dat was ironie die zo ingewikkeld was dat ik 't zelf niet meer begreep, maar dat is precies de kracht van ironie: het verbergt onvermogen en paniek. Ik zou niet willen dat techniek een mannending was, maar de realiteit is dat techniek dat natuurlijk wel is.

Ik was op bezoek bij mijn Engels-Nederlandse vriend J, een man die uit een ingenieursgezin komt en met wie ik over alle soorten techniek kan praten, liefst vanuit een sociaal-cultureel perspectief. Bijvoorbeeld over het verband tussen eutrofiëring van het kustwater en de gesloten vorm van havenpieren. En over auto's natuurlijk, die alleen nog rondrijden voor male bonding; alles aan auto's heeft betekenis vanuit een sociaal-cultureel perspectief.

Maar het hoogtepunt was toen we samen iets gingen repareren. Aanleggen zelfs: een radiator namelijk, in de badkamer. J is ouder dan ik en heeft duidelijk meer ervaring. Bovendien was ik in zijn huis, dus mijn taak was vooral toekijken, commentaar leveren, dingen vasthouden. Het ging om een honderd jaar oude radiator'plaat' (door J de plaat genoemd), die hij aansloot zonder de ketel uit te zetten. Het duurde langer dan gepland, maar het lukte. En dan vooral doordat J geen gastape (die witte plastic troep! weg ermee!), maar hennep gebruikte om alle schroefverbindingen waterdicht te krijgen.

maandag 27 december 2010

steam shower room


Wat ik fijn vind aan reizen, is dat ik weer thuis kan komen als de reis voorbij is. Wat mij betreft hoeft een reis dus niet lang te duren. Ik had na twee dagen al door dat Groot Brittannië een barbaars land is. Bijvoorbeeld wegens de chloorlucht die me in het gezicht sloeg bij het openen van een kraan waar water uitkomt. Uiteraard kan ik daarmee niet mijn tanden poetsen, ... zelfs eronder douchen vind ik onplezierig.

Terwijl ik douchte, viel me op hoeveel sanitair uitgerust kan worden met een stekker. In deze badkamer stond een Broyeur-wc (die alle grote voorwerpen die door de rioolleiding weggewerkt moeten worden eerst vermaalt en daarna met hoge druk door een dunne leiding wegpompt) en de douche die ik had aangezet door op een knop te drukken, zoals ik dat in het zwembad ook moet doen. De douche stonk dus niet alleen, hij zoemde bovendien.

Ik vraag me af of dit de techniek is van een parallel (Angelsaksisch) universum, of dat Nederland gewoon achterloopt en alle sanitair hier volgend jaar ook op 230 V loopt. En ook niet meer werkt zonder dataverkeer. De illustratie toont een fragment van een steam shower room - luxe uit China -. Zoek en vind er vele.

vrijdag 24 december 2010

nail scissors

Ik ben nu in het land waar de auto's links rijden. Ik vind het er buitengewoon vreemd uitzien als een auto zijn stuur op de bijrijderspositie heeft zitten. Het is ook zo halfslachtig, omdat de ruitenwissers nog wel met de rechterhand aan en uitgezet moeten worden. Ongelofelijk dat fabrikanten wel de moeite nemen om een auto helemaal om te bouwen voor een land waar aan de verkeerde kant gereden wordt, maar dat er geen nagelschaar is waarmee ook de nagels van je rechterhand geknipt kunnen worden (In een eerdere versie stond hier: maar dat er geen nagelschaar voor linkshandigen wordt gemaakt.).

Het probleem met scharen is dat wanneer ze in de verkeerde hand gebruikt worden de messen niet meer langs elkaar snijden en er dus niet meer geknipt wordt. Volgens mij om diezelfde reden kunnen eenvoudige blikscharen alleen linksom een rondje maken en niet rechtsom. Daarom is er ook de ingewikkelde blijkschaar (zie afbeelding). Het wachten is nu op de ingewikkelde nagelschaar.

For I'm in the UK right now, I'll honour this country with my personal english version of the above. I'd like to say once and for all: let us unite! And fight for the invention of complicated nail scissors!

donderdag 23 december 2010

uitvinder


Mijn dochter is op de leeftijd waarop mensen aan haar vragen: en wat doet je vader? Misschien heeft het niks met haar leeftijd te maken; het was alleen de vader van een (nieuwe) vriendin van haar die mij vertelde dat haar antwoord op zijn vraag was: mijn vader is uitvinder. Dus vroeg de vader van de (nieuwe) vriendin aan mij: en wat heb je dan allemaal uitgevonden?

Wat ik tamelijk vervelend vind, maar wat me geregeld overkomt is een cadeaubon krijgen. Ik kreeg er pas eentje van BOL.COM, ter waarde van 5 euro. (Cadeaubonnen raken kwijt, bij mij. Ik ga de bol.com cadeaubon principieel niet gebruiken. De geheime BOL.COM-code is MWM2-3NDJS-Q5A49-VLEZL: 5 euro waard. Voor de liefhebber; wie het eerst komt, die het eerst maalt.) Maar ik begrijp ook dat het een uitkomst is als er iets gegeven moet worden aan iemand die alles al heeft (zegge: al mijn vrienden).

Ik heb in mijn lievelingswinkel - de Biolicious op IJburg - om een waardebon gevraagd, om cadeau te doen. Het is goed dat je dat zegt, zei de verkoopster, want die hebben we nog niet. En toen, peinzend: misschien moet ik die maar eens maken. En ziedaar, enkele dagen later is daar de Biolicious-waardebon, met de handtekening van de eigenaar om het een soort echte geldigheid te geven. Misschien vertel ik hier ook nog een keer het verhaal hoe ik eigenlijk de uitvinder van de Senseo ben.

dinsdag 21 december 2010

het bedrijfsleven

In juli 1987 ging ik met mijn dienstplicht vervullen. Ik hoor bij de generatie mannen die nooit echt dienstplichtig was, omdat iedereen wist dat als je zei dat je geen zin had, je niet hoefde. Maar ik had wel zin, of: ik had geen idee wat ik anders moest gaan doen, of: ik wilde wel eens iets meemaken, iets dat niet zo vreselijk voor de hand lag. Mijn dienstplicht zou eindigen in september '88, maar ik vond het in juli '88 eigenlijk wel genoeg geweest. Aangezien ik actief was bij de soldatenvakbond wist ik dat ik een rekest-procedure kon starten, waarmee ik mijn dienstplicht met twee maanden kon verkorten. Ik kon rekest krijgen als ik ergens onmisbaar zou zijn. Ik besloot mijzelf onmisbaar te maken bij het door mijzelf opgerichte Bureau Studenten Belangen (BSB, met een logo, uiteraard). Het BSB was gevestigd op het adres van vriend C, die (gelukkig) geen telefoon had, en er was iemand die de brief waarin mijn onmisbaarheid werd verklaard ondertekende, ik ben vergeten wie. Mijn opzet slaagde: ik kreeg het rekest.

Enkele weken geleden ging ik als begeleidend docent op bezoek bij bedrijf X, om te zien of het stagelopen van student Y daar een beetje liep. Bedrijf X was tegelijk opgericht met het starten van de stage van Y. Er was een kantoor met een indrukwekkende computer, een telefoon, een printer en een fax. En, terloops, ook een full-color visitekaartje, dat mij werd aangereikt door de directeur. Y was erg opgewonden over zijn stage: dat hij zoveel leerde en wat hij allemaal meemaakte. Ik moest aan het BSB denken.

Misschien kwam dat wel nadat ik hoorde dat bedrijf X bezig was een powerbox te ontwikkelen. Een doos, zo groot als acht verhuisdozen, en met een as eraan die 15.000 kW levert, zonder dat er brandstof toegevoerd werd. Geheim, want er moest nog patent op worden aangevraagd, maar niet zo geheim dat de directeur van X wel wilde verklappen dat het gebaseerd was op dit principe.

Het bedrijfsleven. Ik heb er ook ooit bijna gewerkt.

maandag 20 december 2010

spullen


Sinds ik als volwassene deel uitmaak van een gezin, is er eigenlijk nooit meer een gelegenheid geweest om tot in detail te doordenken hoe ik zou willen omgaan met spullen. Ik bedoel: de dingen die op een of andere reden in het huis terecht zijn gekomen, en die sindsdien onderdeel van het gezin schijnen uit te maken.

Het doet er niet zoveel toe hoe die spullen in huis terecht zijn gekomen. Het doet ertoe dat ik me er verantwoordelijk voor voel, ... alleen hier in huis is al lange tijd meer bezit dan mijn verantwoordelijkheid aankan. Dat bezit probeer ik weg te moffelen, maar het blijft overal opduiken, elk uur van de dag. Vorige week nog, toen raapte ik een kolossaal blok piepschuim op dat door mijn straat woei. Het leek mij niet goed, dat piepschuim rondwaait, dus ik wilde het in een container gooien. Maar het blok was te groot; het paste niet in de standaardcontainers van het eiland. Nadat ik er enkele honderden meters mee had rondgelopen was ik verantwoordelijk. Nu kon ik het niet meer laten waaien. Sindsdien staat het blok in huis, in de vestibule.

Het lijkt een dieptepunt, zo'n blok piepschuim in de vestibule, maar dat is het niet, omdat ik weet wat ik er mee wil: ik wil er op een nette manier vanaf. De schifting die ik eindelijk begonnen ben te maken is tussen de dingen waar ik op een nette manier vanaf wil en de dingen waarvan ik blijkbaar hoop dat ze nog iets voor mij en mijn gezin kunnen betekenen. Het is geen schande, om te geloven in vele dingen.

vrijdag 17 december 2010

industrie

Enkele weken geleden organiseerde een bevriende arts in mijn huis een conferentie over Far Better Futures. In het onderdeel dat ik bijwoonde vertelde hij hoe de farmaceutische industrie de markt van de geestelijke volksgezondheid eigenlijk helemaal bepaalt. Zelf gebruik ik geen medicijnen, waardoor ik dit verhaal kon aanhoren.

Dit was het verhaal: de anti-depressiva die nu op de markt gebracht worden zijn alleen nog maar placebo's, maar wel met bijwerkingen. Omdat mensen die lijden aan een depressie eraan gewend zijn bijwerkingen te krijgen, denken zij, met de nieuwe anti-depressiva, alleen omdat ze er bijwerkingen van krijgen, dat de pillen helpen.

Om een of andere reden zie ik een parallel met het oprukken van de educatieve uitgeverijen in het onderwijs. Die boeken maken die erg duur zijn en waar je hoofdpijn van krijgt. Want hoofdpijn krijgen, was dat ook niet een bijverschijnsel van leren? Nou, dan zullen ze wel goed zijn, die boeken.

donderdag 16 december 2010

zeden


Ik werk in het onderwijs. In het hoger beroepsonderwijs om precies te zijn, en dat betekent dat mijn jongste student zeventien is en mijn oudste ouder dan ikzelf. Ik heb niet, zoals een kennis van mij uit het basisonderwijs, een rechtsbijstandsverzekering afgesloten, alleen omdat ik - als man - in het onderwijs werk. Als ik ergens solliciteer, wat ik wel eens doe, schrijf ik, misschien te argeloos: Ik vind het contact met jonge mensen, bijvoorbeeld in het onderwijs, leuk en inspirerend.

Ik werk met (jonge) mensen, blijkbaar omdat ik daar zelf iets aan heb. Werken met mensen biedt mij de kans om te zien hoe verschillend mensen zijn en het is daarom voor mij een oefening in mildheid. Die oefening wordt intenser, als het contact intiemer is. En met intimiteit bedoel ik dus niet seks. Ik en de meeste van mijn mannelijke collega's werken hier niet omdat het onderwijs een marktplaats voor seksuele contacten zou kunnen zijn.

Er is een risico dat hier mensen komen werken die - vermoedelijk in het geniep - denken dat het onderwijs wel een marktplaats voor seksuele contacten zou kunnen zijn. Ja, dat risico bestaat. Ik denk alleen dat intimiteit voor iedereen in het onderwijs belangrijker is dan het uitsluiten van dat risico.

dinsdag 14 december 2010

Els Swaab

Uit de tweede hand - Tommie Wieringa in de Pers - verneem ik dat Els Swaab, voorzitter van de Raad van Cultuur, in NRC Handelsblad dit gezegd heeft: Waar die rancune tegen kunst vandaan komt weet ik niet. Ze schijnt hierbij te doelen op de aangekondigde bezuiniging die de kunstinstellingen bedreigen. En inderdaad, Tommie Wieringa: ik zou ook verwachten dat de voorzitter van de Raad van Cultuur erover nagedacht heeft, wat die haat veroorzaakt.

Ik heb wel een vermoeden, trouwens, waarom sommige mensen kunst en cultuur haten. Ik ben zelf eigenlijk ook geen groot liefhebber van kunst en cultuur, dus dit stukje gaat over mijn eigen ervaring.

Het fundamentele probleem met kunst en cultuur is dat sommige mensen kunstenaar zijn, alsof dat een beroep is, en alle anderen niet. En kunstenaar - het beroep - word je niet zomaar. Daar gaat een langdurige wedstrijd aan vooraf, en als je die wedstrijd gewonnen lijkt te hebben (een stipendium!), dan blijkt er weer een nieuwe wedstrijd te beginnen. Kunst is geen wedstrijd. Kunst is geen beroep. Iedereen is een kunstenaar en iedereen heeft het recht om het scheppend ambacht te leren.

maandag 13 december 2010

bamboe (laatst)


In het vorige millennium was ik één van de assistenten van Hans Bossmann. We - hij en zijn assistenten - gingen met ballpoints de vloer van de Mariakapel in Hoorn voltekenen met droedels. Eén van de droedels waar ik hard aan gewerkt heb was het imperatief 'MISLUK!'. Na afloop heb ik dit werk van Bossmann gekocht. Het ligt nu ergens opgerold in een doos.

Als ik in Hoorn ben moet ik daaraan denken. Aan mislukken, en dat ik het een grappige pose vind om mislukkingen te vieren als iets geweldigs. Mijn vriend Jelle heeft daar een sjieke psychologische term voor; iets met dissonantie erin. Dit weekend was ik in Hoorn. Ik ging er bamboe kopen, voor de elektrische auto van mijn dochter. En dat is dus mislukt, namelijk.

Ik vond het er ook al tamelijk vreemd - zeg maar vies - uitzien, al die bamboe in het kwetsbare laag Holland. Die groteske hard-oranje stelen: milieubederf, dat is het. En wat blijkt: van bamboe kun je helemaal geen fiets maken. Bij belasting zal bamboe splijten. Alle bamboe fietsen die te koop zijn, zijn op z'n best met bamboe versierde stalen fietsen. Bamboe dráágt niet. En bamboe groeit in ons klimaat ook niet, althans: niet tot fietsformaat. En nu ik het van dichtbij bekeken heb: ik betwijfel of het hier ook vergáán kan. Het is on-Hollands vreemd schuimig materiaal; net een bananenschil, die ook niet op de composthoop mag. Bamboe: afgevoerd.

vrijdag 10 december 2010

vlees (2)

Ik geloof niet dat mensen als vegetariërs geboren zijn. Over hoe lekker ik vlees vind, schreef ik hier al uitgebreid. Ik ken enkele biologen, die echt van dieren houden, maar die die dieren ook zelf slachten, in hun eigen schuur of voor hun eigen klas. Ik herinner me de zelfmoord van Piet Vroon, vlak nadat hij had uitgelegd dat groente somberheid in de hand werkt en vlees agressieve vrolijkheid. Nietzsche scheen het ook niet op vegetariërs te hebben. Dat laatste is geen sterk argument, maar ik hou van Nietzsches snor en van zijn schrijfstijl.

Peter A. Levine beschrijft in De Tijger Ontwaakt hoe dieren drie effectieve reacties hebben op acute bedreiging: (terug)vechten, vluchten of (emotioneel) bevriezen. Mensen zouden eigenlijk, net als dieren, meer moeten vechten en vluchten. Bijvoorbeeld omdat je bij vechten en bij vluchten zo lekker in beweging bent, en dat schijnt te helpen tegen angst. Alleen veel mensen kiezen ervoor om te bevriezen, als ze zeer angstig zijn. Voor dieren is bevriezen effectief, omdat prooidieren die voor dood erbij liggen vaak door hun bedreiger over het hoofd gezien worden. En als het dan toch misgaat, voelen de (emotioneel) bevroren dieren de stervenspijn nauwelijks. Als de ontsnappingsstrategie - het bevriezen - wel slaagt, dan schudden ze de bevroren staat met een schijnbaar zinloze verlate vecht/vluchtreactie van zich af. Een beetje in het wilde weg vechtvluchen dus.

Zo doet de natuur dat, dames en heren. Ik ben ervan overtuigd dat na het rare vechtvluchthuppeltje in het lege bos alle dieren hun doodsangst vergeten zijn. Dieren weten niet dat ze sterfelijk zijn. Daarom is er niets onethisch aan het doden van dieren. Moet ik dit verder uitleggen? Wie oprecht zonder doodsangst is (wat voor mensen niet voor te stellen is) zal de dood in de praktijk hoogstens een grappige nieuwe ervaring vinden. Waarom de dieren die ervaring misgunnen?

donderdag 9 december 2010

natuurlijke materialen


Ik ben dus een elektrisch autootje aan het maken voor mijn dochter. Onder het maken leer ik van alles voor de eventuele volgende die ik ga maken, maar terwijl ik bezig ben pas ik het ontwerp - dat onder mijn handen ontstaat, doordat ik eigenlijk zonder ontwerp begonnen ben - aan. De stuurinrichting is nu nog van staal, waar ik wekenlang aan gelast en gevijld heb; bij versie 2.0 maak ik de stuurinrichting van een gerecycled balhoofd van een (of twee) kinderfiets(en).

De draagconstructie wilde ik maken van hout of van staal, maar inmiddels gaat mijn voorkeur naar bamboe. Fietsen van bamboe zijn gewoon te koop vanaf een Nederlandstalige site, dus dat is al nauwelijks nieuws. Wat die site wel toont, maar niet uitlegt, is hoe ik bamboestammen kan verbinden. Wat is dat, die verbinding op het plaatje, die zonder elektriciteit gerealiseerd is? (Nou geen vieze dingen zeggen.)

Maar het wordt een auto, dus je moet erin kunnen. Ik dacht even aan een carrosserie van zink, maar sinds ik S39 over mijn eczeem kreeg en soldeerdamp inademde heb ik besloten om de rest van mijn leven alleen nog met natuurlijke materialen te werken. Daarom dacht ik aan leer. Een elektrische auto met een carrosserie van leder. Of - wegens de aerodynamica - van bont. Van een ijsbeer, bijvoorbeeld.

dinsdag 7 december 2010

GroenRechts

Deze week in Elsevier: GroenRechts, tien punten voor een verstandig milieubeleid, door Simon Rozendaal (wie anders?). GroenRechts bestaat nog niet, zegt hij, want alles wat rechts nu aan groene ideetjes heeft is gewoon groen links, namelijk: windmolens, klimaatbosjes, de korenwolf, biologisch voedsel en asfalt en kernenergie blokkeren.

In het eerste punt van de tien citeert Rozendaal meneer Jack Hollander, die zegt: welvaart is een sleutelvoorwaarde om een leefbaar en duurzaam milieu te verzekeren. De gedachte is: zonder goede economie geen milieuzorg, want pas nadat mensen de BMW en de flatscreen-tv hebben meegemaakt, gaan ze verlangen naar ontbijten op het gras, bloemen ruiken en pootjebaden in een beekje. Er is een ook een grafiek van deze sociologische hypothese: de Kuznets curve. Ik ben benieuwd of ik ook achteruit kan, op de Kuznets curve: word ik automatisch eerst een vervuiler als mijn inkomen keldert, en daarna niet meer, omdat ik dan zelfs de vervuiling niet meer kan betalen?

Rozendaal denkt wel dat de fossiele brandstoffen opraken, maar dat dat nog honderden jaren duurt. Niettemin is wat hem betreft kernenergie toch nuttig: omdat het nog goedkoper is, en bovendien veiliger en minder vervuilend dan fossiele energie. Hij schrijft: kerncentrale vervuilt niet. Overigens vervuilt fossiele energie volgens Rozendaal ook niet, want hij gelooft niet in het klimaat-probleem. Zou hij gelijk hebben? Wat heerlijk, om zo optimistisch te zijn! Wat Rozendaal me via dit artikel eigenlijk zegt is: ga echt belangrijke dingen doen. Ga je (bijvoorbeeld) inzetten voor de klassenstrijd.

maandag 6 december 2010

kanibalisme


Ik geloof oprecht dat alle mensen goed zijn. Dat schijnt een nogal linkse opvatting te zijn: dat mensen van nature goed zijn, maar dat sommige - vele - dat vergeten zijn of afgeleerd hebben. Het alternatief is om te geloven dat mensen slecht zijn, of een beetje slecht, of soms slecht, ... of altijd slecht. Ik vind dat een nogal uitzichtloze overtuiging, dat van dat slecht-zijn.

Niettemin zal ik best willen toegeven dat ik wel eens verhalen in de krant lees over mensen die hun natuurlijke goedheid wel erg goed verborgen houden. In levende lijve ben ik zoiemand overigens nog nooit tegengekomen, ... gelukkig maar. Gesteld dat hij bestaat, wat dan te doen met Hannibal Lecter?

Ik zou zeggen: opeten. Niet als straf, maar omdat ik denk dat niemand echt zin heeft om het idealistische vormingswerk voor de reclassering van Hannibal Lecter te doen. En is het liefdevol toebereiden van Hannibal Lecter (au vin) niet het aardigste wat we als maatschappij kunnen doen, als we in al dat andere geen zin hebben of als we voor al dat andere geen geld over hebben?

vrijdag 3 december 2010

hoorn des overvloeds

Carlo Petrini, de oprichter van Slow Food - een beweging - beweerde afgelopen zondag in het VPRO-programma Trendspotting dat er op dit moment (gemiddeld) voedsel wordt geproduceerd om twaalf miljard mensen te voeden. Maar dat daarmee dus slechts zes miljard mensen gevoed worden. En dat dus het voedsel voor de overige zes miljard - dat dus niet nodig is - wordt weggegooid. Dus.

Ik neem aan dat als Petrini zijn verantwoordelijkheid goed begrijpt, deze uitspraak correct is. Nu probeer ik hem te begrijpen. Ik ken geen consumenten die vier ons biefstuk kopen met de bedoeling om twee ons daarvan direct in de vuilnisbak te gooien. (Wel hoorde ik prime-time op Sky Radio een tamelijk tuttig reclamespotje dat het opwarmen van kliekjes aanprees. Ik dacht: wie betaalt eigenlijk voor dat spotje?)

Misschien bedoelt Petrini iets anders met weggooien dan ik. Het ergste voorbeeld van verspilling dat ik kon vinden waren de afgebeelde tomaten op landbouwgrond. Niet fraai, maar is dit weggooien? Dit is hergebruik, lijkt me. Ik wil wat zuiniger gaan leven, dus ik zou heel graag willen weten waar dat weggegooide eten voor zes miljard mensen zich precies bevindt. Gratis af te halen, toch?

donderdag 2 december 2010

snor (2)


Alle snorren van november hebben € 87.740,00 opgeleverd. Dat lijkt me niet het bedrag waarmee prostaatkanker in één keer de wereld uit geholpen is. Mannelijke solidariteit over dit onderwerp is blijkbaar een uitdaging.

De snor zelf vond ik ook een uitdaging. Niet omdat hij jeukte, stonk of in mijn mond terecht kwam als ik at, maar omdat hij zo midden in mijn gezicht zat. En mijn gezicht, dat is een lichaamsdeel dat ik tamelijk vaak in beeld breng, in het dagelijks leven. En daar zat die snor dan middenop. Met name als mijn kin goed geschoren was, dan viel mensen iets op. Ze zeiden dan bijvoorbeeld: wat heb je een gek overhemd aan. Ik zei dan: nee hoor. Ik heb een snor, en dan wees ik ernaar. Enkele vrouwen vertelden me dat hun mannen ook snorren hadden. Waarom? vroeg ik, maar geen van de vrouwen wist waarom hun mannen snorren hadden. Frappant, vind ik dat.

Met een snor in mijn gezicht viel me opeens op hoeveel snorren er eigenlijk zijn. In de reclame ook: veel jonge mannen met snorren. En een hele generatie heertjes met knevels, die mij nu recht aankijkt en me zelfs groet. Leuk vond ik dat, dat ik deze maand opeens gemakkelijk contact kon maken met snorremannen. Ook zij zijn mijn broeders. Volgend jaar is het weer movember.

dinsdag 30 november 2010

kroket

Ongeveer twintig jaar geleden illustreerde ik een boekje van Johan Stahlecker, een nogal excentrieke verfmaker uit Den Haag. Zijn handen waren vergroeid van de giftige materialen waarmee hij gewerkt had en dit boekje was zijn testament, naast vele andere testamenten die hij zijn stad heeft nagelaten. In het boekje beschreef hij tamelijk beeldend hoe vroeger pigmenten gemaakt werden. Perenrood uit luizenlijkjes en indisch geel uit urine.

Ik ben het boekje sinds al mijn verhuizingen kwijt, dus ik citeer hier de luizen-site nog een keer: Indisch geel kan worden verkregen door jonge mangobladeren aan koeien te voeren. Als gevolg hiervan wordt hun urine dikker en geler. Vervolgens kan de urine in een aantal stappen tot pigment verwerkt worden. [...] Tegenwoordig is het door de dierenbescherming en om religieuze reden (in het hindoeïsme is de koe heilig) verboden.

Nu krijgt dit verhaal een onsmakelijke wending; mensen met een zwakke maag raad ik aan om niet verder te lezen. Aldus: vorige week had ik een zweer aan mijn grote teen. Die zweer brak open en die leverde een mooie ronde klodder pus op. Precies groen snot, eigenlijk. Ik weet nu dat pus ook hetzelfde smaakt als groen snot. Best lekker, vind ik. Zou het ten behoeve van menselijke consumptie moedwillig kweken van zweren op dieren (voor in een kroket?) ook verboden zijn?

maandag 29 november 2010

loopbaan


Ik heb wel eens ergens gelezen dat aan de ontwikkeling van een foetus in de baarmoeder te zien is hoe de mens zich evolutonair uit een ééncellige, via iets reptieligs tot homo sapiens ontwikkelde. De missing link is gewoon ergens in de achtste maand, dus. Ik heb nu net ontdekt dat na de geboorte deze afspiegeling van de geschiedenis gewoon verder gaat. Die afspiegeling vertelt niet het evolutionaire verhaal van de menselijke soort; na de geboorte volgt het sociologische verhaal: hoe de mensheid zich vervolgens ontwikkelde.

Het jonge leven begint met slavernij. In creches en in het onderwijs worden alle kleine kinderen volkomen geknecht. In onderontwikkelde landen krijgen kinderen, of hun verwanten, voor kinderarbeid nog iets betaald, maar de arbeid die achter de gevangenismuren van het Westerse onderwijs verricht moet worden is volkomen onbezoldigd. Er is voor kinderen geen ontsnapping mogelijk.

Nou ja, als ze achttien zijn, want dan is de detentie eindelijk voorbij. En dan gaan ze studeren; de mooiste tijd van je leven. Er is dan eindelijk een soort keuzevrijheid: je mag zelf je leenheer kiezen. Na die keuze zit je gevangen in een financiële constructie die toch wel erg lijkt op feodalisme. Niet gek dat mensen na hun afstuderen het kapitalisme als een bevrijding zien. Renaissance, zeg maar.

vrijdag 26 november 2010

energieadvies

Het tweede project dat onze eerstejaars studenten doen heet energieadvies. Ze moeten een Nederlandse gemeente naar keuze advies geven hoe de Kyoto-doelstellingen gehaald kunnen worden, of nog radicaler, terwijl geld, regelgeving en draagvlak geen rol spelen.

Het misverstand is, dat jonge mensen, door hun leeftijd, vanzelf met de radicale oplossingen komen. Welnu, dat is niet zo. Ook eerstejaars komen niet met radicale oplossingen, of misschien na hevige aanmoediging.

Ik vind het best leuk om de gemeente Amsterdam gratis wat energieadviezen aan de hand te doen. Dit lijkt me tamelijk effectief:
  • alle straten binnen de ring A10 autovrij
  • alle straatlantaarns weg
  • heftige gemeentebelasting - voor iedereen die groter woont dan 15 m2 per persoon vloeroppervlak - aanwenden om kleiner wonen te ondersteunen
  • zware afvalstoffenheffing aanwenden om composthopen en nonolets te stimuleren
  • natuurgebieden maken van leegstaand en vrijkomend vastgoed

donderdag 25 november 2010

vlees


Tot mijn veertigste dronk ik alcohol en rookte ik sigaretten. Dat allebei had ik toen al - met tussenpozen - dik vijfentwintig jaar gedaan. Het opgeven van het roken kostte me meer moeite dan stoppen met alcohol. Bij roken hoort een zeer verslavend spel van aanstekers, asbakken, as aftikken, door rook heenkijken, inhaleren en uitblazen, peuk weggooien enzovoort. Alcohol is makkelijker want alcohol drinken ziet er eigenlijk niet anders uit dan Rivella light drinken. Koffie, daar ben ik trouwens ook mee gestopt. Noch koffie, noch sigaretten, noch alcohol mis ik. Sterker nog: ik heb ontdekt dat ze alledrie eigenlijk tamelijk vies smaken.

Er zijn verstandige redenen om ook te willen stoppen met chocola en met vlees. De goeie reden om te stoppen met chocola, is dat chocola mijn enige reden is om nog suiker te eten, en vanwege de fenylethylamine, een gelukshormoon, waarvan ik verwacht dat het, omdat het een gelukshormoon is, verslavend is. O, en omdat er in ons waterschap en onder onze arbeidsvoorwaarden, nergens cacao verbouwd wordt.

Ik heb geprobeerd te stoppen met vlees eten. Het gaat me op korte termijn niet lukken. Mijn gezinsleden komen in opstand en het zwarte duiveltje op mijn schouder ook. Ik vind vlees namelijk hardnekkig lekker. Ik ken een vegetariër die vlees niet (meer) lekker vindt. Hoe komt men van een vleesverslaving af?

dinsdag 23 november 2010

rietje

Afgelopen weekend deden we een uitje, naar de Nederlandse horeca, want zonder dat is het nauwelijks een uitje. Mijn vrouw en ik dronken bitter lemon, mijn zoon Chocomel en mijn dochter nam Slush Puppie tot zich. Ik zou Slush Puppie schaafijs willen noemen, maar omdat ik van beide het fijne niet weet zal ik alleen beschrijven wat ik zag. Slush Puppie is blauw smeltend waterijs in een bekertje. Slush Puppie komt met een rietje dat daarvoor speciaal ontworpen is: de diameter van het rietje is extra groot (zodat er ijsbrokjes doorheen kunnen) en aan de onderzijde is het rietje niet recht, maar zodanig afgesneden dat er een soort lepeltje ontstaat (ik begrijp niet waar dat voor dient). Dit rietje werkt allicht beter dan een gewoon rietje, maar het blijft toch erg zwaar werk om de hele Slush Puppie erdoor op te zuigen. Mijn dochter deed dat ook niet, zoals de meeste dochters die ik elders Slush Puppies tot zich heb zien nemen. Een kwart bleef over.

Ik dronk dus bitter lemon. Voor bitter lemon bestaat geen speciaal rietje, dus mijn rietje was een standaardrietje. Mijn rietje dreef door het koolzuur steeds omhoog; soms zo hoog dat hij bijna uit het flesje kiepte. En er gebeurde nog iets anders: nadat ik gedronken had en het rietje losliet, bleef de bitter lemon uit het rietje opwellen, als lava uit een vulkaan. Eerlijk gezegd: ik wil dat niet. Ik wil dat de bitter lemon alleen uit het rietje komt als ik zuig. En dat omhoog drijven vind ik ook stom.

Mijn zoon dronk Chocomel, met een standaardrietje. Toen de Chocomel bijna op was, kantelde hij het flesje om het laatste beetje eruit de krijgen. Hij heeft te weinig ervaring met rietjes om te weten dat je het rietje dan in het laatste beetje vloeistof moet steken en dat verder kantelen niet helpt. Maar hij kantelde wel verder en schonk de laatste Chocomel zodoende over zijn trui en hemd.

Blijkbaar valt er aan rietjes te weinig te verdienen om er eens echt goed over na te denken.

maandag 22 november 2010

trouw is de andere wang


Afgelopen vrijdag heeft Trouw is de andere wang, de roman van Peter Bekkers, de Grote Jongerenliteratuurprijs 2010 gewonnen. Peter is daarmee de eerste Nederlandse auteur die deze prijs wint. Overigens is 2010 het eerste jaar waarin deze prijs werd uitgereikt. De prijs is een bekroning voor een auteur die in staat is om thematisch en stylistisch aan te sluiten bij wat jongvolwassenen - tussen de vijftien en de vijfentwintig jaar - interesseert. Dit staat zo niet in het juryrapport, maar een soortgelijke tekst had daar niet misstaan. Ik heb wel talent voor het schrijven van juryrapporten, al zeg ik het zelf.

De auteurswebsite van De Geus, zijn uitgever, meldt dat hij hoofdredacteur [is] van de Product Design Daily, een e-krant over vormgeving. De site van De Geus is helaas niet helemaal actueel, want Peter Bekkers is de misschien nog wel de hoofdredacteur van Product Design Daily, maar deze e-krant over vormgeving bestaat helaas niet meer. PDD is opgedoekt.

Ik vind dat jammer, want ik denk dat een studierichting zonder e-krant, zeker eentje die over zoiets ontastbaars en modieus gaat als vormgeving, een armzalige opleiding is. En misschien was Peter een onhandige hoofdredacteur, eentje namelijk die zelf de hele e-krant volschreef; hij deed dat wel terwijl hij - nu officieel erkend - in staat is om thematisch en stylistisch aan te sluiten bij wat jongvolwassenen (studenten) interesseert.

vrijdag 19 november 2010

radicaliseren

Een paar weken geleden kocht ik, daartoe aan gespoord door iemand van wie ik vind dat hij helder over de dingen nadenkt, Manifest, de krant van de NCPN. De NCPN is de Nieuwe Communistische Partij Nederland, die ontstond nadat de CPN opgegaan was in het vergoeilijkende kapitalistische Groen Links.

Ik las Manifest van voor naar achter en ik dacht, terwijl ik het las: zo is het! De analyses in Manifest zijn steeds verbijsterend simpel, maar wel waar. Alles is de schuld van het kapitalisme. Kapitalisme is niet handig. Destructief, zeg maar. Wat is er mis met een simpele analyse als hij juist is? Help, ik zit hier vreselijk te radicaliseren.

Daarom nog een ander belangrijk onderwerp: hoe knip ik de nagels van mijn rechterhand? Ik heb ontdekt dat nagelbijten slecht is voor mijn gebit, maar onze nagelschaar doet het alleen als ik 'm in mijn rechterhand houd; met links doet hij het niet. Is dat symbolisch?

donderdag 18 november 2010

zink


Mijn vader heeft meegewerkt aan een bouwpakket, waarmee uit zinken onderdelen een neushoorn in elkaar gezet kan worden. Van dit pakket zijn er inmiddels tien gemaakt, en het lijkt erop dat deze tien gemaakt zijn om te testen of het bouwpakket deugt. Afgelopen maandag heb ik dat gedaan. Leuk! Zink is veel leuker dan karton, en makkelijker ook. Zink kan ik buigen en dan houdt het zijn vorm. Mijn vader haalt zijn zink uit de afvalcontainer van een loodgieter. Zink kan ik makkelijk solderen, met soldeertin (duur, zegt mijn vader, want een rolletje kost 6 euro) en een grappig handzaam gasbrandertje, dat me ook niet bijzonder duur lijkt. Binnenkort is de zinken neushoorn klaar en kan die in de tuin staan om een prachtig patina te krijgen.

Ik ben erg opgetogen over hoe laagdrempelig zink verwerkt kan worden. Zink is, na staal, aluminium en koper het meest gebruikte metaal ter wereld. Zinken bouwpakketten knutselen is wat mij betreft de hobby van 2011. Zink is leuk, zink is belangrijk, ... maar is zink ook een goed idee?

Lenntech uit Delft schrijft hierover: De mondiale zinkproductie neemt nog steeds toe. [...] Eén van de gevolgen hiervan is dat rivieren zinkbevattend slib afzetten. [...] Wanneer zink het lichaam van vissen binnengaat, kan het ook omhoog klimmen in de voedselketen. [...] Wanneer de bodem van landbouwgrond is verontreinigd met zink, kan het vee dit opnemen en schade aan hun gezondheid ondervinden. [...] Zink is niet alleen een bedreiging voor vee, maar ook voor planten. Planten nemen vaak zoveel zink op, dat hun systemen het niet meer aankunnen, vanwege de accumulatie van zink in bodems. Op zink-rijke gronden hebben slechts een paar planten een kans om te overleven. [...] Vanwege de effecten op planten vormt zink een ernstige bedreiging voor de productie van landbouwgronden. Desondanks worden er nog veel zinkbevattende kunstmeststoffen gebruikt.
Ik zeg: laten we neushoorns maken van kunstmest.

dinsdag 16 november 2010

verticale boerderij

In de Techno!, een Kijk-achtige glossy die gratis op technische hogescholen verspreid wordt - staat deze week een artikel over verticale boerderijen. Die verticale boerderijen zien er natuurlijk heel glossy uit, want anders mogen ze niet in Techno!. Lowtechmagazine heeft al heel goed aandacht besteed aan de verticale boerderij, zoals dat hoort: niet glossy, maar weldoordacht. Is dat nou wat, een verticale boerderij?

Ik denk dat je van leegstaande kantoorpanden beter een verticale boerderij kunt maken dan helemaal niks. Voor de massaal leegstaande kantoorruimte heb ik nu dus al twee oplossingen, die wat mij betreft allebei rendabel zouden moeten zijn: mensen er in (om te wonen) en, of, en/of planten en dieren erin (om op te eten). Het is wel bewezen dat mensen opgestapeld in een flat kunnen wonen. In Nice, met uitzicht op zee, of in New York, met uitzicht op skyline, is het zelfs de hoogstwaardige manier van wonen die er is.

Maar bij gestapeld landbouwen lijkt me dat het toetredende zonlicht toch een probleem is. Ik denk dat direct zonlicht toch op zijn minst af en toe nodig is: onder een afdak wordt het gras uiteindelijk bruin, volgens mij. En of je nou hoog of laag landbouwt, het invallende zonlicht kan maar één keer direct invallen. Of zou het echt kunnen werken met alleen maar indirect zonlicht (het licht dus, dat afkomstig is van bijvoorbeeld de wolken en de witte gebouwen rondom de verticale boerderij)? Dit viel mij in: Het licht dat weerkaatst wordt door de verticale boerderij zelf, het licht binnen dus, is vooral groen licht, en daar hebben groen planten niks meer aan, want anders zouden ze het zelf niet weerkaatsen. Ik geloof dus alleen in een verticale boerderij als de groene planten bovenin zitten en de rode kool beneden.

maandag 15 november 2010

fly


Eind vorig jaar gaf ik mijn derdejaars studenten de opdracht om een attribuut te bedenken dat niet meer dan 5 kg woog en dat hielp om een mens te laten vliegen. En hier kwamen ze mee: vuurwerk, heliumballonnen, parachutes en trampolines.

Ik had de opdracht uitgezet met de arrogantie van een oudere ontwerper, want ik had zelf de droomoplossing allang bedacht: vleugels. Ik denk dat als je de subtiele bewegingen die handen en armen kunnen maken vergroot, met krachtversterking en vleugeloppervlak, dat mensen best kunnen leren om, gebruik makend van thermiek, op te stijgen en weer te landen. Ik geloof zelfs dat dit hele ding in een kastje van 5 kg op een rug zou kunnen passen.

Hoe zit dat toch, met oudere ontwerpers, zoals bijvoorbeeld Philippe Starcke en ik? We hebben voor op jonge kinderen dat we eventueel in staat zijn om onze ideeën met een beschaafd accent en moeilijke woorden te verkopen in een nog niet volledig overtuigde omgeving. Philippe kan dat ietsje beter dan ik. Maar de ideeën van de oudjes zijn toch niet beter dan die van de jonkies? Het is alleen door ons ongelofelijke succes dat Philippe en ik onze moedeloosheid hebben overwonnen en zulke dingen (weer) (bijna) onbeschaamd durven te presenteren.

vrijdag 12 november 2010

wielen

Het jeugdblad Kijk was in mijn jeugd de Nederlandse versie van Dougal Dixon. In elk nummer stond wel een item over de toekomst van de biologie, en ik vond dat tamelijk vreeswekkend. Ik was nooit geaboneerd op de Kijk; deels omdat ik, als tienjarige, het blad cultureel gezien onder mijn niveau vond, maar vooral, en dat was veel belangrijker, omdat ik er nachtmerries van kreeg.

Ik herinner me een artikel over de domheid van de natuur: waarom, stelde Kijk, hadden dieren geen wielen? Wielen, vond Kijk, waren toch veel efficienter dan poten? Je kunt toch veel harder, op wielen, zeker als je - als dier - in vlakke gebieden opereert, zoals in de woestijn of langs het strand.

Maar de aardkorst is vrijwel nergens vlak. Dat aanleggen en onderhouden van vlakke wegen is toch eigenlijk een oeverloos gedoe? En zijn poten echt wel inefficiënt? Ik denk dat in een levend organisme met wielen de glijlagers en de sleepcontacten zeer gevoelige orgaantjes worden. Die zijn elke winter ontstoken, schat ik. En dat ronddraaien van wielen, waarom is dat nou eigenlijk slim? Ik wil toch niet ronddraaien, ik wil afstand overbruggen. Het is vooral erg vergezocht, een wiel.

donderdag 11 november 2010

Laufen


Gisteren was ik te gast in een gerenoveerd kantoor, waar ik ook graag even een plas deed op het gerenoveerde sanitair. Ik gebruikte het mooie nieuwe urinoir. Links bovenop stond het merk Laufen, in opvallend nonchalante letters, de scherpte van de vormgeving van de pisbak in acht genomen. Dit urinoir had geen plaatje van een vlieg om op te mikken, zoals dat bij andere urinoirs dat hebben, in dezelfde nonchalante stijl als op dit urinoir Laufen geschreven staat. Ik moest de impuls onderdrukken om over Laufen, aan de buitenkant van het urinoir dus, heen te gaan pissen.

Deze Laufen had een dus geen vlieg, maar wel een fascinerend klein gaatje, ongeveer op de plaats waar anders de vlieg zit. Heeft op mij hetzelfde effect hoor, als een vlieg. Mijn plas kwam helemaal in het urinoir, want ik mikte op het gaatje.

Toen ik had doorgetrokken zat ik geknield voor de Laufen te kijken wat er met het gaatje gebeurde. Het leek erop alsof er een heel klein en zwak straaltje spoelwater uit het gaatje kwam. Het urinoir heeft zelf blijkbaar ook iets nodig om zijn spoelwater op te mikken.

dinsdag 9 november 2010

na de mens

Het is al een oud boek, van de illustrator Dougal Dixon, Na de mens, waarin hij de wereld laat zien over één miljoen jaar, als de mens is uitgestorven. En met de val van de mensen zijn eigenlijk alle grote beesten - blijkbaar de meest kwetsbare - uitgestorven geraakt (de runderen, de olifanten etc). In de miljoen jaar die vervolgens verstrijkt gunt Dixon het (bijvoorbeeld) de konijnen en de ratten om uit te groeien tot angstaanjagend grote roofdieren.

Hij heeft het mooi verbeeld. Ik ging op de plaatjes op zoek naar sporen van mensen, wat ik wil toch niet het gevoel hebben dat het helemaal voor niks is geweest, dat leven van mij en van de mensheid. Waar waren de ruïnes van snelwegen en pompstations? Is zelfs het kernafval niet zichtbaar op de prachtige natuurtekeningen van Dixon?

Ik dacht aan Dixons boek, terwijl ik bouwvakkers puin in een container zag storten, in de Watergraafsmeer. Dat is de zin van ons leven, nu en over één miljoen jaar zeker: puin verplaatsen. De Watergraafsmeer is over één miljoen jaar ook niet meer dan een vreemde aardlaag van vermalen baksteen en andere menselijke fossielen.

maandag 8 november 2010

wokkels


Ik was wokkels aan het eten, toen ik het stukje over windmolens schreef op 5 november. Ik dacht daarbij na over het handig aanblazen van een licht en robuust windmolentje, dat ook iets heeft van de windbelt, een derde type windgenerator dat ik op 5 november niet noemde omdat die heel erg inefficiënt is. Een windbelt is een strakgespannen lint, dat - als het door de wind wordt aangeblazen - gaat trillen. Een magneetje trilt mee en voilà: wisselstroom. Een heel klein beetje wisselstroom.

Het leuke van een lint, vergeleken bij elke molen, is dat een lint recht is en nauwelijks beweegt. Je zou zo'n windbelt op en aan alles wat recht is en in de wind staat kunnen toevoegen. Sinds 2007 is het weer stil geworden rond de windbelt, misschien is er iets mee: duur, lawaaiig, kwetsbaar, inefficiënt, lastige materialen nodig, weinig ondersteuning voor de jonge uitvinder, ... vermoedelijk dat laatste.

Maar goed, ik at wokkels. Wokkels zijn kleine Savonius-windmolentjes. Zou een muurtje, dat volgestopt is met wokkels efficiënt kunnen zijn? Wokkels lijken mij niet duur om te maken. Alleen dat koperdraad en die magneet, daar voel ik me ongemakkelijk bij. Wie gaat ontdekken dat een draaiende paddestoel stroom kan opwekken in hennepvezel?

vrijdag 5 november 2010

windmolens

En ook dit jaar zijn er weer windmolens gemaakt door onze eerstejaars studenten. Omdat dit het tweede jaar is waarin we dit doen, was de gemeenschappelijke kennis groter dan vorig jaar. Er was vandaag een specialist van wind-energie op kleine schaal bij de beoordeling aanwezig, met wie ik de werking van alle dertig verschillende molens beoordeeld heb. Ze draaiden bijna allemaal. Eén draaide de verkeerde kant op.

Het was ook een wedstrijd. De groep MTS-ers die ik begeleid had won de prijs, terecht (zie afbeelding). MTS-ers winnen altijd de prijs, en dat is maar goed ook, want het zijn dit soort MTS-ers die ook de lagering van de aardas voor hun rekening nemen.

Toch mooi in de gelegenheid om aan een specialist in wind-energie op kleine schaal te vragen wat nou de handigste molen is, op kleine schaal: eentje van het Darrieus-type (uitgevoerd met een soort vliegtuigvleugels, die lift veroorzaken) of eentje van het Savonius-type (uitgevoerd met lepels die de wind opvangen). Want daaruit moet je kiezen, in de praktijk. De energetische efficiëntie is vergelijkbaar, zei de specialist, alleen is Darrieus lichter, duurder en kwetsbaarder en is Savonius daar het tegenovergestelde van. Zouden we hierover volgend jaar dan eindelijk een beslissing kunnen nemen?

donderdag 4 november 2010

huilie huilie


Het schijnt dat Geert Wilders Femke Halsema huilie huilie genoemd heeft, of gezegd heeft dat ze huilie huilie doet. Ik weet niet of Wilders dat zelf bedacht heeft; hij heeft deze taalinnovatie in ieder geval gebruikt op een ongebruikelijke plek - in de openbare politiek - en dat heeft indruk gemaakt. In ieder geval op mij. Ik vind huilie huilie erg leuk. Ik begrijp de verontwaardiging wel, maar wil iedereen graag aanmoedigen om zich daar overheen te zetten.

Ik lees vandaag in HP/deTijd dat Femke Halsema zegt dat ze haar verloren uurtjes, met haar kinderen in de speeltuin, gebruikt om de 430 boeken te lezen die ze moet beoordelen als voorzitter van de jury van de AKO-literatuurprijs. Dit is al een ouwe HP/deTijd, want ik lees niet erg snel. Ik vind het tragisch dat Femke Halsema de uurtjes die ze met haar kinderen in de speeltuin doorbrengt verloren uurtjes noemt.

Ik denk dat huilie huilie precies is wat ik Femke Halsema zou gunnen: een gevoelige leider te zijn, die empathie heeft voor mensen die slecht behandeld worden.

dinsdag 2 november 2010

snor

Als ik mij scheer, ongeveer eens per week, doe ik dat als een striptease: in etappes. Ik scheer mij met een tondeuse, dus ik ben eigenlijk bezig om een baard weg te halen. Eerst van mijn wangen, symmetrisch, en dan kijk ik wat het resultaat is, daarna gedeeltes van mijn kin, en weer naar het resultaat kijken, tot ik een snor overhoud. Vaak, zeg maar elke week, ben ik in de verleiding om die snor te laten staan. Ik vind dat erg volwassen, een snor. Ik vind mezelf niet volwassen genoeg voor een snor, maar verder ben ik er erg voor, voor snorren.

Gisteren kreeg ik een bericht van vriendelijke student M - toch ook niet het type voor een snor - met de uitnodiging om hem te sponsoren tijdens de maand november als hij zijn snor laat groeien in de strijd tegen prostaatkanker. M heeft zelf volgens mij geen prostaatkanker, maar hij wil zich, met zijn snor, inzetten voor de andere mannen. Mannen die in hun algemeenheid inderdaad jonger sterven dan vrouwen, bijvoorbeeld aan prostaatkanter.

Ik vind het hartverwarmend zoals M heeft opgepikt dat hij voor zichzelf zorgt door voor anderen te zorgen. Ik ga hem niet sponsoren, maar ik ga wel meedoen. Ik ga ook in deze movembermaand mijn snor laten staan. Ik hoef niet gesponsord te worden, want ik vind het al leuk genoeg om te zeggen dat ik dit doe als strijd tegen prostaatkanker.

maandag 1 november 2010

de zachte technicus


Ik ben vandaag uit de kast gekomen als coördinator van de studieloopbaanbegeleiding van mijn opleiding. Nadat ik dat gedaan had moest ik onder de douche, omdat uit al mijn poriën, maar vooral uit mijn oksels, de zure lucht van angst dampte.

Uit de kast komen houdt hier in dat ik aan mijn - voornamelijk mannelijke - collega's heb uitgelegd dat het heilzaam voor jezelf is om voor iemand anders te zorgen, dat het belangrijk is om naar studenten te luisteren en dat het effectief is om dat als gelijkwaardige te doen. Bovendien heb ik verteld hoe jonge mensen in onze maatschappij stelselmatig anders - onaardiger - behandeld worden dan volwassenen, hoe in mannengemeenschappen (zoals een klooster, een gevangenis of een HTS) homofobie bijna niet te voorkomen is en hoe mensen die denken dat ze voor een dubbeltje geboren zijn denken dat ze voor een dubbeltje geboren zijn.

Ik ben nu tamelijk trots op mijzelf. Het effect op mij is, dat ik mij over mijn tegenzin gezet heb om me echt met dit vakgebied te verbinden. Ik kan me nu wel verbinden, omdat ik geloof dat ik nu echt invloed kan gaan uitoefenen op de cultuur van de techniek. Ik herhaal dat nog maar eens: vanaf nu oefen ik invloed uit op de cultuur van de techniek.

vrijdag 29 oktober 2010

Nemo

Mijn dochter wilde vandaag met mij naar Nemo, het grootste science centre van Nederland. Ik was daar dus nog nooit geweest, misschien omdat ik bang was dat het tegen zou vallen. Of omdat ik de entreeprijs te hoog vond. Er is niet veel voor nodig om mij af te schrikken van iets dat wellicht een tikkeltje middle-of the-road is.

Het was de laatste dag van de herfstvakantie, en het was dus erg vol, in Nemo. Overal waren linten uitgezet, om het toegestroomde publiek zigzaggend naar de publiekstrekkers (de kassa's, de koffiebar) te organiseren. Ik vind dat een bezwaar, die volte. Ik heb, met mijn hooggevoelige gezinsleden, recht op volheidskorting, vind ik. En ik vind het ook raar dat er een vriendelijke medewerker van Nemo bij een kunstwerk dat eruitziet als een klimrek, vlakbij de koffiebar met de linten, tegen de klimmende kinderen zegt: dit is geen klimrek. Nemo is toch geen Magritte-museum?

Ik vind het ook raar dat medewerkers van de UvA gratis bij Nemo naar binnen mogen, maar medewerkers van de HvA (ikke!) - hetzelfde bedrijf: de HvA en de UvA hebben één college van bestuur - alleen maar korting krijgen. En ik vind het raar dat de met ongelofelijk veel aplomb aangekondigde kettingreactie eigenlijk zo sullig was, in vergelijking met vele andere. Maar ik vond het erg lief wat mijn dochter (negen jaar) de allerleukste attractie vond: een tafel met tekenpapier en stiften.

donderdag 28 oktober 2010

lassen


Elke maandagavond ben ik in een ongelofelijk laag tempo in het atelier van mijn vader nog steeds bezig om verder te bouwen aan de fuseekogels, uit de spullen die ik daar aantref. Eergisteren sprak ik J, die betoogde dat het inmiddels wetenschappelijk is aangetoond dat 20% van de mannen, net als 80% van de vrouwen, succes niet afmeet aan bereikte doelen, maar aan de gelukkige wandeling, misschien op weg naar een doel. Ik ben gewoon op een heel mannelijke manier tevreden dat ik inmiddels echt een stuurmechanisme heb gefabriceerd, maar inderdaad, het eraan werken en erover nadenken was leuk. Succesvol, zeg maar.

Het grootste succes vind ik dat ik mezelf heb leren lassen, of wat daarvoor doorgaat. Booglassen met de beklede elektrode, om precies te zijn. Een lasapparaatje kost maar 300 euro en ik was er bij toen mijn vader, na een kort gesprekje met een toevallige passant tijdens een uitstapje in Deventer, een doos vol laselektrodes in zijn handen gedrukt kreeg. Verder trekt het wat stroom, maar het hoeft dus niet veel te kosten, zelf lassen.

Toen ik enige tijd geleden een houtkachel ging uitzoeken wilde ik meer weten over de houtkachel die ook het water opwarmt voor de cv. Die kachels bestaan namelijk, maar zijn vreselijk duur, omdat opgewarmd water volgens de wet levensgevaarlijk is. Dit keer niet vanwege de legionella, maar vanwege het explosiegevaar als water verandert in stoom. Zoals wanneer de fluit van de fluitketel verstopt is. Zo'n houtkachel is bijvoorbeeld zo duur omdat er door het stoomwezen - of zijn opvolger - zeer strenge eisen gesteld worden aan de kwaliteit van de lasnaden van het waterreservoir. Alleen gecertificeerde lassers mogen die lassen leggen, wat ik nu dus kan: staal (ongecertificeerd) laten smelten (1350 graden Celsius!)

dinsdag 26 oktober 2010

hulp aan dieren

Gisteren stond er bij de uitgang van mijn supermarkt een stalletje, waarop folders lagen uitgespreid en waarvoor twee vrijwilligers stonden die hoopvol naar de supermarktklanten keken. Ze waren van de Nederlandse Stichting voor de Hulp aan Dieren. Ze wilden mij graag een abonnement op liefdadigheid verkopen. Ik wil geen abonnement, maar dat was de enige optie volgens de vrijwilligers van de NSHD, omdat van de tien euro die ik eenmalig zou schenken, sowieso acht euro in de papierwinkel terecht zou komen. Ik heb niet gevraagd hoeveel er in de papierwinkel terechtkomt als ik een abonnement nam.

De vrijwilligers van de NSHD vonden de vijfhonderd nieuwe animal cops nog lang niet genoeg om het dierenleed te bestrijden. Het is inderdaad geen prettig gezicht, iemand die met een honkbalknuppel dreigt de hersens van een ezel in te slaan, zoals afgebeeld op een wervende foto van de NSHD.

Het kan niet missen of er zijn al heel veel grappen gemaakt over animal cops en over het dierenalarmnummer 113. Moet ik 113 bellen als ik bij de vleesafdeling van Albert Heijn sta? Of als mijn buurman zijn gevel laat bewerken met een middel dat spinnen doodt? Mijn dochter had laatst weer hoofdluis, ...

maandag 25 oktober 2010

horigheid


Uiteindelijk heb ik het boek over slavernij nog steeds niet uitgelezen. De strekking ervan is me duidelijk: er zijn erg veel mensen op de wereld die gedwongen worden werk te doen waarvoor ze niet betaald krijgen. Veel van deze slaven werken voor een baas nadat ze misleid zijn. Die baas heeft bijvoorbeeld verteld dat in een ander land de arbeidsperspectieven veel mooier zijn dan thuis, vooral in de horeca. En in dat andere land aangekomen blijkt horeca een eufemisme te zijn voor bordeel. Of een baas leent aan een klein kind enkele muntstukken, die alleen met woekerrente terugbetaald kunnen worden door arbeid te verrichten in een mijn.

Dit is allemaal vreselijk lullig, en het is niet mijn bedoeling om dit goed te praten, maar volgens mij is dit toch niet precies slavernij. Volgens mij is dit een lichte vorm van slavernij, het eveneens weerzinwekkende systeem van de horigheid. Als horige lijk je vrij, maar ben je dat niet juist door de misleiding.

Ik moet daar wel eens aan denken als ik studievoorlichting sta te geven.

vrijdag 22 oktober 2010

momentlijn

Ik dacht met statica een waardevrij vak te doceren. Ik vind het belangrijk om les te geven in iets waarvan ik denk dat het waardevrij is. Daarom wil ik dit jaar ook geen marketing meer geven, omdat ik het doel - winstmaximalisatie - en het middel - marktsegmentatie - allebei verwerpelijk vind. Het doel van statica is constructies begrijpen; één van de middelen is de momentlijn. Niks mis mee, dacht ik. Maar toch, ...

De momentlijn is een grafiek, die op elke plek in een rechte balk aangeeft hoe groot het risico is dat de balk dáár kapot gaat. Dat risico is meestal op één plek het grootste, en de dikte van de balk wordt dan dus afgestemd op dat grootste risico.

Dit impliceert dat het handig is om te construeren met rechte balken. De statica zelf geeft geen argumenten waarom rechte balken goed zijn. Het is alleen dat een rechte balk heel makkelijk te maken is: een koudgewalste, blankgetrokken, of geëxtrudeerde, op grote industriële schaal vervaardigde metalen balk. Een onuitputtelijke grondstof, ... van wegwerpmateriaal. In constructies met rechte balken is vijftig procent van het materiaal overbodig.

donderdag 21 oktober 2010

moed en verbondenheid


Elke nacht om één uur stommelt mijn zoon de trap af, om bij zijn ouders in bed te komen liggen. Hij komt dan tegen mij aanliggen en slaapt direct weer in. Hij heeft aangekondigd dat hij, als hij een tiener wordt, hij hiermee gaat ophouden. Ik vind dat jammer, want ik ben er erg aan gehecht geraakt om elke nacht tegen mijn zoon aan te slapen. Dat is goed voor mij.

Dat is goed voor mij: doordat hij tegen mij aanligt, wordt bij mij - en bij hem - het hormoon oxytocine aangemaakt. Oxytocine maakt dat ik me - en hij zich - vertrouwd en verbonden voel(t) en daardoor dat ik me - en hij zich - minder snel terugtrek(t). Oxytocine maakt dus moedig.

Moed en verbondenheid. Het staat nergens beschreven, maar volgens mij leveren moed en verbondenheid creativiteit op. Wat oxytocine doet wordt gemeten door het hormoon met neusspray via de neus van proefpersonen in te brengen. Wat ik een nogal omslachtige methode vind, als je het ook zelf kunt aanmaken door dicht bij elkaar te kruipen. Een creatieve ruimte is dus vooral een kleine ruimte.

dinsdag 19 oktober 2010

Jill Bolte Taylor

Inmiddels is mijn logje van 29 april 2010, de populairste post van mijn blog, een week uit de lucht, dus ik kan evalueren wat dat heeft opgeleverd. Hij staat er weer, inclusief het commentaar. Door de korte vakantie van dit bericht ontdekte ik hoe belangrijk ik het vind om hier gezien te worden. Dat mijn populariteit, te zien aan een staafdiagram op internet, mijn humeur beïnvloedt. De volgende stap is dat ik ga toegeven dat ik eigenlijk filmster wil zijn.

Vervolgens ontdekte ik dat mijn blog gevonden wordt door mensen die op zoek zijn naar uitleg (Hoe draai ik de wielmoeren van een Toyota Aygo aan? Wie is eigenlijk Reynolds?) en door mensen die op zoek zijn naar mooie plaatjes (Mijn post blote meisjes is, naast Joost Conijn, ook tamelijk populair).

Ik heb hiervan geleerd dat het een niet zonder het ander kan. De leukste - en daarmee polulairste - post is er een met tekst (voor de uitleg) en een plaatje (voor de aesthetiek). Sterker nog: zonder plaatjes werd dit blog hard en zwaar op de hand. De ban die ik over plaatjes uitsprak heeft ervoor gezorgd dat ik vreselijk radicaliseerde, hier. Het is dus beter voor iedereen als ik plaatjes gebruik. Met Jill Bolte Tayor zeg ik: zingen en plaatjes kijken, zodat beide hersenhelften geactiveerd worden.

maandag 18 oktober 2010

zeven vierkante kilometer

Ik ga om met mensen die intelligent zijn en tamelijk overtuigd vertellen dat het kapitalisme op het punt staat ten onder te gaan. Ik vind het leuk om daarover mee te denken. Ik vind dat leuk als iets dat heel vanzelfsprekend lijkt opeens een denkfout blijkt te zijn. Dat is ontwikkeling, En ontwikkeling is goed.

Okee, het kapitalisme gaat ten onder. Maar wat dan? Ik vind het toch ook wel fijn om, als ik mijn actieve bijdrage lever aan het ontmantelen van het kapitalisme, te weten wat dat dan oplevert. Zou dat bijvoorbeeld kunnen opleveren dat niemand meer onvrijwillig dakloos is, terwijl er zeven miljoen vierkante meter kantoorruimte leeg staat?

Dat de dingen leeg komen te staan is een soort luiigheid. Het huis dat wij voor onszelf gebouwd hebben is eigenlijk te groot. Drie van de negen kamers die we tot onze beschikking hebben zijn niet meer in gebruik, en alleen omdat het licht het er niet meer doet. De lamp ging een keer kapot, weet je.

vrijdag 15 oktober 2010

bank

Mijn zoon gedraagt zich op een manier die door deskundigen bestempeld is als 'voorlopig klassiek autistisch'. Voorlopig, omdat hij tijdens de test nog te jong was om het definitief vast te stellen. De diagnose gold overigens voor onbeperkte tijd. Ik denk veel na over autisme, en regelmatig denk ik een nieuwe definitie gevonden te hebben. De definitie waar ik op dit moment erg tevreden over ben luidt: autisten zijn mensen die zichzelf slachtoffer maken van alles wat hen bedreigt.

Autisten doen dus niemand kwaad, alleen zichzelf. Het is hun enige keuze, doordat ze bang zijn voor ALLES. Aan hen kun je dus zien wat er allemaal beangstigend is in de wereld. Autisten zijn actievoerders van nature. Ze doen dat op een geweldloze manier, althans, ze wenden het geweld alleen op zichzelf aan.

Ik vind dat een mooie manier van actievoeren. Ik sympathiseer met de meeste actievoerders, om hun denkbeelden, maar hun acties vind ik eigenlijk nooit handig. Dit is de actie die ikzelf nu in gedachte heb, geïnspireerd door mijn zoon: ik wil weg bij de bank. Ik wil volledige controle over mijn geld, dat knispert in mijn handen. Ik moet dus aan mijn werkgever gaan meedelen dat ik mijn loon uitbetaald wil hebben in een loonzakje. En de auto parkeren in de stad, dat zal ook wel niet meer lukken. Of een boek kopen op bol.com, ...

donderdag 14 oktober 2010

snelwegen

Ziezo, er is een nieuwe kabinet. Ik heb, zeer lang geleden - vlak voor de verkiezingen - op het punt gestaan om op Mark Rutte te stemmen. Ik vond hem zo'n blije Haagse jongen, over wie ik bovendien uit onverwachte hoek hoorde dat hij zo goed in staat is om vertrouwen te geven en dat hij dwarsliggers zo charmant bij zijn ideeën betrekt. Ik stemde uiteindelijk, om veel slechtere redenen, op Mariko Peters van Groen Links.

Ik heb, met oppervlakkig zoeken, de tekst van het regeerakkoord nog niet gevonden, maar ik pikte wel ergens op dat één beleidspunt was, om haast te maken met veel nieuwe (snel)wegen. En nu ik toch in zo'n optimane stemming ben, probeer ik te bedenken wat er allemaal fijn is aan nieuwe snelwegen.

Ik vind nieuwe snelwegen best mooi. De nieuwe tienbaans A2 bijvoorbeeld vind ik royaal. Dat rijdt onverwacht lekker, op zo'n onbenepen weg. Ik ken een ontwerpbureau waar de ontwerpers uitzicht vanaf de snelwegontwerpen. Ook dat lijkt me, oppervlakkig beschouwd, best aardig werk. En ik ken een wegarbeider, in noord-Groningen. Iemand die 's nachts met een wals het afval van de olie-industrie (asfalt namelijk) over het land uitrijdt. Ik ben blij voor zijn dochter dat de werkgelegenheid van haar vader voor een tijdje gegarandeerd is.

dinsdag 12 oktober 2010

Joost Conijn (2)


In de toepassing blogger, waarin dit weblog geschreven wordt, kan ik kijken hoe populair ik ben, op het internet. Er blijken dagelijks gemiddeld 50 mensen naar dit blog te kijken. Dat vind ik leuk. Hallo allemaal! Ik kan ook zien welk logje het populairst is, en dat blijkt, met overmacht, het logje over Joost Conijn te zijn.

Blogger vertelt mij zelfs hoe dat komt: mensen die een afbeelding van Joost Conijn zoeken komen via Google op mijn blog terecht, doordat de foto die ik van hem jatte inmiddels, door al die Joost-Conijnfans die mijn blog bezoeken, hoger in de Google-ranking staat dan het origineel.

Terwijl ik vorige week door het Spieghel - een rijke wijk van Bussum - liep kreeg ik veel sympathie voor Robin Hood, die stal van de rijken. Stelen van de rijken, dat zou weer eens door iemand ter hand genomen moeten worden! Maar meeliften op de smalle schouders van Joost Conijn, dat wil ik niet. Logje 'Joost Conijn' van 29 april gaat een week uit de lucht. Kijken wat dat met mijn populariteit doet.

maandag 11 oktober 2010

waarom computers slecht zijn op zichzelf

Mijn geschiedenis met computers is een aaneenrijging van teleurstellingen. De computer heeft mijn leven diepgaand en onontkoombaar verarmd. Alle vaardigheden waarin ik als kind en als jongvolwassene uitblonk bleken waardeloos toen ik ze moest toepassen op een computer. Ik wijs niet graag een zondebok aan voor alles waarover ik in mijn leven ontevreden ben, maar als ik er dan toch toe gedwongen word, dan kies ik: de computer. Ik schrijf deze inleiding om duidelijk te maken dat mijn mening niet erg objectief is. Iemand die stelselmatig in elkaar geslagen is door iedereen die rode sokken draagt zal ook geen objectief verhaal meer kunnen schrijven over rode sokken.

Ik heb me afgevraagd of dingen slecht kunnen zijn op zichzelf, of dat dat uitsluitend van het gebruik afhangt. Een guillotine zou zodoende geen slecht ding zijn, als je 'm zou gebruiken om er aardappels mee te schillen, maar wel een slecht ding als je er toevallige passanten mee onthoofdt. Het lijkt dus zinvol om, als je per se de dingen slecht of goed wil noemen, te kijken met welk doel een ding is ontworpen. Omdat ik tegen de doodstraf ben, vind ik de guillotine een slecht product.

Inderdaad, bij een computer hangt het er helemaal af waarvoor je 'm gebruikt. Dit suggereert dat ik bij een computer een vrije keuze hebt hoe ik die wil gebruiken, maar helaas is dat niet zo. Ik heb wel een vrije keuze hoe ik de hardware (bijvoorbeeld de flipflops waaruit de processor is opgebouwd) gebruik. Maar omdat niemand dat kan, flipflops zo gebruiken, bestaat de computer ook uit software, die dat gebruik zou vergemakkelijken. Wat makkelijk is, wordt dus door de softwaremaker bedacht. Ik denk dat het principieel onmogelijk is om voor een ander te bedenken wat makkelijk is. Dit principe maakt dat computers per definitie slecht zijn, als het aan mij ligt.