woensdag 30 juni 2010

boek

Ik probeer best serieus werk te maken van de duurzame technologie, maar ik doe dat in mijn vrije tijd, terwijl deze hobby ook nog moet concurreren met mijn andere hobby's: een wandelingetje maken, babbelen met iemand die ik tegenkom, een kind aan het lachen maken. Ik heb hier al van verschillende boektitels aangekondigd dat ik ze van kaft tot kaft ging lezen, omdat ik dan - naar mijn smaak - van de duurzame technologie echt serieus werk maak. Ik begin braaf bij de kaft, maar ik strand op maximaal pagina 70. Mijn reikwijdte is 70 pagina's, en niet meer.

Er is vast een tamelijk plat-commerciële reden waarom boeken altijd minstens 200 pagina's hebben. Met 180 is het geen boek. Een boekenweekgeschenk, zei ik vroeger denigrerend. Maar nu, in alle eerlijkheid: ik vind 200 minstens 130 teveel. En de meeste schrijvers volgens mij ook. Dat ik na 70 echt mijn geduld verloren heb en alleen nog maar wil wandelingetjes maken, babbelen en kinderen aan het lachen maken, is echt niet alleen mijn schuld, maar ook omdat die schrijver zelf na 70 pagina's ook goed tabak begint te krijgen van dat gemeier van hem- (of haar-)zelf!

Natuurlijk hebben Braungart en McDonough een prachtig voorbeeld gegeven met Cradle to Cradle, een boek op volledig upcyclebaar kunststof in plaats van papier en met volledig composteerbare inkt (of zoiets). Maar die 130 pagina's teveel zijn van een oeverloze mateloosheid die ik niet passend vind bij hun goede bedoelingen.

dinsdag 29 juni 2010

nat


Nadat de Dijkgraaf ons waterschap volledig geïsoleerd heeft, ontstaat ongetwijfeld een politiek probleem met de buurwaterschappen, want waarom zouden Hollands Noorderkwartier en Rijnland hun gemalen laten draaien om Amstel, Gooi en Vecht droog te houden? Zelf geboren Hilversummer, had ik verwacht dat het heuvelachtige Gooi een toevluchtsoord kon zijn voor de Amsterdammers die op de vlucht zijn voor het wassende water, maar het lijkt erop dat het hele waterschap onderloopt.

In de BBC-documentaire Human Power Station wordt getoond hoe tachtig fietsers een volle prestatie moeten leveren om de elektriciteit te leveren voor één (elektrische) douche, ... voor het handmatig terugscheppen van het water dat door de dijken sijpelt is, verwacht ik, wel iets meer nodig dan tachtig fietsers. Ergens las ik dat het drooghouden van de randstad Holland meer energie kost dan al het autoverkeer in Californië.

Nou, en dan loopt de boel eens onder, gemiddeld zullen dat toch maar één of enkele meter(s) zijn, schat ik. De meeste huizen steken daar toch nog best bovenuit? Ik zou hier graag een tekeningen tonen van de drijvende steden, die Carl Hollander tekende voor Paul Biegels boek De Kleine Kapitein.

maandag 28 juni 2010

beessies

Vorige lente verbaasde ik me over de kracht van de Groningse natuur. Hier in Amsterdam is er geen ruimte voor zo'n biomassaboost, maar afgelopen week, na mijn vaststelling dat fruitvliegjes van composthopen houden, blijkt de Amsterdamse natuur toch ook te kunnen boosten. Een eiwitboost.

Naast de razendsnel procreërende fruitvliegjes besloot ook een enorm volk vredelievende kleine mugjes langs onze plafondrand samen te sterven. Duizenden liggen er al dood op het aanrecht en in de vensterbank. Op dag van hun plotselinge verschijnen kwam mijn dochter uit school met neten op haar hoofd.

Die neten zijn naar. Ze geven een hoop werk. De andere fauna levert ook wel wat gedoe op, maar die verdwijnt ook weer vanzelf: ook eiwit composteert. Dat geldt allemaal niet voor die moedwillige plaag die Albert Heijn over Nederland heeft uitgestort. Eénendertig miljoen beessies die stiekem in mijn tas gefrommeld worden omdat ik per ongeluk meer dan 15 euro heb uitgegeven.

vrijdag 25 juni 2010

seven year itch


Blijkbaar bestaat de Haagse opleiding Human Technology ongeveer nu zeven jaar. Vandaag vierden we dat, in Den Haag uiteraard. Ik ben nu weer terug in Amsterdam en ik kan er verslag van doen, van de viering.

The Seven Year Itch werd georganiseerd door studenten en docenten van de tweede lichting, en ze deden dat bijzonder smaakvol. En een beetje tongue-in-cheek, zoals dat, wat mij betreft, hoort bij Human Techology. Want het is wel een vreemde naam voor een gedenkfeest, die Itch. In de gelijknamige film krijgt Richard Sherman na zeven jaar huwelijk last van extra-marital Itch, bijvoorbeeld door de opwaaiende zomerjurk van The Girl (Marilyn Monroe).

Ik heb eens onderzocht hoe het zit met de extra-professional Itch van de oud-studenten die ik in Den Haag ontmoette. Eén was fietsenmaker en zwemleraar geworden, eentje consultant bij een softwarehuis, eentje headhunter, eentje programmeur, eentje ergotherapeut, eentje 'aankomend' ingenieur, eentje interaction-designer, eentje ondernemer in ont-wikkeling. Ooit maakten we ruzie hoe we het beroep moesten noemen: human technoloog of HT-ingenieur? Of is, in de praktijk, ondernemer-headhunter-zwemleraar-ergotherapeut de beste naam?

donderdag 24 juni 2010

afstuderen

Gisteren kwam het eerste afstudeerproject van de stichting 100LC tot een besluit met het afstuderen van Jeroen. Jeroen kreeg van de afstudeercommissie een 6 als eindcijfer. De voorzitter van de commissie vroeg mij achteraf hoe Jeroen zich over deze 6 voelde, wat ik een mooie vraag vind. Ik kan die vraag niet voor Jeroen beantwoorden, dus ik zei dat ik nog nooit gemerkt heb dat iemand in de goede werkelijkheid uiteindelijk geïnteresseerd is in cijfers voor afstudeerwerk. De voorzitter van de commissie weersprak dat: volgens hem vragen bedrijven cijferlijsten op. Nu zit ik me af te vragen waarom opleidingen überhaupt nog (lage) cijfers geven voor de leerprestaties van de mensen die zij met een diploma een kans moeten gaan bieden in de wereld.

Jeroens werk was niet klaar: er is geen prototype van de energiebesparende douche, dus de fabelachtige energiebesparing die zijn berekening voorspelt kan helaas niet aangetoond worden.

Ik heb van Jeroens project geleerd dat het niet handig is om een afstuderende student zo alleen een project te laten doen. Zeker een project dat gaat over duurzaamheid, zo duurzaam als mogelijk is, fuck you als het in strijd is met een technische traditie, lukt alleen in een veilige groep mensen die steun geeft. Het lukt me niet om die veiligheid na de zomervakantie te organiseren voor de eventuele fuck-youstudenten die ik voor de stichting 100LC wil werven. Nieuwe afstudeerders worden dus verdaagd tot februari 2011.

woensdag 23 juni 2010

Dijkgraaf


Erich Kästner schrijft in het voorwoord van Als ich ein kleiner Junge war over de koning van Saksen - want er was een koning van Saksen, toen Erich Kästner klein was (begin twintigste eeuw) - : Wir [...] bedauerten ihn ein biszchen. Denn wir und alle Welt wuszten ja, dasz ihm seine Frau, die Königin von Sachsen, davongelaufen war. Mit Signore Toselli, einem italienischen Geiger! En uit de rest van de liefdevolle beschrijving maak ik op dat het echt en schatje was, die koning van Saksen. Een koning, die op een of andere manier trouwens weer viel onder de Duitse keizer.

Ik geloof, als ik zijn foto bekijk, dat wij in ons Waterschap onze Dijkgraaf Johan de Bondt net zo lief kunnen hebben als de Dresdenaren de koning van Saksen honderd jaar geleden. En ik verneem dat hij een karaktertje heeft, onze Dijkgraaf. Dat is mooi, want ik verwacht nogal wat van hem. Ik verwacht dat hij ons zelfstandig maakt. Dat hij ons vertelt dat we het zonder Schiphol moeten stellen (wie mist die lelijke hoop stenen in het hoogheemraadschap Rijnland?). En dat hij alle spoorbanen en snelwegen die de grens van ons mooie waterschap overschreiden met dynamiet zal laten opblazen.

Er zal wel wat tegenstand zijn, natuurlijk. Mensen bijvoorbeeld die zeggen: maar mijn moeder woont in Rijnland! Dan is het onze Dijkgraaf die moet zeggen: een nieuwe moeder zoeken, dat lukt natuurlijk niet, maar als u wilt, dan kan ik uw peetoom zijn.

dinsdag 22 juni 2010

renoveren

Het Pieter Nieuwland College, een morsige grote-stadsmiddelbareschool waar ik bijna dagelijks langsfiets, wordt gerenoveerd. Met veel geweld, vind ik. Alle peuter-, snot- en graffitikunst die vele generaties middelbare scholieren gratis aan deze school geschonken hebben wordt in één klap en stelselmatig verwijderd. Met drilboren.

Ik ben niet eens nieuwsgierig wat deze renovatie zal opleveren, omdat ik het al weet. Een zielloze en volstrekt inwisselbare kantoorruimte, los van tijd en ruimte, hinderlijk nutteloos. Ik moet weer op zoek naar een ander rustpunt op mijn fietsroute. Op de hoek van de Middenweg en de Kamerlingh Onneslaan staat een oude telefooncentrale bescheiden te verstoffen. Niet verder vertellen aub!

Waarom zou je renoveren? Je kunt het beter meteen helemaal afbreken.

maandag 21 juni 2010

vliegjes


Het (half) open compostvat dat ik zelf gebouwd heb staat - omdat me dat zo handig leek - buiten direct naast de keukendeur. Ik kan het groente-afval niet erin werpen terwijl ik binnen blijf staan, maar als ik mijn best doe het voelt toch alsof dat wel zo is. Ach, en ik moet ook mijn schoenen schoonstampen als ik iets gestort heb, want twee stappen in onze tuin is al genoeg voor modderige voeten.

Ik had het ding beter achterin de tuin kunnen opbouwen; nu het een soort zomer is hier, is er een fruitvliegjesvolk in mijn compostvat gaan wonen. Twee onafhankelijke compostvatkenners hebben me verzekerd dat dat erbij hoort. Waar gecomposteerd wordt, zijn fruitvliegjes. En het fruitvliegjesvolk emigreert ook naar binnen. Hoewel ze me volkomen onschadelijk lijken, vind ik het vieze vliegjes. Hun sloomheid en doodsverachting! Eén zo'n vliegje rond mijn hoofd en ik lijk al doodsverachting te hebben, of toch op z'n minst ontzettende sloomheid. Vies!

Maar ik geef niet op! Ik ben best bereid om dit als een uitdaging te zien! Om te zien, dat ik niet alleen met ons groente-afval precies de vruchtbaarheid aan het maken ben die past bij onze tuin, maar dat daar ook de fauna op afkomt die helemaal past bij ons gezin. En ik wil daar best een handje bij helpen, om het nieuwe eco-systeem verder compleet te maken. Ik ga een beestentoren bouwen.

vrijdag 18 juni 2010

bril

Ik heb inmiddels zo'n dikke dertig jaar een bril. Ik doe ongeveer zes jaar met en bril; tenminste: ik kan me vijf monturen nog vrij levendig herinneren. Ik geloof na dertig jaar dat het geen ruk uitmaakt wat voor montuur ik opzet. Ik heb zo'n interessante kop dat die bril net zo onopvallend is als mijn schoenen. Ik heb het soort sterkte in mijn bril dat ik 'm eigenlijk wel altijd zou moeten dragen, die bril, maar ik doe dat niet. Ik zet mijn bril zeer vaak af. De blur van onscherp zien is uitermate aangenaam. Dat is een sensatie die aan scherpzienden niet uit te leggen is. Visuele prikkels zijn tamelijk dominant, terwijl zonder bril de dingen en de mensen bijvoorbeeld ook een geur en een stem blijken te hebben. En ik vermoed zonder bril signalen op te vangen met zintuigen die nog niet zijn ontdekt.

Ik kan dit stukje niet zonder bril schrijven, maar zet 'm toch vreemd op, zodat ik vaak om de glazen heen kan kijken. Het lijkt alsof al die onscherpte ervoor heeft gezorgd dat mijn ogen beter zijn geworden. Dat ik niet alleen met meer zintuigen tegelijk waarneem, maar ook meer zie zonder bril met zijn ogen. Ik durf best zonder bril auto te rijden, bijvoorbeeld. En ik zet mijn bril steeds vaker af, gewoon omdat minus vijf (of zoiets, ik ken mijn receptuur niet precies) pijn doet aan mijn ogen.

Laat ik er niet omheen draaien: ik moet eigenlijk nieuwe glazen in mijn bril. Maar ik wil bij het uitzoeken van die bril zelf de regie, dus ik wil niet naar een opticien. Ik laat me geen cilinders meer aansmeren en geen anti-spiegelingslaag. Eigenlijk wil ik bij de HEMA een focusspec kopen, maar ja, die zijn alleen voor ontwikkelingslanden.

donderdag 17 juni 2010

arbeidsconflict


Mijn vriend F, die bij een middelgrote HBO-instelling werkt die ik redelijk goed ken, heeft een arbeidsconflict. Ik bewonder mijn vriend F om de kracht waarmee hij zijn conflict aangaat. Hij vloekt en stampvoet met een rood hoofd.

Ik was vergeten hoe het was om bij een middelgrote HBO-instelling te werken. En middelgroot is relatief, want het gaat hier om een instelling met 20.000 studenten. Dat is wel een ukkie, toch? De HvA - waar ik nu werk - heeft 38.000 studenten. Ik ken ongeveer 0,25 procent van deze HvA-studenten bij naam. Ik was nogal ongelukkig met de grootschaligheid hier, omdat ik me niet verbonden voelde met het instituut. Ik was ongelukkig over mate waarin het er nauwelijks toe lijkt te doen of ik hier wel of niet ben. Dit is mijn fantasie, uiteraard, want ik doe er wel toe en ik ben ook wel verbonden, op mijn manier.

Ik was vergeten wat verbondenheid betekent bij een (relatief) middelgrote instelling: daar wordt verbondenheid opgedrongen, uit angst, vermoedelijk. Doe verbonden, want anders volgen er maatregelen! Misschien is een (relatief) middelgrote grootschalige instelling in zijn uitwerking grootschaliger dan de grootste grootschalige instellingen.

woensdag 16 juni 2010

creatieve ruimte

Je kunt met één muisklik van hier bij Jelle van Dijk komen. Ik kom daar geregeld, eigenlijk vrijwel meteen elke keer nadat hij iets gepost heeft (zijn naam schuift dan vanzelf naar boven in de lijst hier links). Ik ben dus supporting Jelle and his environment - OWYCBP! (Wat die afkorting betekent begrijp ik niet). Via Jelle heb ik mij opgegeven voor een symposium, morgen. Het symposium heet Creative Spaces Design en hierover zeggen de organisatoren van het symposium dit: an exploration of factors that make spaces better equiped for creative group processes. Dat ik me opgaf voor het symposium leek mij erg supporting.

Maar ik kan morgen niet. Morgen moet ik werken. Ik moet het soort werk doen dat ik niet kan afzeggen en ik was vergeten om mezelf morgen tegen inroostering te beschermen. Ik vind het vooral jammer dat ik Jelle dus niet kan supporten. Zou het supporting zijn als ik hier eens ga beschrijven hoe ik denk dat een creatieve ruimte ingericht moet worden? Op LinkedIn sta ik immers bekend als een playroom-engineer.

Ik geloof niet dat spaces equiped moeten worden voor creative group processes. Ik zou ze juist willen dequippen. Met name beamers, wifi-aansluitingen en exotisch gevormde design-meubeltjes moeten halsoverkop de ruimte uitgeflikkerd worden. Een speelkamer is een ruimte voor ontwikkeling, en in een speelkamer staat vooral helemaal niks. Niets wat de creatieve interactie tussen mensen zou kunnen verstoren. Niets, wat één van de leden van de groep per ongeluk status verschaft (degene die weet hoe de beamer werkt, bijvoorbeeld). Het is wel fijn als de ruimte aangenaam kan worden gemaakt voor (en door) alle leden van de groep. Het moet schoon en ordelijk zijn. De stoelen moeten lekker zitten en de kachel moet ingesteld kunnen worden. Kom hier maar eens om!

dinsdag 15 juni 2010

maden


In de opwindende zomer van 1989 bereikten mijn vriend E en ik via allerlei transportmiddelen het eiland Corsica, om daar een groep leeftijdgenoten te ontmoeten, van wie we sommigen wel, anderen een beetje, maar de meesten alleen van horen zeggen kenden. Daar waren ook jonge vrouwen bij. Een zeer beloftevolle heenreis dus, die we samen afsloten met de boottocht naar het eiland. We kwamen nogal hongerig aan. We kochten op de kade brood en een kaas. Corsicaanse kaas.

Het was en wit kaasje, in een papiertje. Omdat we geen mes hadden braken we de kaas met onze handen doormidden. Middenin de kaas kropen maden rond. E en ik klapten het kaasje weer dicht en na een kort overleg gingen we terug naar de winkel: deze kaas was niet goed! Jawel, zei de winkelierster, de kaas was wel goed, en ze was zo gastvrij om andere kaasjes aan te snijden zodat ze ons triomfantelijk de rijpe maden kon tonen.

Maden dus. Zo vlak voor de beloftevolle finish van onze reis zouden we ons hier toch niet laten kennen? Maden. Deze maden maakten sprongen: ze sprongen van het brood af en ze sprongen ook in onze monden. Ze smaakten gewoon naar kaas: naar Corsicaanse kaas. We hebben de hele kaas opgegeten en er prima op geslapen. Het schijnt dat maden gaan smaken naar wat ze gegeten hebben. Maar ik verwacht dat heet gebakken met veel knoflook en peper eigenlijk alle maden heel goed te doen zijn.

maandag 14 juni 2010

hotel

H, een jeugdvriend van mij, woonde na de scheiding van zijn ouders lange tijd - jarenlang - met zijn vader in een hotel. Ik overnachtte dit weekend één nacht in een hotel. Mijn hotelkamer was twaalf vierkante meter groot. Een slaapkamer, dat was het, uiteraard. Ik moest aan H denken. Hoe zou ik wonen in een hotelkamer?

Het lijkt me tamelijk duurzaam, om in een hotelkamer te wonen: het ruimtegebruik is heel gering, en je bent echt op bezoek, zoals wij levende schepsels op aarde ook slechts op bezoek zijn. Ik vind het ook leuk om na te denken hoe ik de hotelkamer zo maak, dat ik me erin thuisvoel. Door schilderijen te verhangen, het bed te verschuiven en door bijvoorbeeld de gordijnen of het beddengoed te draperen over de dingen die ik lelijk vind. Het lijkt me een duurzaam idee om wel een eigen smaak te hebben, maar uitsluitend met dat wat voor handen is.

Ik merk dat ik moeite heb met het ontbijtbuffet, waarmee ik sinds enkele jaren in hotels geconfronteerd word. Ik ervaar keuzestress: ik wil graag traditioneel en gezond eten (mijn spijsvertering niet in de war brengen), maar ik voel ook de plicht om alle overdaad, die op een of andere manier symbool lijkt te staan voor hartelijkheid (ontbijtkoek, gebakken spek, roereieren, cereals, fruit, ...), van het hotel aan te roeren. Alleen al voor al die kippen die anders voor niks een ei gelegd hebben en de varkens die voor niks hun ham hebben afgestaan. Ik zou willen dat hartelijkheid gewoon hartelijkheid was.

vrijdag 11 juni 2010

formeren


Aangezien Hare Majesteit bij de grootste partij - de niet-stemmers, met 38 zetels vertegenwoordigd in de Tweede Kamer der Staten Generaal - geen formateur zal kunnen vinden, zal zij haar toevlucht moeten zoeken bij resterende 112 zetels van de kleinere partijen: de VVD met 23 zetels, de PvdA met 22 zetels, de PVV met 18 zetels, het CDA met 16 zetels, de SP met 11 zetels, D66 en Groen Links allebei met 7 zetels, de CU met 4 zetels en de PvdD en SGP beide met 2 zetels. Interessant, dat de VVD door deze herberekening acht zetels verliest, en de Dieren en de Staatkundigen geen één.

Als Hare Majesteit dan toch een formateur moet aanwijzen die niet een vertegenwoordiger is van de grootste partij (de niet-stemmers namelijk), wil ik Haar met klem aanraden om dan maar radicaal te kiezen voor de kleinste partij als formateur. Of dat Marianne Thieme of Kees van de der Staaij is, dat kan mij eigenlijk niet schelen; ze lijken me allebei heel nette mensen en capabel ook, als premier. Het leuke aan het kiezen van een formateur van een kleine partij is, dat kleine partijen veel beter bereid zijn om naar de overeenkomsten te zoeken met de andere partijen dan grote partijen, waardoor de formatie tamelijk snel kan plaatsvinden.

En in de praktijk is er maar één kabinet mogelijk: het PvdD-SGP-CU-GL-D66-SP-CDA-PvdA-VVD-kabinet Thieme/van der Staaij I, met 94 zetels. Ik vind het niet handig om de PVV, waarvan de voorman opzichtig en schijnbaar opzettelijk racistische uitlatingen doet, in de uitvoerende macht op te nemen.

donderdag 10 juni 2010

stemrecht

Het lijkt erop dat verkiezingen gaan over de toekomst. De nabije toekomst, zeker, maar toch ook de zeer verre toekomst van - pak 'm beet - over drie jaar. Waarom hebben kinderen dan eigenlijk geen stemrecht? Drie jaar is - zeker voor een kind - ongelofelijk lang en concreet. Ik denk dat het argument tegen kinderstemrecht is dat kinderen niet zelfstandig zouden kunnen nadenken. Zelfs als ik dat zou geloven, lijkt me zelfstandig nadenken een erg zwaar criterium om op te selecteren. Ik ken eigenlijk niemand die zelfstandig kan nadenken.

Ik kan me wel voorstellen wat er gebeurt, als alle kinderen mogen stemmen: een zuigeling wordt door een geblinddoekte stembureaumedewerker in het stemhokje op de statafel gelegd (misschien moet daar een hekje omheen?); misschien gaat het kind iets doen met het potlood en het stembiljet; wat mij betreft geldt elke nieuwsgierige aanraking ervan als een geldige stem. Als het kind gaat huilen is het tijd om 'm terug te laten bezorgen bij de moeder.

Vermoedelijk stemmen alle zuigelingen blanco, wat ik een mooie en verstandige stem vindt. Meer vertrouwen in de goede afloop kun je toch eigenlijk niet hebben, dan door blanco of helemaal niet te stemmen, lijkt me. Vervolgens begrijp ik ook niet waarom alle niet-stemmers (25% van Nederland heeft gisteren niet gestemd) niet als niet-stemmers vertegenwoordigd worden in de Tweede Kamer. 38 lege stoelen, die geen enkel kabinet steunen, geen moties indienen, geen kamervragen stellen. Dat dwingt de resterende 112 kamerleden om werkelijk samen te werken.

woensdag 9 juni 2010

Reynolds


Op het plaatje zie je het Moody-diagram. Het is een logaritmische grafiek; dat kun je zien doordat het niet op gewoon ruitjespapier getekend is, maar op bijzonder ruitjespapier, want de ruitjes zijn heel verschillend van vorm: groot, klein, smal, breed, hoog en laag. Niettemin zou je eraan kunnen zien dat als het Reynolds Number hoog is (onderaan aflezen en dan rechts in de grafiek), de Coefficient of Friction laag is (af te lezen op de linker as). De grafiek heeft, zoals dat heet, een dalende trend.

Ik vind dat raar. Deze grafiek gaat over de wrijving die ontstaat als een vloeistof ergens langs stroomt. Het Reynolds getal vind je door allemaal dingen te vermenigvuldigen die gevoelsmatig de wrijving verhogen: bijvoorbeeld de dichtheid van de stromende vloeistof en de snelheid waarmee het stroomt en door dat allemaal te delen door iets wat de wrijving lager maakt: de dynamische viscositeit, waarmee gewoon de glibberigheid van de vloeistof bedoeld wordt. Ik zou dus denken: een grote Reynolds geeft een grote Coefficient of Friction. Maar Moody zegt dus van niet.

Nou weet ik ook dat wrijvingscoëfficiënt nog niet de wrijving zelf is. De wrijving die optreedt vind je door die coëfficiënt (onder andere) te vermenigvuldigen met de snelheid waarmee de vloeistof stroomt, in het kwadraat. Alweer die snelheid! Wat een gerommel met die snelheid! Waarom is er geen grafiek waarmee ik in een keer de wrijving kan aflezen? Een grafiek dus, met een stijgende trend.

dinsdag 8 juni 2010

Amstel, Gooi en Vecht

Ik denk nu na over het leven in de stadstaat Amstel, Gooi en Vecht, die ik, bij wijze van hobby, gisteren opgericht heb als volledig zelfstandige natie. En Amstel, Gooi en Vecht is geen handelsnatie, maar volledig zelfvoorzienend. Amstel, Gooi en Vecht is door omstandigheden op zichzelf aangewezen. Wij, de dikke één miljoen Amstel, Gooi en Vechters treden deze nieuwe uitdaging optimistisch tegemoet.

We moeten ons voorbereiden op de winter, want het kan hier behoorlijk guur zijn. Als we een beetje vreedzaam samenhokken in de huizen die goed geïsoleerd zijn, zal dat, qua warmte, best lukken. Dekbedden en matrassen zijn er genoeg, lijkt me. Maar de honger, daar moeten we iets creatiefs op verzinnen.

Ik vrees dat er niet genoeg landbouwgrond is in onze stadstaat om alle monden traditioneel te voeden. We moeten, lijkt me, nu overstappen op een grootschalige paddenstoelen- en insectenkweek (mmm, lekker!) in de enorme hoeveelheid overtollige slecht geïsoleerde huizen die vrijkomen. En de schaarse landbouwgronden moeten we gebruiken voor de granen en groenten. En misschien helpt het ook als ik - net als de andere Amstel, Gooi en Vechters - gewoon eens wat minder zou(den) eten.

maandag 7 juni 2010

politiek


Mensen die echt actief iets doen om energie te besparen of om in het algemeen het milieu te ontzien noem ik hier voor het gemak even types. Gisteren sprak ik zo'n type: hij was met behangplaksel posters aan het aanplakken aan de openbare aanplakmuur van Utrecht. Want een type was hij wel: slordig haar, brilletje, onverzorgd gebit. En ook: met een autarkisch ideaal.

Autarkie wil volgens mij zeggen dat je alles alleen doet. Ik vind dat een erg ongezellig idee. Ik wil de dingen helemaal niet alleen doen. Eigenlijk wil ik helemaal niks meer alleen doen. Samen, dat wil ik. En iedereen met wie ik de dingen samen zou willen doen wil ik op fietsafstand. Binnen fietsafstand zou ik verder alles wel autarkisch willen organiseren.

Freddy Heineken bedacht Eurotopia, Europa in staatjes van gelijk inwoneraantal, om van het geheel een bestuurbare unie te maken. Ik zou Nederland willen indelen in redelijk fietsbare stadstaten, die helemaal zelfvoorzienend zijn, interessant genoeg om er op vakantie te gaan en om er een partner te zoeken. En waar, speciaal voor Jelle, de smid met ontbloot bovenlijf het aambeeld ranselt.

vrijdag 4 juni 2010

snelkookpan

Mijn schoonmoeder heeft een snelkookpan. Een nogal ouderwetse; eentje uit de optimistische tijd toen een snelkookpan nog bij een modern huishouden hoorde. Sinds het woord modern niet meer gebruikt wordt om de dingen te kwalificeren die hip, goed en nieuw zijn, is ook de snelkookpan niet meer hip, goed en nieuw. Terwijl de behoefte om snel te koken niet minder is geworden, lijkt me.

Er is wel een tegenbeweging: slow cooking. Volgens mij is slow cooking vooral populair onder mensen die nooit tijd hebben om te koken, en van die ene keer dat ze het dan wel doen meteen een sabbatical maken. Een snelkookpan kookt snel doordat de temperatuur in de pan hoger is dan het kookpunt van water. Mensen die van slow cooking houden proberen te koken met temperaturen ver onder het kookpunt van water. Het is een hoop gedoe, maar het schijnt er wel lekkerder van te worden. Vooral gekookte eieren.

Op wikipedia lees ik dat de druk in de snelkookpan (en daarmee ook de temperatuur) geregeld kan worden met een gewichtje. Verdorie, zou dat gewichtje niet zo ingesteld kunnen worden dat de druk in de snelkookpan lager en het kookpunt van water daalt tot bijvoorbeeld 70 graden? Een slow cooker, maar dan voor op het fornuis. Een langzaam- en snelkookpan, zeg maar.

donderdag 3 juni 2010

kunstenaar


Enkele weken geleden ontmoette ik R voor het eerst. Je zou kunnen zeggen dat wij sindsdien een relatie ontwikkeld hebben. Die relatie bestaat eruit dat hij regelmatig aanbelt om een tekening te verkopen, omdat hij het geld nodig heeft voor de plek waar hij wil overnachten. Hoe meer tekeningen ik van hem kocht, hoe meer geld hij nodig had voor de plek waar hij wil overnachten. Maar die relatie behelst meer dan dat, tenminste, dat wil ik geloven. Het is voor mij een oefening om een dakloze als een volwaardig mens te zien en om meer te begrijpen van dakloosheid.

Ik besluit dagelijks om niet een kunstenaar te worden. Dat ik dat dagelijks moet besluiten, betekent dat ik het blijkbaar wel graag wil zijn. Ik besluit om het niet te zijn, omdat ik denk dat ik het me niet kan veroorloven. Ik verdien nu een zeer aangenaam salaris en ik wil dat salaris niet ruilen voor mijn wens om de dingen precies zo te doen of te maken als ik wil.

R heeft een andere keuze gemaakt. Zijn tekeningen zijn grappig en kleurig en trefzeker. Ik heb hem gevraagd om de illustraties te maken die de website van de stichting 100LC er aantrekkelijker laten uitzien. R doet dat, zeer voortvarend en zonder terughoudendheid. Onderdeel van ons contract, gebaseerd op gelijkwaardigheid (mijn angst en weerzin tegen het tekenen heb ik hier eerder al toegelicht), is dat hij stopt om dagelijks op onpasselijke tijdstippen aan te bellen. Ik verwacht dat wij ons contract gaan naleven.

woensdag 2 juni 2010

laatste 3 opdrachten (100LC)

7. Stralingswarmtecollector (werktuigbouwkunde)
De meest effectieve manier om zonnewarmte te gebruiken is voor het verwarmen de binnenruimte. Met zonnecollectoren kan de zonnewarmte opgevangen worden. Volledig herbruikbare zonnecollectoren die modulair op kleine daken geschakeld kunnen worden, die bestaan nog niet.
Opdracht: ontwerp zo'n zonnecollector.

8. Warmte-opslag in huis (werktuigbouwkunde)
Om de zonnewarmte van de zonnecollector, of andere restwarmte, in de winter in gebruik te nemen, zal de warmte op een of andere mannier enkele maanden bewaard moeten worden. Mensen met een tuin kunnen dat onder de grond doen, maar niet iedereen heeft een tuin. De meeste huizen hebben wel loze hoekjes of ruimtes waar iets gemonteerd zou kunnen worden waarin warmte opgeslagen kan worden. Uiteraard volledig herbruikbaar en schakelbaar (zie opdracht 7: stralingswarmtecollector).
Opdracht: ontwerp zo'n stralingswarmtecollector.

9. Inkomensafhankelijke service- en garantieregeling (bedrijfkunde)
Het is de bedoeling dat alles wat de in het Warenhuis van de Troost wordt getoond thuis gebruikt wordt. Om het hergebruik van de grondstoffen te garanderen, blijven de producten eigendom van de stichting 100LC. Gebruikers betalen een redelijk gebruiksrecht; die prijs is inclusief het onderhoud en wellicht ook het schoonmaken. De prijs van het gebruiksrecht is inkomensafhankelijk. Bovendien is alles wat het Warenhuis van de Troost in gebruik geeft in Nederland gemaakt, door mensen die plezier hebben in hun werk en daarvoor de beloning krijgen die hun inspanning waard was.
Opdracht: ontwerp het business-model, waarmee dit ideaal gerealiseerd wordt.

dinsdag 1 juni 2010

nog 3 opdrachten (100LC)


4. De universele opwindoplader
(elektrotechniek / industrieel ontwerpen / materiaalkunde)
Het eerste wat veel mensen te binnen schiet als ze bedenken wat ze zelf - actief - kunnen doen om energie te besparen, is om hun eigen fysieke kracht daarvoor te gebruiken. Dus bij het fitnessen een accu opladen of kleine elektrische apparaten aandrijven met een zwengel. Veel opladers zijn (helaas) ontworpen voor slechts één apparaat. Daarnaast bevatten opladers en accu's vaak tamelijk veel milieubelastende materialen.
Opdracht: ontwerp een oplader met en zwengel voor verschillende kleine elektrische apparaten, en een grote variant die aangesloten kan worden op allerlei fitnessapparaten.

5. Vitrage (designacademy)
Het karakter van veel gebouwen wordt bepaald door de fragiliteit van het glas en van de kozijnen. Als deze gebouwen worden gerenoveerd, dan worden de kozijnen en het glas vervangen (t.b.v. de isolatie), maar gebouwen veranderen daar vaak wezenlijk door. Er zijn mensen die dat jammer vinden. Een klassieke maar matig doeltreffende manier om een oud raam te isoleren is met vitrage. Mensen die van oude kozijnen houden niet per se van de vitrage de nu te koop is.
Opdracht: ontwerp vitrage waarmee een oud raam optimaal geïsoleerd kan worden.

6. Eiwitsnacks (voeding)
Zoals bekend is de vlees- en visindustrie in zijn algemeenheid een zware belasting voor het milieu, op veel verschillende manieren. Helaas vindt bijna iedereen vlees en vis erg lekker; er wordt steeds meer van gegeten. Vlees en vis bieden iets dat niet makkelijk te vervangen is door iets dat net zo lekker is: eiwit.Toch zijn er allerlei andere eetbare eiwitten voor handen die het milieu niet belasten en die toch lekker zouden kunnen zijn.
Opdracht: ontwerp een verpakte smakelijke snack uit een plantaardig of dierlijk eiwit dat geen enkele milieubelasting geeft.