donderdag 28 april 2011

het einde

Over vier logjes heb ik hier 500 stukjes gepubliceerd. Vijfhonderd is bij de software die ik voor dit blog gebruik een belangrijk getal, omdat vijfhonderd, toen ik begon met bloggen, het maximaal aantal logjes was dat Blogger aanbood. Ik heb ontdekt dat dat inmiddels niet meer zo is, maar vertrouwen doe ik het toch niet helemaal, waardoor vijfhonderd als een Blogger-bug door mijn hoofd blijft gonzen. Ik heb zelfs al een reserve Dutch Comfort gemaakt, voor als deze Dutch Comfort door de Blogger-bug zou uitvallen.

Maar ik ga die reserve Dutch Comfort niet gebruiken. Ik ga zelfs helemaal met Dutch Comfort stoppen, als hier vijfhonderd stukjes verschenen zijn. Ik heb daar vele redenen voor. Zoveel redenen, dat ze niet allemaal in dit ene stukje passen. Ik ga de resterende vier logjes gebruiken om de redenen op te sommen die geleid hebben tot het besluit om met Dutch Comfort te stoppen.

Ik ga niet stoppen met bloggen. Ik ga frequenter (twee keer per week) publiceren op mijn familieblog en misschien ga ik publiceren op lowtechmagazine. De essentie is dat ik niet meer alleen verantwoordelijk wil zijn, maar de dingen voortaan samen wil doen.

dinsdag 26 april 2011

het lintje


De mensen om mij heen zijn ijkpunten voor mij. Naar iedereen om mij heen, en met name naar mannen, kijk ik en intussen beoordeel ik wat ikzelf in zijn positie zou doen. Vandaag dacht ik bijvoorbeeld: hoe zou ik in een geblokt overhemd wiskunde geven? In de krant valt mijn oog op een artikel getiteld: promiscue kroegbaas die te eigenwijs was. Promiscue, kroegbaas, eigenwijs. Allemaal ijkpunten. Een goede kennis van mij is kort geleden geridderd. Hier is mijn voor de hand liggende gedachte: hoe zou ik het vinden om geridderd te worden?

Hieronder ga ik opsommen waarom ik best een lintje zou willen.
Ik denk dat het goed voelt om door de gemeenschap toegejuigd te worden, hopelijk om goede redenen.
Ik denk dat het goed voelt om een fysieke herinnering te hebben (een lintje, namelijk) aan de toejuichingen die me bij de uitreiking ten deel vielen.

Een lintje mag, volgens de draagwijzer, door mannen alleen gedragen worden in combinatie met een pak en een das; een andere draagwijze is strafbaar. Strafbaar! Hoe moet degene die de man van het pak en de das bevrijdt met trots zijn lintje dragen? Ik ben dol op pakken en dassen, maar die mag ik gelukkig aantrekken zonder een strafblad te riskeren. Het wordt wel erg serieus, met een lintje.

donderdag 21 april 2011

het Gooise volkslied

Haug tussen feen in zeei
Woar de din groeit in hit heei
Doar is hit zo mauj in drauj
Ik waun in hit hauge Gauj
In de kauj kent schoapji schaujlin
Beei onweeir moet kindji haujlin
Failig op arremi grond
Failig op arremi grond

Toen kwoamen de reeike lauj
Die fonden de dorpjis mauj
Ze zeeildin ofer de plas
Ze tennistin op hit gras
Ze kwaomen hierheen ferhaujzin
Allemoal grote haujzin
Wilkom op arremi grond
Wilkom op arremi grond

De wintir bringt de zaumir weeir meei
De joaren die fliegin foorbeei
We zien zi hier of we zien zi doar
We trouwin nu auk mit elkoar
Je ken oan de Fitusklok haurin
Er is weeir een kindji gebaurin
Soamen op arremi grond
Soamen op arremi grond

dinsdag 19 april 2011

de vormgeving


Op een afstandje volg ik het weblog van ITER, de kernfusiecentrale in aanbouw ergens in Frankrijk. Ik vind dat nogal een saai weblog, eerlijk gezegd, maar misschien is het mijn taak om kernfusie uit naam van ITER aansprekend en toegankelijk te maken. Ik volg ze misschien omdat ik hoop dat ikzelf kernfusie misschien kan laten swingen.

Bij ITER bouwen ze een Tokamak-centrale; dat is fabriek in de vorm van een donut. Een saai lelijk ding, zo'n donut-fabriek. Deze maand was het Max Planck Institut uit noord-Duitsland op bezoek in Frankrijk om te vertellen hoe het gaat met de andere fabriek die op dit moment gebouwd wordt: de Wendelstein 7-X. Ook kernfusie, maar op een ander manier. Geen saaie donut maar een stellarator, een fantastische swoosh, die wiskundig uitermate complex schijnt te zijn, maar die sabieler is en met lagere elektrische stroom werkt.

Ik kan uiteraard niet inschatten welke beter is, de tokamak of de stellarator. Ik vind dat stellarator vooral veel mooier. Het is alsof de vormgeving en architectuur van de laatste tien jaar, met al die afschuw van geometrische vormen, heeft aangewezen welke kant het op moet. Naar kernfusie met stellarator-techniek in het eigenwijze Mecklenburg-Vorpommern.

maandag 18 april 2011

de contactlenzen

In de winter fiets ik via een hoge brug over een breed Hollands water. Daar is de wind het meest snijdend, bovenop die brug. Vier jaar geleden nam ik die brug met een verkrampt gezicht (hoge wenkbrauwen, toegeknepen ogen, vertrokken mond), omdat ik dacht dat die verkramping zou helpen tegen de kou.

Later las ik dat de uitdrukking die het menselijk gezicht maakt de hersens informatie geeft over hoe iemand zich voelt. Dus: als ik verdrietig kijk, dan trekken mijn hersens daaruit de conclusie dat ik me verdrietig voel, om vervolgens dat verdrietig voelen met allerlei andere andere verdrietig-voel sensaties te versterken (buikpijn, zelfmoordgedachten, mensenhaat). Ik heb dit getest op de brug, en het is waar: als ik fiets zonder mijn gezicht te verkrampen heb ik het minder koud.

Ik loop nu een maand met contactlenzen en het lijkt of contactlenzen invloed hebben op mijn humeur. Dit is wat er volgens mij gebeurt: de lens oefent een kracht uit op mijn oogbol, waardoor de musculus dilatator pupillae aantrekt en mijn pupil groter wordt. Daardoor valt er met lenzen meer licht in mijn ogen dan zonder lenzen. Daardoor knijp ik mijn ogen dicht, en dáárdoor bieden mijn hersens mij het humeur dat bij toegeknepen ogen hoort.

vrijdag 15 april 2011

de receptie


Gisteren wandelde ik in Rotterdam, op weg naar theater de Nieuwe Luxor. Ik heb een paar jaar in Rotterdam gewoond; de liefde tussen mijn ouders is in Rotterdam begonnen; mijn overgrootvader was een Rotterdamse patriciër. Ik ben in Rotterdam ooit warm onthaald door mijn vriend H, dus, ... ik hou van Rotterdam. Ik kom er verder nooit. Op de Erasmusbrug, waar ik nooit eerder op gestaan had zag ik de stad als vanuit een vliegtuig. Die aanblik ontroerde me nogal.

In de Nieuwe Luxor was de première van de musical Spamalot; ik was daar als genodigde van één van de acteurs. De acteurs van de cast hebben voor ons gedanst en gezongen en zich op toneel onhandiger voorgedaan dan ze echt zijn om ons aan het lachen te maken, wat goed lukte. Na deze première bleef de cast een tijd weg, omdat de pers te woord moest worden gestaan. Ik had intussen tijd om de bijvoorbeeld kennis te maken met F (of B, dat weet ik niet precies meer), een schoonheidsspecialiste, ook een genodigde van één van de acteurs.

Ik ben wel eens eerder genodigde geweest, ook van andere kunstenaars, op hun recepties of vernissages. Mijn vader bijvoorbeeld, die is kunstenaar. Wij, de genodigden, zijn daar dan dus om onze kunstenaar te ondersteunen; zo zie ik het. In de Nieuwe Luxor zag ik opeens wat dat ondersteunen in de praktijk betekent: de kunstenaars gaan aan ons vragen: hoe gaat het, en wij gaan de hele receptie gebruiken om dat te vertellen. F (of B) deed dat, ik deed dat, de hele Spamalot-cast zat verspreid in de foyer van de Nieuwe Luxor naar de verhalen hun genodigden te luisteren. Deze manier van ondersteunen, die kan wel verbeterd worden.

donderdag 14 april 2011

de biecht

In dit stukje ga ik vertellen dat God in mijn leven gekomen is. Ik heb er begrip voor als de lezer blokkeert bij de vorige zin; nou, dat is dan maar zo. God is in mijn leven gekomen. Ik ben er zelf ook nogal door verrast.

Het stappenplan waarmee God in een leven komt heeft Gerard Reve beschreven in Moeder en Zoon; mijn stappenplan wijkt niet erg van dat stappenplan af. De seks die uitgebreid in het boek van Reve voorkomt heeft misschien wel met het stappenplan te maken, maar hoe precies, dat begrijp ik nog niet zo goed. Dat maakt Moeder en Zoon voor mij iets minder toegankelijk.

Ik weet ook niet precies bij welke stap van het stappenplan ik ben, ik weet alleen dat ik nu de zin God is Liefde begrepen heb. Het woord God betekent hier (onder andere): de Veroorzaker en de Altijd Aanwezige. Het woord liefde is wel duidelijk, toch? Belangrijk om te vertellen dat liefde en seks wel iets met elkaar te maken hebben, maar zeker niet hetzelfde zijn. Dit is mijn wiskundige inzicht: als God is Liefde, dan Liefde is God. Liefde is de Veroorzaker en het Altijd Aanwezige. En de Onverklaarbare.