Dit hele weekend was ik met zeventien mannen uit het hele Vlaams/Nederlands/Friese taalgebied in Friesland, en er was ook één man uit Engeland, die geen Nederlands sprak. Alles wat we gedaan hebben is ter plekke voor die ene man vertaald in het Engels, want anders kon hij ons niet volgen. Ik vond mezelf daar tamelijk goed in, in simultaan vertalen. Als ik er niet uit kwam zei ik: silly dutch joke.
Wat we daar, naast vertalen, onder andere gedaan hebben is zingen. Voor de Groningers bijvoorbeeld het Pronkjewail. Ik kan dat niet meezingen, want zodra ik de tekst doar gruit en bluit ain wonderlaand komt lopen mijn stembanden vol tranen. Ik mis Groningen meer dan ik zelf weet. Later zong een Vlaamse man nog van de Brug van Willebroek, in Antwerps dialect, wat me eveneens hevig ontroerde. Nooit in Antwerpen gewoond, ik. Hoe zit dat?
Ik moet mijn mening over kunst in volkstaal herzien. Volkstaal is niet raar of plat, maar prachtig! Dat ik zelf geen volkstaal heb vind ik een vreselijk gemis. Goois is mijn taal, maar dat is een propagandataal; geen volkstaal. Het is de taal waarmee wij de oorspronkelijke katholieke schaapherders naar de Hilversumse sloppenwijken verjaagd hebben. Ik ben geboren op grond waar eerst een soort Tineke Schoutens gesproken werd. Ik ben onthecht, ... is het dan gek dat het me moeite kost om voor mijn omgeving te zorgen?
maandag 28 maart 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
10 opmerkingen:
Benieuwd wat je daar deed met het manvolk. Voetballen?
Ja, voetballen, dat hebben we ook gedaan. En frisbeeën, en een combinatie van beide.
Ik was daar op een workshop voor mannenbevrijding.
Vertel meer: hebben jullie het vooral over M!LF en decolletés gehad?
\quote erik\ < hebben jullie het vooral over … en decolletés gehad? >
@ Rik: was deze reactie van erik misschien inspiratie voor het stukje van 29/3/2011 ?
dat ik overigens wel een mooi filosofisch\socio-analytisch stukje vind.
die vormen golven, al dan niet feministisch.
en oh, wat verlang ik terug naar de klasse(n)strijd. niet de strijd zèlf, maar de époque.
Those Were The Days, dr. Z. [by(e) B.P.]
Ja, daar hebben we het over gehad.
Ik ontdek voor het eerst dat er twee Erikken in het spel zijn. Ik heb wel een vermoeden wie Erik2 is, maar zeker weten doe ik het niet.
Ik schreef het stukje voordat ik Erik1's reactie las. Mijn inspiratie zat 'm er waarschijnlijk in dat ik sinds dit weekend bevrijd ben van een deel van mijn seksuele fascinatie.
O, en wie zijn eigenlijk dr Z en BP, Erik2?
Zjivago, Boris Pasternak.
[Pardon, veel te ingewikkelde klasse(n)strijdverwijzing.]
Alles is in een naam.
Erik ERik E Rik Er ik, enz.
Wie is nou Erik? Ik gok op Erik T of Erik H.
Dr Z heb ik nooit gelezen. Boris P was volgens mij niet echt een fan van de klassestrijd, of wel?
Wat leuk, twee Erikken. Zwarte Erik is wel veel intellectueler dan de blauwe. En waarschijnlijk wat ouder. Al die klassenstrijdverwijzingen, die gaan aan mij voorbij hoor.
Zwarte Erik is en mystery guest.
Een reactie posten