Toen een tijd geleden aangekondigd werd dat kraken helemaal verboden zou worden, vond ik dat nogal opmerkelijk. Ik vind kraken zoiets typisch Nederlands; nog Nederlandser eigenlijk dan tulpen en klompen, want tulpen en klompen hebben niets met de hedendaagse Nederlandse realiteit te maken. Ik vond het en hoop grootspraak, destijds. Kraken was toch nooit echt de bedoeling, net als marihuana roken. Nu lijkt het erop dat kraken toch inderdaad echt verboden is. Nou komt het: ik vind dat verontrustend!
Ik heb zelf alleen maar zijdelings gekraakt. Ik heb me in mijn nomadische twintigersbestaan effectief aan verschillende kraakpanden opgedrongen, en mijn verblijf daar is soms wekenlang getolereerd. Want zo bleek dat te werken: veel kraakpanden hadden ergens wel een achterdeur waar ik met de bewoners in contact kon komen, en als ik mijn situatie uitlegde, dan was er altijd wel ergens een logeerbed.
Kraakpanden zijn voor mij altijd een hoopvolle plek geweest. Als ik echt zou besluiten om me op een of ander manier uit de maatschappij te willen terugtrekken, dan kon dat in een kraakpand. Kijk, een kerk is wel leuk, maar daar kun je niet wonen. Ik ben een beetje wereldvreemd, hoor, maar zijn er echt mensen die last hebben van krakers? En waar moeten die zachtmoedige mensen - ik bedoel krakers - zich nu dan terugtrekken? In de Keukenhof misschien?
donderdag 7 oktober 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten