
Hoofdstuk 2 gaat over zonne-energie. Daarom gooien de auteurs er bijvoorbeeld een formule in waarmee de afstand van de zon tot de aarde kan worden berekend. Ik geloof niet dat het mij lukt om die afstand te berekenen, ook omdat ik me niet echt uitgenodigd voel om de formule te willen begrijpen. Het boek wil nog wel iets kwijt over waar de formule toe leidt: dat de aardbaan om de zon ellipsvormig is en dat in december de afstand tot de zon aanzienlijk korter is dan in juni. Is dit echt zo? Ik herinner me van toen ik middagen lang voor mijn plezier in de encyclopedie las dat dat heel anders was.
Er is ook een formule waarmee je kunt berekenen hoeveel licht op een zonnepaneel zou kunnen vallen, waarbij de weersgesteldheden de afhankelijke variabelen van de formule zijn. En ook de vervuiling van de lucht, maar die vervuiling is weer afhankelijk van het weer, en het weer schijnbaar weer van de vervuiling, wat de formule knap ingewikkeld maakt. Het heeft iets moedeloosmakend triviaals, dit soort ad hoc in elkaar geflanste amateur-wiskunde.
2 opmerkingen:
Klinkt alsof die formules gemakkelijk opgesplitst kunnen worden in delen, die uitlegbaar, begrijpelijk en misschien zelfs te tekenen zijn?
Volgens mij ZIJN het helemaal geen formules. Ik denk dat wiskunde geen handig instrument is waarmee je energietechniek gaat begrijpen. Er is iets anders nodig, dat bijvoorbeeld giskunde of miskunde heet.
Een reactie posten