Mijn studenten zijn weer windmolens aan het ontwerpen. Dezelfde ideeën als vorig jaar komen op tafel, maar omdat deze oefening voor de tweede keer draait, reageer ik daar nu slimmer op, en het lijkt alsof de studenten er ook nu meer vanaf weten. De collectieve kennis en vaardigheden zijn blijkbaar vorig jaar het gebouw binnengebracht en hier achtergebleven. De rest van het stukje gaat ook over dit soort onverklaarbare tovenarij.
Een windmolen met twee wieken die om een vertikale as draait, heeft altijd één wiek waar de wind in blaast, en één wiek die tegen de wind in onderweg is naar de positie waarin er weer wind in geblazen kan worden (na deze zin haken vele lezers af). Die terugweg is vervelend, want tegen de wind in, dat is niet leuk. De wiek moet aan de achterkant dus een aërodynamische vorm hebben.
Ik vermoed dat sinds men weet dat lucht 'bestaat', iedereen denkt dat de meest aërodynamische vorm een punt is, waarmee de lucht in tweeën gesneden kan worden, om het voorwerp dat beweegt heen. Toch schijnt een bolle vorm veel aërodynamischer te zijn, wat ik maar raar blijf vinden. Het lijkt op een druppel, is de mythe. Een bolle harde vorm lijkt alleen op een (stilstaande) foto van een drupel. Een echte druppel beweegt; trilt, kolkt, stoomt. Ik denk dat mensen een totaal verkeerde perceptie hebben van wat lucht is. Lucht is niet een verzameling molekulen waar je een aërodynamische vorm doorheen moet laten snijden; lucht is een lichaam, dat trilt, kolkt en stoomt. Reik dat lichaam de hand, en het zal je helpen.
dinsdag 5 oktober 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
Eindelijk weer een echt technische post! Die "punt" kan ook wel net zoals bij een vleugel, maar dan niet te scherp, dan krijg je vortexen. De evolutie is sneller met het ontikkelen van aerodynamica dan de modellering. Richard Hammond laat dat mooi zien http://www.youtube.com/watch?v=Yy5S9pa_nVk&feature=related
(Met ook de onvergetelijke chicken gun!) Meggie
Ja, 'dan krijg je vortexen'. Vorteces komen op mij over als de schreeuw van een gekweld lichaam (hatsekidee!) Mijn theorie is dat je de overgang tussen het bewegende object en de licht zo zacht mogelijk moet maken: met veren bijvoorbeeld, of met water. Ik ben ervan overtuigd dat een natte auto minder luchtweerstand heeft dan een droge auto. Maar ik kan het mis hebben, hè!
Ik moet meteen denken aan de golfbal die door de pokdaligheid sneller gaat dan een gladde soortgenoot. Sluit dat een beetje bij jouw idee aan, Rik?
Ja, pokdaligheid op zijn minst. Vloeibaarheid, ... op een of andere manier een worden met het omringende lichaam (de lucht dus).
Een reactie posten