zaterdag 25 april 2009

petroleumstel

Vandaag bezocht ik het hartverscheurende Rolder Historisch Informatiecentrum en Streekmuseum. In Rolde dus. Hartverscheurend bijvoorbeeld omdat het gratis was. Nou ja, ik dronk er een flesje chocomel, maar dat flesje was goedkoper dan elders en ik kreeg er dus een heel museum bij. Hartverscheurend ook, omdat het zomaar wat verzamelingen bevatte. Design uit alle tijden: prehistorische vuistbijlen, vooroorlogs kappersgereedschap en alles wat de beroemde schrijver Anne de Vries heeft nagelaten.

Het hartverscheurendste vond ik de stijlkamer, waar je, anders dan in het Openluchtmuseum in Arnhem, de kasten kon (en mocht?) open doen en die dan óók nog stijlvast waren gevuld. Weck, stond erin, en Sunil zeep. Heel alledaags eigenlijk. Leuk, om weer eens gratis in de provisiekast van mijn overgrootmoeder te kijken. Ik geloof overigens niet dat mijn overgrootmoeder zeven petroleumstellen in haar provisiekast had staan.

Ik deed dit museum aan onderweg met de overgrootmoeder van mijn kleinkinderen. Mijn moeder dus, die de Oorlog heeft meegemaakt. Ze leerde me dat het petroleumstel in haar gezin werd gebruik náást het gasfornuis, om het vlees op de sudderen en de erwtensoep op gaar te zeuren. Waarom eigenlijk? Wat was er mis met het gasfornuis, in 1946?

Geen opmerkingen: