dinsdag 7 april 2009

gordijnen

Ik weet niet met welk zintuig ik dit klaarspeel, maar ik kan voelen of een deur, na open geweest te zijn, daarna werd gesloten of niet. Ik voel het waaien, geloof ik. En je kunt het ook horen, natuurlijk. Stilte is geen goed teken, want ik eis dat deuren gesloten worden. Deze gezinsterreur erfde ik via de mannelijke lijn, want ook Hendrik Almekinders, mijn opa, was erg gevoelig voor openstaande deuren.

Er is wel soort natuurkundige verklaring waarom een dichte deur misschien beter is dan eentje die open staat. De warmte immers, die kamerbrede duurbetaalde slaapkop, zou kunnen ontwaken. En als dat gebeurt, is hij meteen op de loop. Warmte moet gevangen gehouden worden. Maar als je ziet met hoeveel tegenzin een rookpluim uit een schoorsteen omhoog kringelt, moet ik mijn gezin gelijk geven, als ze mijn deuren-obsessie niet erg serieus nemen.

Nu ik toch aan het opbiechten ben: ik kan open gordijnen ook helemaal niet verdragen. Niet omdat ik dan in het zicht zit (voor de buizerds en de lammetjes), maar omdat de pikzwarte Groningse nacht mij een zwart gat lijkt. We hebben gordijnen zo dun als papieren servetten, maar ik ben ervan overtuigd dat die de warmte kunnen binnenhouden en het zwart buiten. Zou dat ook zo zijn?

2 opmerkingen:

erik zei

Je bent iemand voor drangers dus? Daar valt ook genoeg over te vertellen. Voor een verteller dan :)

Rik Almekinders zei

Nee, ik houd ook niet van drangers. Ik houd wel van café-gordijnen, hoewel die wel vaak naar rook stinken en sowieso iets viezigs hebben. Bovendien wil ik de deur kunnen blijven zien, want ik vind deuren ook wel mooi, op een of andere manier. Misschien moeten de café-gordijnen in de gang hangen.