donderdag 8 januari 2009

ijsbanden


Eergisteren stuurde ik met het fordje een bocht in en de wielen volgden mijn instructie, maar de auto niet. De auto gleed rechtdoor. Het is in Nederland al pakweg tien jaar geen winter meer geweest, althans niet onder de wielen van mijn auto, waardoor ik dit verleerd ben: gladheid.

Ik had al eens overwogen om winterbanden te nemen, niet zozeer vanwege ijs op de weg, maar vanwege de glibberigheid van de Groningse klei. Iemand vertelde me dat bij glibberigheid winterbanden beter zijn; die schijnen door hun blubrodynamische profiel goed overweg te kunnen met blubber. Daardoor doen winterbanden het ook goed in de sneeuw, want sneeuw is een soort modder, gemaakt van water. Maar dat profiel werkt dus niet op ijs, want ijs lijkt helemaal niet op modder.

IJs lijkt helemaal nergens op. IJs is uniek. Het bijzondere van ijs is, dat het smelt als je erop gaat staan. Geen enkel materiaal smelt als je erop gaat staan. Materialen bevriezen juist als je erop gaat staan, behalve water dus. En dat is een ongelukkige eigenschap van water, tenminste, als je ontwerper bent van winterbanden. Want doordat de auto zo zwaar is, smelt het ijs en daardoor ga je glijden.

Je zou kunnen verhinderen dat het ijs smelt, door de band heel koud te maken. Gekoelde banden zijn ijsbanden. Maar die werken weer niet op sneeuw, omdat de sneeuw aan de gekoelde banden zal vastvriezen en je wielen in het soort lawines veranderen die je in tekenfilms ziet.

Geen opmerkingen: