vrijdag 20 maart 2009

dafje (3)


Ik vertelde mijn mannensteungroep dat ik niets anders meer wil dan een dafje gaan bouwen. 'Met een pienter pookje?' was de terechte vraag, en inderdaad, als de opbouw af is, en gelukt, dan wil ik ook wel nadenken over variabele transmissie. Hoewel ik schakelen erg leuk vind, zeker in de Ford Ka. Het is vooral dit plaatje van het interieur van de nieuwe Mercedes Benz, met de middenconsole zonder pook, waar ik erg van gecharmeerd ben. Twee stevige fauteuils met een volledig vlakke salontafel ertussen.

Ik geloof dat Hub van Doorne met zijn variabele transmissie echt iets beters bedacht heeft dan de automatische versnellingsbak, omdat de volledig variabele overbrengverhoudingen het mogelijk maken dat de motor altijd op het optimale toerental draait. Ik weet niet wat het optimale toerental is, maar die ìs er wel. Daarover gaat altijd die 30% van de autojournalistiek die ik niet begrijp. Wat mij betreft is dat het toerental waarbij de auto het zuinigst is.

Bij de Twaalfde Brigade Geneeskundige Compagnie, waar ik mijn dienstplicht vervulde, was een maandelijks terugkerende klus het verven van de laro's (=landrovers). Die laro's waren al tientallen jaren oud en door al die dienstplichtige verf werd hun vorm steeds wolliger en ronder. Ik geloof niet dat er een natuurkundig argument is voor glimmende auto's. Die gaan niet harder, lijkt me, of misschien naar de garage en de wasstraat. Het vervaardigen van het dafje wordt ook een stuk eenvoudiger als die niet hoeft te glimmen.

1 opmerking:

jelle zei

volgens mij ligt het aan de uitspraak. Variabele transmissie is een heerlijk woord om uit te spreken. Het is net te ingewikkeld, zodat lang niet iedereen weet wat het is, maar het rolt wel vol-automatisch je bek uit.

Ik zou zeggen, Rik, zoals ze bij de 12e zeiden (zei jij), RD!