dinsdag 10 maart 2009

gas


Pas gisteren heb ik me hier voor het eerst aan gas gewaagd. Van nature houd ik niet van gas, maar ik zie ook wel in dat gas een goeie oplossing is, bijvoorbeeld als de Hammelandsterhoeve, onze buurman, ambieert om energie-neutraal te zijn. Gasmotoren zijn bewezen technologie en methaangisting levert alleen maar goeie dingen op.

Maar het is met tegenzin, dat wel. Ik vind methaangisting onsmakelijk, omdat ik ook geen liefhebber van diarree ben. Een stevige, glanzende donkerbruine drol, mits van eigen fabrikaat, daar kan ik met genoegen naar kijken. Het voelt niet goed, om dat hygiënische pakketje ten behoeve van de methaangisting te gaan roeren door de gier, ook niet als je het mengsel verder op smaak brengt met biomassa, zoals met pindadoppen of met aardappelschillen. Dat voelt niet goed, ook al schreef De Kleine Aarde in 1975 dat methaangisting de problemen van het huidige rioleringsstelsel kan oplossen. Maar goed, dat was 1975. Andere tijden, andere esthetiek.

Vorige week zocht ik een zak gedroogde koemest, omdat ik er een leuk fikkie mee wilde proberen te stoken. Ik zocht tussen de kunstmest, die de lokale leverancier in wel tien verschillende soorten aanbiedt. Eén zak prees zichzelf aan met 'geen kans op verbrande gewassen'. Want dat is de clou: mest is gevaarlijk. Van oorsprong is methaangisting alleen uitgevonden om van de zelfontbrandende stevige glanzende donkerbruine drollen ongevaarlijke compost te maken.

Geen opmerkingen: