donderdag 11 maart 2010

windauto


Rijplezier kan wat mij betreft mij twee dingen betekenen: plezier dankzij het rijden of plezier ondanks het rijden. Dat eerste is het gevecht dat ik lever met de elementen en dat ik samen met mijn auto vanuit een achterstandspositie toch steeds weer win. Het gevecht dus tegen de berg op, tegen de wind, tegen de centrifugaalkracht, tegen onregelmatigheden in het wegdek of tegen de zandkorrels die in mijn ogen waaien. Rijplezier ondanks het rijden is dat juist geen last van al die ellende heb maar dat ik voortraas met hetzelfde comfort dat ik heb wanneer ik stilsta. Dat laatste heeft mijn voorkeur. Ik vind het eerste autoplezier ongeveer tien minuten leuk. Daarna wil ik de luxe van een cruiseschip.

Ik denk dat een effectief middel om het autoverkeer zuiniger te maken is, om elke snelweg uit te rusten met een centrale sleeplift. En het rijplezier ook, want terwijl ik over de weg wordt voortgesleept, kan ik naar een film kijken, of iets anders doen, dat me nutiger lijkt dan uren achtereen geconcentreerd voor me uit staren met een verkrampt rechterbeen. O, en ik denk ook dat zoiets minder brandstof kost, trouwens.

Bij een windauto is het verhinderen dat de wind de auto omblaast het belangrijkste gevecht dat ik met de elementen moet voeren. Aardig, maar ook niet langer dan vijf minuten. Zou een zeil niet ook een spoiler kunnen zijn? Dat de wind de auto naar beneden èn vooruit duwt.

Geen opmerkingen: