Ik stam uit een ingenieursgeslacht. De zeventiende-eeuwse watermolen waar je in het openluchtmuseum zelf papier kunt maken is de watermolen van Marten Orges, van wie mijn moeder direct afstamt. Alle broers van mijn moeder zijn en waren ingenieurs. Om raadselachtige familieredenen is de stoommachine waarmee zij als knapen speelden bij mijn moeder terechtgekomen. Ik heb thuis die stoommachine ook wel eens in werking gezien.
Ik weet niet wat je leert van een stoommachine, maar dat een stoommachine een manier is om jongens tot ingenieur in de warmtetechniek te intimideren, dat geloof ik wel.
Ik zelf had graag gespeeld met het echte materiaal, op schaal. Ik bedoel: van kleine baksteentjes zelf een huis metselen, dat met miniatuurstuuk echt stucadoren, nadat daar minuscule stopcontactjes en dakgootjes en gietvloertjes in aangebracht waren. Dit betoog moet duidelijk maken waarom ik de opzetstukjes die bij de rietjes van Chocomel en Fristi geleverd worden zo leuk vind.
woensdag 16 december 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten